D.
Amersfoort aan zee?
Catastrofes zijn niet
waarschijnlijk
Gat in beschermende laag Reden om ™orzichtig te zijn
Een warme
deken met
onduidelijke
gevolgen
Giswerk is het al
lang niet meer
Alles
voorspellen?
Daar is geen
beginnen aan
Een dans van continentale platen
Trouw
atlas van de toekomst
De
ZATERDAG 8 JANUARI 2000
- -
'e ozonlaag bevindt zieh in
de stratosfeer, in een gebied
tussen 15 en 35 kilometer hoog-
te. Veel ozon zit er niet; als je
alles zou indikken tot een pure
ozonlaag, hield je niet meer
dan een paar millimeter over.
Ozon absorbeert het ultraviolet
te licht van de zon dat anders
schadelijk zou zijn voor het le-
ven op aarde. Het licht kan on-
der andere huidkanlcer veroor-
zaken.
In de jaren zeventig werd ont-
dekt dat er in de ozonlaag bo-
ven Antarctica een gat van zo'n
25 miljoen Vierkante kilometer
zit. Elk jaar in September slinkt
daar de hoeveelheid ozon tot
een derde van zijn normale
hoeveelheid en pas in decem-
ber dicht het gat zieh weer. Een
vergelijlcbaar proces treedt, in
mindere mate, op boven de
noordpool.
In 1985 bleek dat de cfk's die in
spuitbussen en koelkasten wer
den gebruikt, het ozon afbre-
ken. Dit proces komt vooral op
gang bij zeer läge temperatu-
ren, vandaar dat de afbraak cul-
mineert aan het einde van de
winter boven de zuidpool. Bo-
vendien wordt dan in het ozon
gat geen verse, ozonrijke lucht
aangevoerd. Als het weer war
mer wordt, stopt de afbraak en
wordt de poollucht gemengd.
Twee jaar later kwamen de Ver-
enigde Naties een verbod over-
een op het gebruik van cfk's. In-
middels heeft 90 procent van
de wereld zieh bij dit verdrag
van Montreal aangesloten. Als
de cfk-beperkingen zieh door-
zetten, zal het ozongat rond
2050 weer gesloten zijn.
'ankzij het Protocol van Montre
al en het feit dat de chemische in-
dustrie hieraan gehoor heeft gege-
ven, bedraagt de gemiddelde af
braak van de ozonlaag in het begin
van de volgende eeuw slechts zo'n
procent of vijf. „Als de cfk-produc-
tie onverminderd zou doorgaan
was dit meer dan het dubbele ge-
weest", zegt professor J. Lelieveld
van het Instituut voor Marien en At-
mosferisch Onderzoek in Utrecht.
„Bovendien zou de ozondestruetie
in de körnende decennia sterk zijn
toegenomen. Dan was halverwege
de 21ste eeuw de helft van de ozon
laag verdwenen."
„Volgens de huidige prognoses
heeft de ozonlaag zieh rond het jaar
2050 weer hersteld. Onlangs heeft
zieh echter een probleem gemani-
festeerd. Hoewel door de toene-
mende concentratie kooldioxide de
troposfeer warmer wordt, wordt
het in de hoger gelegen stratosfeer
juist kouder. Dit bevordert de vor-
ming van parelmoerwolken, waar-
door de ozonafbraak toeneemt. Het
effect van de geleidelijke verwijde-
ring van cfk's wordt dus tegenge-
werkt, waardoor het herstel van de
ozonlaag met enkele decennia ver-
traagd wordt. Op deze manier ver-
sterkt het ene - door de mens ver-
oorzaakte - milieuprobleem het an
dere. Dit soort interacties zijn moei-
lijk te voorspellen: een reden te
meer om voorzichtig te zijn met on-
ze atmosfeer."
