KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT cussen kaart en werkelijkheid wakker ligt, is besloten ieder kaartblad eens in de vijf jaar te verkennen om zo weer de puntjes op de i te krijgen. Daarnaast zullen ook andere keuzes moeten worden gemaakt. Niet alle wijzi- gingen van alle soorten topografie in alle soorten terrein zullen even snel verwerkt hoeven worden. Maar als je onderscheid maakt, zul je daarover moeten commu- niceren met de afnemers. Een actuali- teitsdatum per kaartblad is daarbij dan waarschijnlijk niet genoeg. De discussie over de vraag welke actualiteitsinforma- tie voor de gebruiker nu echt belangrijk is en hoe een aan te geven datum moet worden gedefinieerd is in Amsterdam nog niet gevoerd. Waarom een DTB? Om alles zo goed mogelijk in kaart te brengen moet men zieh niet alleen op het uitvoerende werk en haar problemen con- centreren, maar op de achterliggende doelstellingen. Waarom een grootschalige kaart speeifiek voor Amsterdam; waarom niet ook daar gewoon een gbkn? Kosten- besparing is daarbij van belang. Het over- grote deel van gemeentelijke taken heeft een vastgoedaspect met een geografische component. Worden daarvoor naast en door elkaar verschillende soorten kaarten gebruikt, met verschillen in coördinaat- en grondslagsystemen, legenda's, schaal en inhoud, nauwkeurigheid en actualiteit dan kan dat leiden tot communicatiepro- blemen. Gevolg is bijvoorbeeld een weg met een rare bocht erin, omdat de brug waar ze overheen moet meters verschoven is ten opzichte van de plannen. Een kaart ook om te voorkomen dat meerdere (gemeentelijke) instanties ieder voor zieh die ene nieuwe trottoirband opmeten en in hun kaart verwerken, dubbel werk dus. Zoveel hoofden, zoveel zinnen Het dtb kent veel gebruikers. Dit zijn onder andere de gemeente-onderdelen en energie-, water- en telecombedrijven. Deze stellen allemaal hun eigen eisen aan het dtb op het gebied van actualiteit, nauwkeurigheid, inhoud enzovoort. Bij- zonder aan Amsterdam is hierbij dat de gemeente is opgedeeld in 13 stadsdelen die relatief autonoom zijn. Ze hebben dan ook allemaal hun eigen visie op de kwaliteitseisen van het dtb. Boven de stadsdelen Staat een centrale organisatie voor stadsdeelovertreffende projecten als hoofdinfrastruetuur, de haven, de bin- 2000-XXVI-2 nenstad en dergelijke. Hierin vindt men funeties terug die ook per stadsdeel voorkomen. Hun andere karakter brengt echter met zieh mee dat zij toch weer andere eisen stellen aan het dtb. Het is nog zoeken naar een evenwicht: aan de ene kant de vele gebruikers, die op grond van de aan hen gedelegeerde taken en verantwoordelijkheden verschillende eisen stellen aan het dtb en daarnaast de taak van gea om datzelfde dtb als een basis- kaart voor de hele gemeente te produceren. Dit evenwicht wordt bovendien nog beinvloedt door een meer algemene pro- blematiek. Over de vraag welke taken centraal en welke decen- traal moeten worden uitgevoerd is binnen het gemeentebe- stuur namelijk het laatste woord nog niet gezegd. In een stad met een dergelijke struetuur is afstemming op het gebied van vergaren, opslaan en uitwisseling van informatie een must. Daarvoor is een organisatie in het leven geroepen: Bureau Informatiemanagement Amsterdam (bia). bia heeft in het kader van bovenstaande voor gea de belangrijke rol om de verschillende gemeentelijke gebruikers te vertegenwoordigen bij het vaststellen van de productspecificaties van het dtb. De groep niet-gemeentelijke gebruikers bestaat vooral uit ener gie-, water- en telecombedrijven. Zij zijn vertegenwoordigd in de Werkgroep Automatisering Kabel- en Leidinginformatie Amsterdam (wakla), een soort gebruikersoverleg, waarin on der andere afstemming plaatsvindt met bia en gea over de produetdefinitie van het dtb. De relatie gea - bia kent nog twee andere kanten, bia heeft namelijk ook de rol van distributeur: het heeft als taak het ver- zamelen en distribueren van kaartmateriaal en dan niet alleen het dtb, maar ook kadastrale kaarten, kaarten met informatie over milieuvervuiling, kleinschalige kaarten (die ook door gea worden gemaakt), kabel- en leidingkaarten van energie-, wa ter- en telecombedrijven, kaarten betreffende herinrichting van de openbare ruimte en dergelijke. AI die kaarten worden haar aangeleverd door de producenten. Instanties die een of meer soorten kaarten willen afnemen kunnen een abonnement nemen of een eenmalige levering vragen. Voor zowel abonne- menten als incidentele leveringen moet worden betaald. Haar derde rol is die van gedelegeerd opdrachtgever. Het bia beoordeelt de door gea opgevoerde projecten voor de jaarplan- nen en de bijbehorende budgetten. Het onderscheiden van deze rollen van bia is erg belangrijk gebleken. Figuur 2 - De realisatie van het gevelpuntensysteem in de jaren tachtig vergde een forse investering. Belangrijkepunten werden, met hun punt- nummer, ook fotografisch vastgelegd. Deze fioto's blijken in de praktijk niet nodig, maar de gevelcoördinaten worden dagelijks gebruikt. 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2000 | | pagina 21