KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2000-XXVI-I
van reizen in ruimte en tijd met behulp
van moderne visualisatietechnieken.
Voor de kartografie kan de Digital Earth
in ieder geval dienen als conceptueel ge-
raamte en nieuwe 'reis naar de maan' die
veel technische en wetenschappelijke ac-
tiviteit kan genereren. Een vraag is bij-
voorbeeld wat nog op traditioneel karto-
grafische wijze moet worden gesymboli-
seerd en wat zo veel mogelijk op de re-
aliteit moet lijken. De Stellingen van
Goodchild waren naar mijn mening
soms gebaseerd op een wat al te traditio-
nele opvatting van kartografie en kaarten
(dat zijn vooral producten op papier), en
ook op het huidig geografisch kennisni-
veau van de Amerikanen. Maar het was
natuurlijk interessant om te hören wat
een moderne geograaf heeft te zeggen
over de toekomst van de kartografische
visualisatie. Hij bracht bijvoorbeeld ook
de volgende paradox naar voren: 'The
world that is marginalizing cartography
is also the world that needs cartographic
principles and skills more than ever'.
Aan de hoogleraren David Rhind (City
University, London) en John Pickles
(Universiteit van Kentucky, vs) was voor-
af gevraagd om te reageren op de voor-
spellingen en ideeen van Goodchild en
die reacties konden daarom ook worden
opgenomen in de Proceedings. In het ge
val van Pickles was dat erg handig, want
door een lichamelijk ongemak kon hij op
het laatste moment niet op het congres
aanwezig zijn. Het is de vraag of veel toe-
hoorders dat bezwaarlijk zouden vinden
want zijn ingewikkelde reactie stond toch
ook wel erg ver af van ons vakgebied
(Pickles is economisch geograaf en poli-
tiek econoom) en was eveneens heel erg
op de Verenigde Staten gericht. Er gingen
in ieder geval regelmatig züchten van ver-
lichting op toen David Rhind zijn veel
dichter bij de moderne kartografie staan-
de reactie naar voren bracht in een leven-
dige presentatie. Dat lukte vooral met een
paar statistieken over het belang van kar
tografie en kaarten (zoekmachines vinden
op het Internet meer verwijzingen naar
'maps' en 'mapping' dan naar 'sex'), maar
ook over de toenemende ongelijkheid in
de wereld (aandacht voor de webkarto-
grafie is prima, maar slechts i op de iooo
wereldbewoners kan gebruik maken van
een Computer en is nog niet altijd ver
bünden met het Internet).
Kaartgebruik
Kaartgebruik en de kaartgebruiker staan
heden ten dage vaak in het centrum van
de belangstelling in de kartografische
wereld, zeker als onder kaartgebruik ook
het door de gebruiker zelf genereren van
een kaart uit de database wordt verstaan.
Zo ook op het congres in Ottawa. In
bijna elke lezing werd de 'map user' wel
een keer aangehaald.
Maar als het puntje bij paaltje komt gaat
het jammer genoeg nog wel eens mis.
Zeer ernstig was bijvoorbeeld het feit dat
de plattegronden van de congrescentra in
het voor het overige 'gelikte' program-
maboekje zeker niet gemaakt waren re-
denerend vanuit de kaartgebruiker. Veel
congresbezoekers hebben er de hele week
over gesproken en er niet veel aan gehad.
Hetzelfde verschijnsel zie je bijvoorbeeld
bij kaarten die worden gegenereerd op
de Website Terra Server (5 miljoen hits
per dag), die van een abominabele ge-
bruikskwaliteit zijn. Vooral vanwege per-
soonlijke redenen was het ook zo dat in
Ottawa de iCA-commissie Map Use werd
opgeheven. Daarvoor in de plaats werd
een nieuwe commissie geformeerd, die
zieh vooral zou gaan richten op het
Internet. De 'Terms of Reference' van
deze commissie richten zieh vooral op
gebruiksaspecten van het Internet. Daar
om werd in de drukbezochte oprich-
tingsvergaderingen ook unaniem de
nieuwe naam 'Internet Map Use' voor-
gesteld voor de commissie, waarbij 'map
use' de blijvende factor zou zijn en
'Internet' misschien maar een tijdelijke.
