KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2QOO-XXVI-2 Vanuit de gbku wordt regelmatig een selectie, de gbkn, gemaakt en aan het provinciale loket, bij het Kadaster, gele- verd. Uiteraard heeft deze gbkn wel de hoge nauwkeurigheid. Toepassingen Het gebruik van de gbku is te verdelen in analoog gebruik en digitaal gebruik; dit laatste weer in actief en passief ge bruik. Actief gebruik is gebruik ten be- hoeve van ontwerp en beheer; dit ge- beurt veelal met CAD- en Gis-program- matuur. Het passieve gebruik is het in- zien/raadplegen van informatie; deze wijze van gebruik is nu via Internet sterk in opkomst. In de afgelopen 15 jaar is het analoge ge bruik sterk verminderd; uiteraard blijft de analoge kaart een rol speien bij de presentatie, maar met de opkomst van Internet en Intranet zal deze rol de kö rnende jaren verder verminderen. Een andere verdeling is op basis van de toepassing en wel voor ontwerp, voor beheer en voor informatieverstrekking. Bij de toepassing van de gbku speelt vrijwel altijd de combinatie met andere geografische informatie een belangrijke rol. Zo wordt de topografie veel gecom- bineerd met de kadastrale kaart. Deze kaart is tijdens de conversie afgestemd op de topografie. Andere bestanden die een rol speien zijn: het kleinschalig be stand van Utrecht (schaalniveau 1:5000 tot 1:10.000), het lijnsegmentenbestand, de specifieke gebruikersbestanden als groenbeheer, kabels en leidingen en de administratieve vastgoedgegevens over percelen en gebouwen. Ontwerp-toepassingen Dit zijn toepassingen op basis van cad- systemen. Binnen de gemeente wordt hiervoor veelal Microstation gebruikt. Voorbeelden van ontwerp-toepassingen zijn: Stedenbouw: dit betreft vrijwel altijd een combinatie van de gbku en de ka dastrale kaart. Toepassingen zijn het maken van bestemmingsplannen (fi- guur 2), van stedenbouwkundige plan nen (veelal samen met particuliere ste- denbouwers en architecten), van ma- tenplannen enz. Wegen en verkeer: het ontwerpen en aanpassen van wegen, kruispunten enz. Inrichting van de openbare ruimte: het maken van inrichtingsplannen met openbaar groen, straatmeubilair enz. RENVOOI DIGITALE EIGENDOMSRA ARTEN: PARTICULIER DIENST STADSBEHEER D.MO, «Ii. SPORT) ERFPACHT OPSTALRECHT 0NTWIKKEL1NGSBEDRIJF D.M.O. .IJ. ONDERWUS OVERIGE DIENSTEN Figuur 3 - meentelijke eigendommenkaart. Riolering en andere leidingen: het ontwerpen van nieuwe of het aanpassen van bestaande riolering, stadsverwarming en andere kabels en leidingen. Hiervoor is uiteraard de gbku nodig en voorts informatie over het wegdek en de overige kabels en leidingen die in de nabijheid liggen of komen. Voor deze toepassingen is in het stedelijk gebied een hoge nauwkeurigheid vereist. Soms is de gbku voor het ontwerp onvoldoende en wordt voordat de ontwerper Start een raamwerkmatenplan gemaakt. Hierin worden de topografie en de kadastrale grenzen die maatgevend zijn voor het ontwerp geactualiseerd en nauwkeu- rig vastgelegd. Ontbrekende topografie of onnauwkeurige to pografie wordt bijgemeten (bijv. achterbebouwing die 'voorzij- de' wordt), eventuele historische gegevens worden toegevoegd (zoals een mogelijk nog aanwezige oude fundering) en tenslot- te wordt het bestand aangevuld met hoogtegegevens. Beheer-toepassingen De toepassingen voor het beheer zijn veelal een combinatie van een administratief bestand met gegevens over de beheerob- jecten en een geometrisch bestand met de topografie en de grenzen van de beheerobjecten. In samenwerking met de be- heerders zijn afspraken gemaakt over het vastleggen van de grenzen van de objecten op basis van de gbku. Op deze wijze wordt getracht te komen tot een efficient werkproces. De be- heerder is uiteraard verantwoordelijk voor de beheergrenzen van zijn objecten. In principe kan een landmeter buiten zelden 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2000 | | pagina 31