KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I999-XXV-4 Figuur 4. Key-fra- me animatie: de Bij animaties worden zaken die niet feitelijk bewegen 'tot leven gewekt' (dat is wat animeren letterlijk bete- kent). Iedereen weet dat eenden geen petjes dragen en praten, maar toch is Donald Duck voor de meeste mensen een doodgewone verschijning. Een animatie bestaat uit een reeks beeldjes (frames genoemd) die, als ze snel worden afgespeeld, de illusie van beweging geven. Voor echt vloeiende animaties is minimaal een zogenaamde 'frame-rate' nodig van 24 fps (frames per seconde). De productie van de fra mes met behulp van een Computer kan op verschillende manieren gebeuren. Bij de techniek van frame-by-frame animatie wordt elk beeldje apart gete- kend. Ofschoon tijdrovend, is het ver- der een eenvoudige techniek, die bij voorbeeld wordt toegepast in het veel- gebruikte AnimatedGiF-formaat. Dit is een speciale versie van het grafische rasterformaat gif, waarbij in een be stand niet een, maar een hele reeks plaatjes wordt opgeslagen, vergezeld van informatie over de gewenste snel- heid van afspelen, of en hoe vaak de animatie herhaald moet worden enzo- getekende keyframes (boven) worden aangevuld met de door de Computer berekende beeldjes onder). speien op de Computer geschikt zijn ge- maakt door ze te digitaliseren, te com- primeren en op te slaan in een van de beschikbare digitale video-formaten. De bekendste hiervan zijn Quicktime (ontwikkeld door Apple maar beschik- baar voor vrijwel alle computerplat- forms), avi (voor Windows) en mpeg (dat de beste kwaliteit biedt maar hoge eisen aan hard- en Software steh). Figuur j. Dynami sche visuele varia bel weergavetijd: neerslag in Frank- rijk; tijdschaal 1 uurper seconde. Figuur 6. Dynami sche visuele varia- bele frequentie: zuidelijk Afrika; hogere frequentie is groei. voort. Dit formaat kan worden gegenereerd met behulp van eenvoudige Software en kan worden afgespeeld door zeer veel programma's, waaronder alle www-browsers. De veel voorkomende roterende aardbolletjes en 00k alle animaties in de www-versie van dit kernkatern zijn in dit formaat op- ben- Zoals Walt Disney al in de jaren dertig bedacht, is het veel efficienter om de beste tekenaars alleen de key-frames, waar- in de belangrijkste veranderingen plaatsvinden, te laten ma- ken en het verdere tekenen over te laten aan minder getalen- teerde, slechtbetaalde 'in-betweeners'. Deze key-frame ani- matietechniek kan tegenwoordig 00k met Software (zoals bijvoorbeeld Macromedia Director) worden gerealiseerd, waarbij de 'in-betweener' vervangen is door computerreken- kracht (figuur 4). Animaties kunnen worden gebruikt voor allerlei doelein- den, van leuke aankleding zoals de veelgebruikte draaiende aardbolletjes op www-pagina's tot interessante nieuwe ma nieren om dynamische fenomenen weer te geven in karto- grafische animaties (zie de betreffende paragraaf). Scenario Uiteindelijk moeten alle elementen van de multimedia-pre- sentatie in een logische structuur worden samengebracht. Dit noemen we het scenario van de presentatie en daarin moet rekening worden gehouden met de mogelijke naviga- tie door de presentatie, het doel van de presentatie (wat wil len we wat de gebruiker er van leert, of er mee kan) en na- tuurlijk 00k de beoogde gebruikers. Om de interface zo vanzelfsprekend mogelijk te maken wordt vaak gebruik ge- maakt van een metafoor: Door bijvoorbeeld de interface op een bibliotheek te laten lijken is het voor de gebruiker lo gisch dat hij voor een overzicht van de aanwezige informa tie op zoek moet naar de catalogus. Kartografische animaties Een traditionele kaart is een statische informatiedrager. Weliswaar kennen we allerlei mogelijkheden om er dynami sche verschijnselen mee weer te geven, maar het is niet mo gelijk om bewegingen of veranderingen in de tijd 00k wer- kelijk bewegend of veranderend aan de gebruiker te tonen. Zoals in de vorige paragraaf kunnen we dankzij de nieuwe Figuur 7. Pseudo- realisme in een vir- tuele wereld. 47

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1999 | | pagina 5