Aardbevingen
9 9 Hoe lang het bewegen van de continen-
ten nog doorgaat, hangt af van de evolutie
die de hele planeet doormaakt", zegt seismo-
loge Hanneke Paulssen van de Universiteit
Utrecht. „De energie komt uit het inwendige
van de aarde. Het is energie die vrijkomt
door radioactief verval. Als de energie op-
raakt over zo'n drie miljard jaar, stopt het be
wegen wel."
Het is de vraag of dat nu zoveel beter is, maar
wie dan leeft, wie dan zorgt. Kunnen we eind
volgende eeuw nu eindelijk eens voorspellen
waar en wanneer aardbevingen gaan plaats-
vinden?
„Niet altijd, zeker niet elke aardbeving. Mis-
schien wel de San Andreasbreuk in Califor-
nie. Dat is een van de eenvoudigste breuken
die er zijn: de platen schuiven er längs en
niet onder elkaar. Hij zit dicht aan de opper-
vlakte en hij is goed in kaart gebracht. Daar-
van zou je kunnen voorspellen welke Seg
menten op breken staan. Ook al omdat die
hele omgeving vol Staat met instrumenten
die van alles meten: spanningen in de bo-
dem, hoeveel radongas er naar boven komt,
de grondwaterstand. Maar kijk eens naar al
die verspreide bevingen achter de Himalaya -
daar is geen beginnen aan."
Datzelfde geldt voor de enige actieve breuk
die Nederland rijk is: de Peelrandbreuk, die
Limburg in 1992 door elkaar rammelde.
Paulssen: „Voor een ondiepe aardbeving was
die nog behoorlijk diep: zeventien kilometer.
Hoe wil je zo diep boren om metingen te
doen?"
Sommige seismologen denken dat ze de San
Andreasbreuk kunnen smeren door water in
het breukvlak te brengen. Misschien dat ooit
Gemeentewerken van San Francisco op zijn
tijd een preventief aardbevinkje pleegt, zoals
de Zwitsers dat doen met lawines? Paulssen:
„Dat is geen megalomaan idee, dat zou best
eens kunnen lukken. Maar dat maken wij
niet meer mee."
Als we de natuur haar gang lie-
ten gaan, koersten we af op een
nieuwe ijstijd - over zo'n 100 000
jaar. Het noordpoolijs zou tot diep
in Europa oprukken en ook grote
delen van Azie en Noord-Amerika
bedekken, terwijl de zuidpool
akelig dicht in de buurt van Zuid-
Amerika en Afrika zou komen. Op
het hoogtepunt van deze ijstijd is
de zeespiegel 100 tot 120 meter
gezakt; de Noordzee valt droog en
wandelaars kunnen zonder Pro
blemen de Beringstraat overste-
ken.
Voorlopig echter verwarmt de
mens de aarde en stijgt de zee
spiegel. Deze eeuw is het water 10
tot 25 centimeter hoger komen
staan. Die stijging is vrijwel volle-
dig het gevolg van de uitzetting
van het oceaanwater door de ho-
gere temperaturen. Het smelten
van de ijskappen draagt er nog
niet veel aan bij. En het is nog
maar de vraag of het smelten zal
opwegen tegen de - eveneens bij
het broeikaseffect hörende - ver-
hoogde neerslag. De schattingen
van het Intergovernmental Panel
on Climate Change varieren van
een stijging van 15 tot 95 centime
ter in 2100. We zouden de atmo
sfeer nog flink moeten opstoken
om de ijskappen te laten smelten,
maar als dat zou gebeuren, Steeg
het zeeniveau met zestig meter.
Een meer reele dreiging is volgens
sommige klimatologen dat de
westkap van Antarctica afbreekt:
altijd nog goed voor een stijging
van een meter of zes.