Vooral Nederland maakte zieh later nog
sterk voor deze aanduiding, die bijvoor
beeld ook aan de buitenwacht duidelijk
maakt wat de conceptuele hoekstenen
zijn van het werk in de ica. Opnieuw
door niet ter zake doende redenen lijkt
de aanduiding 'map use' nu helaas toch
verdwenen te zijn uit de naam.
Generalisatie
Op de conferentie kreeg het onderwerp
generalisatie ruime aandacht. Er kan
worden geconstateerd, dat het onder-
zoek op het gebied van de generalisatie
met de Computer vooruitgang heeft ge-
boekt sinds het vorige congres in Stock
holm. Er is echter nog geen overeen-
stemming over de vraag wat de 'beste
methode' is. Verschiliende onderzoeks-
groepen zijn nog steeds werkzaam op
een deelgebied, vanuit door hen gekozen
theorieen, of met hun favoriete technie-
ken. Toch blijft de nadruk liggen op het
generaliseren van complete topografische
datasets voor visuele weergave op com-
puterscherm of papier.
De vereenvoudiging van grafische lijnen
blijft belangrijk. Het al bijna 30 jaar
oude Douglas-Peucker-algoritme wordt
nog steeds gebruikt, onder andere in het
Arc/Info-commando 'Pointremove'. Bij
een grote reduetie in schaal geeft deze
procedure echter siechte resultaten: oor-
spronkelijk ronde vormen worden bij
voorbeeld scherpe hoeken. Arc/Info zelf
heeft het commando 'Bendsimplify'
gei'ntroduceerd, dat is gebaseerd op het
Müller-Wang-algoritme. Dit commando
geeft betere resultaten bij natuurlijke
vormen, zoals rivieren, en wordt daar
voor dan ook gebruikt door bijvoorbeeld
de Zweedse topografische dienst. Overi-
gens is deze methode bij een grote re
duetie ook niet ideaal.
Een onderzoeksgroep op het ign in Pa-
rijs rieht zieh op het generaliseren van
wegen op kleinschalige kaarten. Frank-
rijk kent veel bochtige wegen in heuvel-
achtige gebieden. In de methode die de
iGN-onderzoekers hebben ontwikkeld,
wordt de weg eerst verdeeld in een aan-
tal secties op basis van analyse van de
lijnvorm. Daarbij wordt bijvoorbeeld
bepaald waar een bocht begint en ein-
digt, en wat de maximale kromming is
(ook gebruikt in het Müller-Wang-algo
ritme). Een andere toepassing van ver
eenvoudiging rieht zieh op gebouwen,
vooral op grotere schalen. Hiervoor
heeft Arc/Info ook een algoritme, via het
commando 'Buildingsimplify', maar er
bestaan ook andere. Een van de bekend-
ste algoritmen is 'Change', ontwikkeld
op de universiteit van Hannover.
Het Internet wordt gezien als een medi
um dat in toenemende mate gebruikt zal
worden voor het distribueren van ruim-
telijke gegevens, vaak in de vorm van
een kaart op het scherm. De gebruiker
kan de schaal van een dergelijke kaart
veranderen, maar als deze te klein wordt,
is het resultaat onleesbaar. Een ideale
oplossing zou een reeks automatische
procedures zijn, die als 'agents' in het ge-
gevensbestand zijn ingebed. Dergelijke
'agents' moeten de gegevens automatisch
generaliseren, en ongeacht de schaal de
juiste inhoud en het juiste kaartbeeld ge
nereren. Dat is het hoofddoel van het
AGENT-project, waarin onderzoekers uit
Frankrijk, het Verenigde Koninkrijk en
Zwitserland samenwerken.
Er wordt beweerd dat objectgeorienteer-
de methoden zeer geschikt zijn voor dit
doel. Er wordt dan ook gebruik gemaakt
van een objectgeorienteerde gegevens-
struetuur, en van procedures die gele-
verd worden door de Engelse firma Laser
Scan. Het project loopt nog, maar er
waren voldoende tussentijdse resultaten
voor een presentatie op het congres.
Multimediakaarten en kaarten voor
de toekomst
In de sessie Multimedia and future maps
68