65 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2000-XXVI-I teermethoden een bepaalde verbreiding van sprekers van een taal beter weerga- ven dan andere. De nieuwe grenzen die in Versailles (of Trianon) in 1919 werden getrokken wa ren vooral gebaseerd op chorochromati- sche kaarten die lieten zien wat plaatse- lijk (per gemeente of provincie) de do minante bevolkingsgroep was. Doordat het Hongaarse bevolkingsaandeel in veel gebieden vooral in de Steden geconcen- treerd was, en de Slowaken en Roeme- nen of Serven vooral op het platteland, betekende dat dat op gemeenteniveau het grootste deel van een provincie als niet-Hongaars werd ingekleurd, 00k al hadden de Hongaren in die provincie numeriek 00k de meerderheid. De Hon garen reageerden daarop met de produc- tie van diagramkaarten, en zelfs met de oppervlaktediagrammenmethode (zie fi- guur 1), maar het kwaad was al geschied, de nieuwe kaarten werden niet meer bij de onderhandelingsstukken geaccepteerd en men verloor bij het trekken van de grenzen tweederde van het grondgebied. Sedertdien spreken we van de Servische of Roemeense methode bij de choro- chromatische kaart. Men kent elkaars kritiek en anticipeert daar 00k op. De Joegoslaven hadden bij- voorbeeld een nationaliteiten-cd-rom van de Voivodina vervaardigd, waarmee gebruikers het 'Servische' kaarttype kon- den oproepen, maar evengoed met dia gramkaarten de betreffende vertekening in de beeldvorming konden demonstre- ren. De gegevens konden 00k per natio- naliteit apart worden gevisualiseerd, als choropleet. De Hongaren kwamen vooral met voor- stellen de bestaande methoden te verfij- nen, bijvoorbeeld door het aangeven van de (praktisch) onbewoonde gebieden, want kaarten worden in feite 00k verte- kend door het aangeven van gebergten waar hooguit een paar Roemeense her- ders en s zomers houthakkers rondlo- pen, als Roemeens taalgebied. Met be- trekking tot het kleurgebruik op de kaart pasten de Hongaren voor zichzell altijd een helder rood toe, en voor Roemenen en Slowaken respectievelijk een bleek paars en een bleek groen, waardoor de verspreide Hongaarse minderheden meer op vielen. Eigenlijk is de methode van de stippen- kaart (eventueel in twee maten om stads- gebieden aan te kunnen geven) de meest nauwkeurige, maar daar kan niemand meer dan vijf verschillende nationalitei- ten op herkennen. Voor elke karterings- methode geldt dat ze bepaalde zaken het beste weergeeft - het verbreidingsgebied bijvoorbeeld, of de aantallen, of de ver- houdingen - los van de geografische ken merken van de verbreiding (concentratie of dispersie). De discussie tijdens de bijeenkomst werd tot soms wat nai'eve proporties te- ruggebracht: in het Joegoslavie van 1989 wilde Servie de grenzen tussen de deelre- publieken aanpassen aan de mensen (aan de feitelijke verdeling van de nationali- teiten), en Kroatie weigerde dat (en heeft nu in feite de mensen aangepast aan zijn grenzen). De Kroaten komen dan met de tegenopmerking dat de Ser ven wel de grenzen van de andere deelre- publieken wilden veranderen, aanpassen aan de mensen', maar weigerden dat- zelfde in Servie zelf te doen, en de ande re nationaliteiten inclusief Hongaren en Kosovaren daar te accomoderen. Bij het verzamelen van de gegevens zijn er problemen omdat dezelfde mensen zieh anders gaan noemen in de loop van de tijd, bij het wijzigen van de politieke omstandigheden en de druk waar ze on- der leven. Bij de vraag naar nationaliteit vulden de moslimse Bosniers in 1991 nog 'moslim' in; in 1996 vulden ze op nieu we tellingformulieren van de vn in dat ze Bosnier waren. Ook de soort vragen die men in de volkstellingen steh kunnen de resultaten bei'nvloeden. Een Sloveense deelneem- ster vertelde dat er van de 100 mensen die invullen dat Duits hun moedertaal is, slechts 77 dit ook opgeven als natio naliteit (tot welk 'volk' hoort u?); slechts 64 geven Duits op als omgangstaal thuis, en slechts 26 geven het op als algemene omgangstaal. Bij het willen registreren van de omvang van taalkundige minder heden aan de hand van een volkstelling is de wijze van vraagstelling dus zo rele vant dat het een factor vier in de ant- woorden kan schelen. Bovendien kun nen de politieke omstandigheden (on- derdrukking of dreigende deportatie) ook de uitkomst van de volkstelling bei'nvloeden. Bij de zittingen over de toepassing van deze kaarten vertelde Lukas Birsak van de firma Holzel, de grootste schoolatlas- producent van Oostenrijk, dat aardrijks- kundeleraren zowel als het leerplan in Oostenrijk niet zo gediend waren van experimenten, en dat men het liefst met de vertrouwde Volkeren- en talenkaarten bleef werken. In feite werd bijvoorbeeld in de Kozenn-schoolatlas de nieuwe Vol keren- en rassenkaart uit 1938 nog 50 jaar gehandhaafd, zij het dan wel met iets aangepaste terminologie. Lee Schwarz, van het Office of the Geo grapher van het State Department in Washington, met veel recente ervaring op de Balkan, mocht uit de school klap pen over de kaarten die op zijn afdeling werden vervaardigd - ter voorbereiding van de politieke acnes of bedoeld als on- dersteuning van die acties naar de pers toe - met natuurlijk een geheel verschil- lend taalgebruik en met verschillende se- ries plaatsnamen: op officiele kaarten van Kosovo die het State Department naar buiten brengt moet men de Servi sche plaatsnamen voeren omdat men de Servische soevereiniteit nog herkent. Maar omdat niemand in Kosovo die Servische naamversies nog gebruikt is men wel verplicht voor de eigen troepen een concordantie te vervaardigen tussen de Servische en Albanese namen. Zowel op het State Department als op verschillende plaatsen in Europa zet men nu geografische informatiesystemen op voor talen cq nationaliteiten. Dat is veel flexibeler en leidt tot grotere analysemo- gelijkheden. Tegelijk is het minder con- troleerbaar - niemand kan meer zien of de informatie wel op de juiste manier verwerkt is, of juist wordt gepresenteerd aan de analisten of policy-makers. In ar- chieven zullen we later het materiaal dat de beslissingen begeleidde waarschijnlijk niet meer terug kunnen vinden. De bijeenkomst was vergezeld van een tentoonstelling van na 1989 van Zuid- oost-Europa vervaardigde Volkeren- en talenkaarten; de locatie van de bijeen komst was Schloß Höhentübingen dat hoog boven het universiteitsstadje Tü bingen uittorent - een mooie omgeving Figuur 2 - Schloß Höhen tübingen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2000 | | pagina 67