Het monitoren van veranderingen:
kenmerken van dynamische ruimtelijke verschijnselen
voor visuele exploratie
CA Blok
5
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
dynamische visualisatie, karakteristieken van dynamische verschijnselen, theorie TREFWOORDEN
dynamic visualisation, characteristics of dynamic phenomena, theory KEYWORDS
visualisation, caracteristiques des phenomenes dynamiques, theorie MOTS-CLES
De wereld om ons heen verändert voortdurend, en voor veel
toepassingen is het van belang om te kunnen volgen wat er
gebeurt met ruimtelijke verschijnselen die voor de toepassing
relevant zijn. Zo zal een beheerder van uitgestrekte bosgebie-
den willen weten waar er (misschien illegaal) gekapt wordt,
of er bosbranden of insectenplagen zijn, welke veranderingen
er optreden in de gezondheidstoestand van het bos enzo-
voort.
Inleiding
'Monitoring' begint met het inwinnen
van gegevens over ruimtelijke dynamiek,
gevolgd door exploratie en analyse van
de ruimtelijk-temporele gegevens om in-
zicht te verkrijgen in processen en rela-
ties. Verworven inzicht kan leiden tot de
beslissing om waarschuwingen te laten
uitgaan, of anderszins te handelen als
zieh ongewenste situaties voordoen (een
overstroming, dreigende mislukking van
de oogst). Het kan ook leiden tot het
modelleren van de werkelijkheid (bij-
voorbeeld om het effect van al dan niet
ingrijpen in een ontwikkeling te kunnen
inschatten) of tot extrapolatie van de in-
formatie om toekomstige ontwikkelin-
gen te voorspellen. De meeste ruimtelij
ke verschijnselen zijn dynamisch, en
voor veel toepassingen zijn onderzoekers
dan ook gebaat bij het volgen van veran
deringen die direct of indirect zichtbaar
zijn in het landschap (zie bijv. publica-
ties in tijdschriften als Environmental
Monitoring and Assessment en Interna
tional Journal of Remote Sensing).
Het hier beschreven onderzoek rieht
zieh vooral op ruimtelijke ontwikkelin-
gen in de fysische omgeving. Te denken
valt aan veranderingen in vegetatie, ero-
sieverschijnselen, atmosferische proces
sen enzovoort.
Drs. Connie Blok is
universitair docent
Visualisatie aan het ITC,
Afdeling Geoinformatica,
Kartografie en Visualisatie,
Postbus 6,
7500 AA Enschede
[t] (053) 487 44 33
[e] blok@itc.nl
Specialisten die zieh bezighouden met het monitoren van
ruimtelijke verschijnselen hebben vragen die betrekking heb-
ben op de geometrische, thematische en temporele karakteris
tieken van de gegevens om meer te weten te komen over [East
man et ab, 1995; Groten Ilboudo, 1996; Yuan, 1996]:
het optreden van anomalieen: afwijkingen van de 'normale'
waarden kunnen onmiddellijke actie vergen;
processen die zieh (mogelijkerwijs) afspelen;
relaties tussen verschijnselen (bijv. neerslag en vegetatie), en
relaties voor eenzelfde verschijnsel in de tijd (zoals maximale
vegetatiewaarden in verschallende groeiseizoenen);
oorzaken;
trends.
Antwoorden op vragen die relevant zijn voor monitoring wor
den binnen een Gis-omgeving gewoonlijk gezocht door ge-
bruik te maken van analytische en rekenkundige funeties. Een
vooraf geformuleerde vraagstelling leidt daarbij tot een bewer-
king van de gegevens [Langran, 1992; Yuan, 1996]. Het resul-
taat van die bewerking kan grafisch worden weergegeven, bij-
voorbeeld in een kaart. Het is echter ook mogelijk om grafi
sche weergaven als uitgangspunt voor verdere bevraging van de
gegevens te nemen. We maken dan gebruik van geografische
visualisatie: het visueel maken' van geografische gegevens in
een bepaalde gebruikscontext, visuele exploratie. Visuele ex
ploratie wordt gekenmerkt door zeer interactief en prive-ge-
bruik van grafische weergaven van voornamelijk onbekende
gegevens [MacEachren, 1994]. Er wordt verondersteld dat vi
sualisatie (een proces waarbij naast grafische ook cognitieve re-
presentaties van de werkelijkheid worden gegenereerd) het
denken kan stimuleren, en patronen en relaties kan blootleg-
gen die anders misschien verborgen zouden blijven [zie bijv.
DiBiase et al., 1992; Monmonier Gluck, 1994; MacEachren,
1998]Dat is vooral het geval als meerdere perspeedeven op de
gegevens worden geboden, en dynamiek en interactiemogelijk-
heden speien daarbij een belangrijke rol [MacEachren, 1995].
In de huidige Gis-praktijk worden de ruimtelijke aspecten van
dynamische gegevens vaak benadrukt door vergelijking van
een (beperkt) aantal dwarsdoorsneden in de tijd, öfwel de tem
porele aspecten van objecten of pixels worden voor verdere
analyse weergegeven buiten de ruimtelijke context (in een gra-
fiek). Deze benaderingen leiden tot respectievelijk ruimtelijke