9 oor het bouwen van
een luchthaven in de Noord
zee lijken de omstandigheden
over 100 000 jaar ideaal te
zijn. Maar zover zijn we nog
lang niet", grapt Oerlemans
van het IMAU. „Mondiaal ge-
zien stijgt de zeespiegel ge-
middeld met zo'n 2 mm per
jaar. De verwachting is dat de
ze waarde in de volgende
eeuw geleidelijk op zal lopen
tot zo'n 6 mm per jaar, als ge
volg van een verder afsmelten
van gletsjers en uitzetting van
het zeewater. Hierbij wordt
verondersteld dat de verwach-
te opwarming door het broei
kaseffect in grote lijnen klopt,
en dat zieh geen verrassingen
voordoen. Een veel genoemde
mogelijke verrassing is het on-
stabiel worden van een deel
van de Antarctische ijskap. De
onderkant van een kilometers-
dikke ijslaag bevindt zieh hier
onder het zeeniveau, een in de
ogen van sommigen kritieke
toestand. Toch toont recent
onderzoek aan dat een catas-
trofe, waarbij een groot deel
van het ijs in zee zou verdwij-
nen en de zeespiegel 6 meter
zou doen stijgen, niet zo een-
twee-drie kan plaatsvinden."
„Bij de Groenlandse ijskap -
ook goed voor 6 meter zeeni
veau- gaat de afsmelting niet
erg snel, maar is ze wel onom-
keerbaar. Ook als het klimaat
weer af zou lcoelen tot de hui
dige toestand, zou de ijskap
zieh niet opnieuw vormen. In
zekere zin is de Groenlandse
ijskap een relict van de laatste
ijstijd, die zo'n 15 000 jaar ge-
leden op zijn eind liep."
Zonder atmosfeer zou het op
aarde een kille boel zijn. Dat het
hier gemiddeld een graad of vijf-
tien is, en geen achttien graden
onder nul, danken we aan het
broeikaseffect; gassen in de at
mosfeer absorberen de wärmte
die de aarde uitstraalt en zenden
deze voor een deel weer terug.
De belangrijkste broeikasgassen
zijn waterdamp, kooldioxide en
methaan.
De mens heeft dit broeikaseffect
versterkt door de concentratie
broeikasgassen te verhogen.
Vooral door het verbranden van
fossiele brandstoffen waardoor
er meer kooldioxide in de atmo
sfeer voorkomt, maar ook door
de uitstoot van bijvoorbeeld
cfk's.
In de afgelopen eeuw is de tem-
peratuur op aarde een halve
graad gestegen en is de concen
tratie kooldioxide met 30 pro
cent gestegen. Deze parallelle
ontwikkeling is nog geen bewijs:
de temperatuurstijging valt in
het niet bij
de natuurlijke schommelingen
van het klimaat.
Desondanks zijn de meeste we-
tenschappers ervan overtuigd
dat de mens de aarde deze eeuw
heeft opgewarmd. Een van de
aanwijzingen die ze daarvoor
hebben, is dat het in de buitenla-
gen van de atmosfeer - boven de
deken van de broeikasgassen -
juist kouder is geworden.
Voorspellen wat er bij een verde-
re versterking van het broeikas
effect gaat gebeuren, blijft een
hachelijke zaak. Het is bijvoor
beeld nog vrij onduidelijk hoe
veel kooldioxide de oceanen
kunnen opnemen of wat de in-
vloed van (meer) wölken is op de
aardse temperaturen.
In 1992 Spraken de landen van
de wereld in Rio de Janeiro af dat
ze de uitstoot van broeikasgas
sen zouden terugdringen. On-
danks alle beloftes is daar nog
niets van terechtgekomen. De
serves worden bekeken, en zeker
niet worden gebruikt voor de
taxatie van de eventuele lokale ge
volgen. Het algemene beeld, dat
landmassa's sterker opwarmen
dan de oceanen, wordt wel door
vrijwel alle modellen gesimu-
leerd. Het is vooral een gevolg van
de grotere warmtecapaciteit van
de oceaan."
uitstoot ligt in 2010 vermoede-
lijk zo'n 35 procent hoger dan in
1996. Volgens het IPCC (Interg
overnmental Panel on Climate
Change) moet de uitstoot 60 pro
cent dalen om de concentraties
van 1992 te stabiliseren.
