Toepasbaarheid GBKN als bron voor het TOP I Ovector-bestand GBKN Stand van het onderzoek 35 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2000-XXVI-2 P. von Asperen H. Uitermark „Jti productie van geografische informatie, kaartherziening, onderzoek production of geographical information, map revision, research production de l'information geographique, revision cartographique, recherche TREFWOORDEN KEYWORDS MOTS-CLES De auteurs hebben de afgelopen jaren actief samengewerkt om de mogelijkhe- den van de gbkn voor TOPiovector te onderzoeken. In diverse media wordt regelmatig ge- opperd om TOPiovector bij te houden met GBKN-gegevens [Besemer, 1999; Morrema, 1999; RA vi, 1998; van Raamsdonk, 1998]. De Topografische Dienst Nederland (tdn), het Landelijk Samenwerkingsverband lsv-gbkn en het Kadaster hebben diverse onderzoe ken uitgevoerd om de afstemming tus- sen de gbkn en TOPiovector te bevor deren. Het uiteindelijke doel van een dergelijke afstemming is het efficient bijhouden en gebruiken van topografi sche gegevens voor het Nederlands grondgebied. Inleiding De toenemende vraag naar afstemming tussen gbkn en TOPiovector wordt ver- oorzaakt door de behoefte aan een effi- ciente bijhouding van topografische ge gevens en aan een efficient gebruik er- van. Gebruikers van zowel de gbkn als TOPiovector hebben baat bij de integra- tie van beide producten. De vraag naar afstemming is nu pas actueel, omdat bei de bestanden landsdekkend digitaal be- schikbaar zijn. De huidige iT-gereed- schappen moeten ons mede in Staat stel len deze afstemming te verwezenlijken. Dit artikel beschrijff het onderzoek dat is uitgevoerd om met name de actualiteit van TOPiovector te verhogen. Om te be ginnen zullen beide producten globaal met elkaar worden vergeleken. Paul van Asperen is staf- medewerlrer bij de afde- ling Topografie van de Topografische Dienst Nederland, Postbus 115, 7800 AC Emmen, [t] 0591 696330, [e] pasperen world- online.nl. Harry Uitermark is senior- adviseur Geodetisch Adviesbureau Kadaster, Postbus 9046, 7300 GH Apeldoorn, [t] 055 5285506, [e] harry.uitermark@ kadaster.nl. Vergelijking GBKN - TOPIOvector De gbkn is een landsdekkend topografisch bestand op schaal- niveau 1:1.000. TOPiovector is een landsdekkend topografisch bestand op schaalniveau 1:10.000. TOPiovector wordt gepro- duceerd, beheerd en gedistribueerd door de Topografische Dienst Nederland. De productie, het beheer en de distributie van de gbkn is versnipperd (zie het artikel van Murre eiders in dit nummer). De gbkn is een lijngericht bestand: het bevat gecodeerde lij- nen, waaruit niet automatisch vlakken gegenereerd kunnen worden. TOPiovector is een vlakgericht bestand: topologische buurrelaties zijn vastgelegd en de vlakken zijn gecodeerd. In het algemeen kan worden gezegd dat de gbkn meer geome trisch detail weergeeff en dat TOPiovector meer beschrijvende informatie geeft, vooral ten aanzien van de terreinclassificade (figuur 1). Bovendien geeft TOPiovector meer kartografische Symbolen weer dan de gbkn. Alhoewel beide producten dezelfde topografische werkelijk- heid afbeelden, bestaan er voor bepaalde objectklassen ver- schillende definities. Bij waterobjecten bijvoorbeeld hanteert de gbkn veelal 'bovenkant insteek' als objectgrens; TOPiovec tor hanteert de overgang land-water als objectgrens. Waterob jecten worden daardoor smaller afgebeeld in TOPiovector dan in de gbkn (figuur 2). Voor andere objectklassen hebben de definitie-verschillen betrekking op criteria als minimum-ma- ten. Definities kunnen 00k context-afhankelijk zijn: bijvoor beeld uitzonderingen voor het landelijk gebied of afhankelijk van de zichtbaarheid vanaf de weg. TOPiovector wordt bijgehouden op basis van luchtfoto's (schaal 1:18.000). Er geldt een vierjarencyclus: jaarlijks wordt een kwart van Nederland gefotografeerd, waarmee TOPiovector geactualiseerd wordt. De gbkn wordt bijgehouden door gebruik te maken van terres trische landmeetkundige technieken. In een aantal gevallen ma ken regionale samenwerkingsverbanden gebruik van luchtfoto- grafie voor het opsporen van terreinwijzigingen. De frequentie van bijhouding wordt door de regionale samenwerkingsverban den bepaald. Binnen een regio kan voor de frequentie van bij-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2000 | | pagina 37