=1%??
3O! 90%
0 V.
0
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2000-XXVI-I
heeft ten opzichte van bijvoorbeeld rasterstructuur. Het wil dus
zeggen dat men deze laatste beeldveranderlijke in meer om-
standigheden kan gebruiken in de kartografie, dan kleur. Dit is
op zieh een positieve vaststelling, die werd afgeleid uit figuur i.
föeÄhw^verandering laat dan weer praktisch geen beeldvor-
ming toe bij zonaal gebruik, met andere woorden de kaartzo-
nes met bijvoorbeeld een lijnrasteropvulling met een welbe-
paalde richting laat niet toe ineens uit het kaartbeeld gelicht of
geselecteerd te worden; een mooie illustratie hiervan vindt
men bij Ormeling [1998, figuur 6]. Beeldvorming gebeurt wel
bij het gebruik van losse Symbolen of lijnen, maar alleen onder
een zeer beperkte opdeling in richtingsklassen (figuur 1). Dit
geldt dan weer niet meer voor het gebruik van verschillende
vormen. Hier geldt alleen nog de eigenschap binding, die
eveneens voorkomt bij het gebruik van verschillende richtin-
gen. Hiermee wordt bedoeld dat bijvoorbeeld in een kaart alle
verschillende Symbolen of tekens (uiteraard van dezelfde
grootte of formaat en in dezelfde kleur) evenveel gewicht heb-
ben; dus geen enkel symbool of symbolengroep springt eruit.
Ze zijn wat Bertin noemt 'semblable' of nog associatief: ze ge-
lijken wel op elkaar maar de beeldvormingseigenschap bezitten
ze niet. Illustreren we dit even met een voorbeeld: als men on-
derscheiden zwarte Symbolen of tekens gebruikt (van verschil
lende vorm dus) om de spreiding van verschillende industrieen
weer te geven, dan zal de vraag naar het voorkomen van een
welbepaalde industrietak niet direct beantwoord kunnen wor
den, tenzij men er bijvoorbeeld 00k een kleur aan toevoegt,
verschillend naargelang de soort industrie. De illustratie van
Ormeling [1998, figuur 5] is te weinig complex om dit gebrek
te illustreren; Bertins figuren [1967, pp. 94 en 157] zijn een be-
ter bewijs hiervan!
Voorbeelden van onheus gebruik
van de grafiek in de thematische
kaart
Het is bijna een paradigma geworden
dat heden ten dage meer siechte kaarten
op de markt gebracht worden dan vroe-
ger. Hier bedoelen we vooral themati
sche kaarten. De reden hiertoe is mijns
inziens dubbel. Vooreerst is er het feit
dat de kartografische pakketten voor veel
niet-kartografen toegankelijk zijn gewor
den. Op zieh een verheugend feit, maar
hierdoor is oneigenlijk gebruik best
denkbaar, doordat tekentechnisch nu
even goede kaarten geprint of geplot
kunnen worden door niet-kartografen
als door beroepskartografen. Een tweede
reden voor dit euvel is dat 00k geschool-
de geograaf-kartografen meer fouten ma-
ken tegen het oordeelkundig gebruik
van de bestaande Software omdat ze of-
wel onmachtig zijn op informaticavlak
om bepaalde procedures anders (en cor-
recter) te laten verlopen ofwel omdat de
programmatuur zelf geen ingreep toelaat
en men zodoende semiologisch verkeerd
geprogrammeerde uitwerkingen node
moet toelaten. Dus in ieder geval een
kwestie van onkunde of van onmacht!
Zonder volledig te willen zijn worden
een aantal misbruiken in de letterlijke
Figuur 5 - Uit Regionale ongelijkheid van L. Albrechts et al. (Univ.Pers K. U. Leuven, 1984) komt dit siechte voorbeeld van klassenindeling, waarbij
de hier gehanteerde statistische criteria niet afdoende het spreidingsbeeld van het verschijnsel (reLztieve tewerkstelling in de dienstensector) weergeeft: een
klasse van de zeven vertegenwoordigt 90% van degemeenten en drie andere klassen samen bevatten amper i%!De leesbaarheid laat eveneens te wensen
over door het gebruik van onvoldoende onderscheiden tintklassen. Het zou beter geweest zijn rechtstreeks de klassengrens-percentages weer te geven
(9,3%, 6,1%, en nog beter wäre het gebruik van ronde klassenwaarden (9%, 6%, eventueel aangevuld met de opgave van het regio-gemiddelde
(1,46 Daarbij komt nog dat een modale kaartlezer eerst moet gaan opzoeken wat het statistische begrip 'Z-scorebetekent vooraleer hij de kaart kan
lezen! Men kan inderdaad voor specialisten onderaan vermelden dat de klassenindeling gebaseerd is op de statistische berekening van de Z-scores.
RRNTfiL
NUNBER
1
22
Kaart/Map 11.18
- Percentage werknemers in de sectoren diensten aan onderne-
mingen en verhuur t.a.v. de totale plaatselijke tewerkstel
ling (1978)
- Percentage of employees in Services to entreprises and in
the renting sector (1978)
24