Deze kaart toont de voorspelling
van de Nasa uit 1995 waarbij ze
ervan zijn uitgegaan dat de con
centraties kooldioxide in 2100
zullen zijn verdubbeld.
9 9 Het valt niet te ontkennen
dat we van een aantal fundamen-
tele processen in het klimaatsys-
teem het fijne nog niet weten.
Maar veel zaken weten we wel",
zegt professor J. Oerlemans van
het Instituut voor Marien en At-
mosferisch Onderzoek in Utrecht.
„De soms gehoorde Stelling, dat
voorspellingen van het klimaat
van de 21ste eeuw puur giswerk
zijn, is ongefundeerd. Weinig me-
teorologen twijfelen er aan dat,
als de C02-uitstoot doorgaat, de
aarde op zal warmen. Dit kan met
relatief eenvoudige klimaatmodel-
len worden aangetoond."
„Voor regionale verschillen wordt
het een ander verhaal. De verde-
ling van de temperatuurverande-
ring over de aarde wordt in hoge
mate bepaald door de circulatie in
oceaan en atmosfeer. Sommige
modellen behandelen de invloed
van wölken nauwkeurig, andere
de oceaancirculatie, of de invloed
van gebergten op de atmosferi-
sche stroming. Bij de keuze van
wat er in een model kan, gaat het
altijd om een compromis: zelfs op
de allergrootste Computers is de
rekentijd beperkt."
„Het meest opvallende van deze
broeikaskaart is de blauwe vlek in
de Noord-Atlantische Oceaan. Het
noordwesten van Europa zou niet
opwarmen, maar afkoelen! Dit
komt doordat het model dat deze
kaart heeft geprodueeerd, onze
warme golfstroom doet afzwak-
ken. Er zijn meer modellen die dit
doen, maar niet allemaal. Kortom,
de kaart moet met de nodige re-
rc-2°c
De aarde beeft niet, ze kruipt.
Doelbewust kruipt elke conti
nentale plaat in de enige rich-
ting die hem gelaten wordt door
de totale puzzel van platen.
Ze moeten wel allemaal krui-
pen, doordat er magma opwelt
uit de aarde, längs de spreidings-
ruggen. Voortdurend ontstaat zo
nieuw aardoppervlak. De Atlan
tische Oceaan groeit als kool,
Amerika komt almaar verder
weg te liggen. En omdat de aard-
bol nu eenmaal een constante
oppervlakte heeft, moet er ook
aardoppervlak weg. Dat ver-
dwijnt weer naar binnen toe om
te smelten: in de subduetiezo-
nes, waar de oceaan dan ook op
zijn diepst is. De Stille Oceaan
krimpt ervan.
De körnende eeuw zal geen van
de continentale platen plotse-
ling van koers veranderen, daar
voor is hun dans veel te statig.
En dus zullen de bewoners van
het schraapsel dat op de platen
rust - de continenten - evenveel
aardbevingen meemaken als de
afgelopen eeuw. En evenveel
vulkaanuitbarstingen.
De bewegingen die voor die ram-
pen zorgen, zijn ooit indirect
vastgesteld. De wereldkaart ziet
er om te beginnen al uit als een
siecht passende puzzel. Fossie-
len verraden de klimaatzone
waarin een lap grond vroeger
lag, verteilen ook welke conti
nenten vroeger aan elkaar vast-
zaten en grofweg wanneer. Ge
steenten bewaren in hun ato-
men de plaatselijke richting van
het magnetische veld van de aar
de op de piek waar ze voor het
eerst stolden. Daaruit kun je de
breedtegraad van die piek aflei-
den.
De beweging is inmiddels ook
direct te zien. Dat kan met laser-
metingen of GPS-satellieten,
maar ook door radiotelescopen
op verschillende continenten,
willoos längs elkaar heen drij-
vend, strak naar dezelfde ster te
laten kijken.
