4 VAN DE REDACTIE 2000-XXVI-I Het nieuwe millennium beginnen we op dezelfde manier als de ica, de Internationale Kartografische Vereniging. Die heeft in haar vaandel geschreven voor de körnende vier jaar dar onze belangrijkste opgave de strijd tegen kartografische onwetend- heid is. Hoe meer kartografie wordt toegepast overal om ons heen, hoe meer het gedemocratiseerd wordt, hoe meer we ook zien zondigen tegen de regels die voor kartografische weergave gelden. Het KT heeft in die strijd altijd al een rol in gespeeld, bijvoorbeeld in de rubriek Zo kan het.maar zo kan het ook!, en daar gaan we in elk geval mee door, maar we willen daar- naast meer manieren zoeken om die onwetendheid te bestrij- den. We hopen dat u ons daarbij helpt. In het kader van het terugdringen van de kartografische onwe tendheid valt in elk geval de bijdrage in dit nummer van pro- fessor Depuydt, die ons weer eens bij de les haalt door de re gels van Jacques Bertin duidelijk voor het voetlicht te doen kö rnen. Dit dikke nummer is daarnaast in eerste instantie gei'nspireerd op het internationale kartografische congres dat in augustus 1999 in Ottawa gehouden is. Nederland speelt in de congres- sen van de ica, zeker wanneer men rekening houdt met zijn omvang, een belangrijke rol, die tot uitdrukking komt in de bijdragen aan de voordrachten, de tentoonstelling en de werk- zaamheden van de commissies. In december 1999 heeft het hoofdbestuur van de ica voor de derde keer in Nederland ver- gaderd en daarbij ook uitgebreid de Utrechtse Universiteit en het itc bezocht, wat ook een erkenning van de belangrijke Nederlandse bijdragen inhoudt. Omdat die bijdragen niet al tijd aan het thuisfront duidelijk zijn wordt er in dit nummer aandacht aan besteed door Nederlandse vertalingen op te ne- men van de conferentiebijdragen van Allan Brown, Connie Blok en het duo Hootsmans/Kraak. En bovendien is er sprake van een uitgebreid verslag van deze conferentie. Vlak voor het congres in Ottawa (in mei 1999) hadden we in Maastricht samen met onze Duitse collega's ons eigen grote congres. In de vorig nummers van het KT zijn al in Maastricht gehouden lezingen van de heren De Smet, Smits, Rase en Van Asperen opgenomen; nu is de heer liiert aan de beurt met zijn bijdrage over de productie van een Europese topografische da- tabase op de schaal 1:250.000, en de problemen die optreden bij realisatie daarvan. In de serie Landsdekkende bestanden behandelen Wolters en Cappendijk TOPmap, een globale basiskaart die van TOPiovec- tor is afgeleid. En eigenlijk valt het artikel van Desiree Bokma en Johan van der Schuit ook in die categorie: het is traditie ge worden bij de Rijksplanologische Dienst om elk jaar een in- ventarisatie te maken van de voor Nederland vigerende ruim- telijke plannen. Dat is dus ook een landsdekkend bestand, al is het ook kleinschaliger dan de andere die we in deze serie be- spreken. De eerste wegenkaart van Europa was die welke Erhard Etz laub uit Nürnberg in het jaar 1500 vervaardigde. Het was een thematische kaart waarop stippen die steeds op een zelfde af- stand van elkaar lagen de routes aangaven voor de pelgrims die naar Rome reisden in verband met het heilige jaar. Nu, 500 jaar later, geldt er voor Rome weer een heilig jaar, en Theo Pasveer heeft als een moderne Etzlaub zo niet heel Europa dan toch in elk geval Rome gekarteerd. Hij bericht ons over dit in teressante project. Tenslotte hebben we weer eens een bijdrage in de serie Kaart- gebruik: Willemijn Simon van Leeuwen en Edwin Massop be- schrijven daarin de herziening van de Kaart voor Vakantie en Vrije Tijd 1:50.000. Zodra die helemaal digitaal beschikbaar is, zou ook hier van een landsdekkend bestand sprake zijn. Zover is het nog niet, maar het zal toch de standaardmanier worden waarop we, althans bij de aanvang van dit millennium, onze kartografische producten opbouwen. In januari verscheen bij de zaterdagkrant van Trouw de Atlas van de Toekomst in vier katernen. Wij zijn verheugd dat Trouw medewerking heeft verleend om u bij dit nummer van het Kartografisch Tijdschrift alle vier katernen van de atlas als bijlage aan te kunnen bieden. Nel van Betlehem schreef er een körte toelichting bij.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2000 | | pagina 6