De körnende miljoenen jaren zal
India dus nog inniger tegen Azie
opkruipen en de Himalaya ho
ger maken. Australie komt ook
al die kant op, Afrika klapt om,
tegen Europa aan, behalve het
stuk ten oosten van de Grote
Slenk, dat aan het afscheuren is
en zelfstandig India achterna
gaat. Mogelijk komen de conti
nenten over tweehonderd mil
joen jaar weer bij elkaar in een
groot continent: de wederge-
boorte van het Pangaea van 250
miljoen jaar geleden.
Zeespiegelstijging door broeikaseffect
BANGLADE!
Orlando
Ft. Lauderdale
ozongat
Antarcti
ozongat
Antarctica,
ozongat
Antarctica.
Antarctica
ZUID-AMEWKA
]Anchorage|
ISan Francisco!
f j ATLANTISC
Mexico Stad| O C E A A N
KREEFTSKEERKRING
EVENAAR
SEEENBOßffiER«*
|Santiago|
|Wellington|
dwarsbreuk
spreidingsrug
spreidingsrug
Amerika
Australie
Antarctii
Australie
Antarctic,
Nieuw-Zeeland
Antarctica
Australie
Noord-
Amerika
Noord-
pool
Zeespiegelniveau in de volgende ijstijd
Noord-
Amerika
Afrika
Zuid-
Amerika
Australie
Ozonverdeling
2030
Zuid-
Amerika
2050
Zuid-
Amerika
Gemiddelde ozongehaltes
in 1997
Dobson units (DU)
iraB onder 240 DU
laagste ozongehalte
240-280
280-320
320-360
360-400
boven 400 DU
hoogste ozongehalte
Ozoneters
Het afbraakvermogen wordt bepaald door de reactiviteit van de ozoneter
en zijn verblijfsduur in de stratosfeer. Methylbromide bijvoorbeeld
reageert veel heftiger dan de cfk's maar verblijft hooguit twee jaar in
de stratosfeer tegen de cfk's vele tientallen jaren.
halon 1301
halon 2402
halon 1211
chlorofluorocarbon-11
chlorofluorocarbon-12
chlorofluorocarbon-114
chlorofluorocarbon -113
methylbromide
Hchlorofluorocarbon-22
23456789 10
vermögen tot ozonafbraak
C02-uitstoot
Het ozongat
Zeespiegelstijging door broeikaseffect
Drift van de continenten
Huidige situat/e
INDIA
zee
toename zeeijs
toename landijs
nieuw land
land
NOORD-AMERIKA
FLORIDA. USA
Landen met de hoogste industriele CO2 -uitstoot in 1995
Verenigde Staten
Rusland
Duitsland
Groot-Brittannie
Oekraine
Canada
400 600 800 1000
1200 1400
miljoen ton
EUROPA
Over 200 miljoen jaar
Europa
Austrat#
Afrika JK J
«f AntarcpsIV
GROTE
OCEAAN
AUSTRALIE
OCEAAN
suenbokskeewwng
2°C - 3°C
3°C - 4°C
meer dan 4°C afname
1992
Zuid-
Amerika
diepzeetrog
,S0^ bewegingsrichting van de platen
aardbeving
Santiago] Steden die gevoelig zijn voor aardbevingen
aardbe^
diepzeetrog
KREEFTSICEERkii/NG
EVENAAR
GROTE
Verwachte temperatuurverandering
vergeleken met 1996 indien de
concentratie kooldioxide is
verdubbeld in 2100
meer dan 6°C toename
5°C - 6°C INDISCHE
^^1 4°C - 5°C OCEAAN
fH 3°C - 4°C
RH
2°C - 3°C
weinig of geen verandering
0°C- 1°C
1°C-2°C
2010
Zuid-
Amerika
Amerika
N
AFRIKA