KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2QOO-XXVI-2
T oekomstperspectief
Gezien vanuit de uitvoering van het beleidsplan ligt het toe-
komstperspectief tot 2002 in feite vast.
Het is echter zaak om 00k externe ontwikkelingen in het 00g
te houden die de körnende jaren van belang kunnen worden
voor de gbkn en die hun invloed kunnen hebben op het toe-
komstperspectief.
Met name op beleidsniveau zijn er ontwikkelingen gaande die
mogelijk van grote invloed kunnen zijn:
Programmaplan Stroomlijning Basisgegevens Weeder et al.,
1998]
Zo is in 1998 is op verzoek van de toenmalige plv. directeur ibi
bij het Ministerie van bzk het programmaplan 1999 - 2002
Stroomlijning Basisgegevens opgesteld. De Nederlandse over-
heid is een informatieverwerkende organisatie bij uitstek. Bin
nen de publieke sector worden grote hoeveelheden gegevens
opgevraagd, geregistreerd, beschikbaar gesteld en uitgewisseld.
Deze gegevens vormen daarmee een belangrijke grondstof voor
een aantal essentiele processen van de overheid. De opkomst
van informatie en communicatietechnologie (ict) heeft de ge-
automatiseerde opslag en uitwisseling van gegevens mogelijk
gemaakt, waarmee een grootschalig gebruik van deze grondstof
door vele en diverse organisaties gefaciliteerd wordt. De afge-
lopen jaren is echter gebleken dat de wijze waarop deze gege
vens worden opgeslagen en uitgewisseld verre van optimaal is.
Het programma is onderdeel van een groter geheel van inspan-
ningen van de Nederlandse overheid op het gebied van (ict).
Het programma sluit aan bij de ideeen die in het tweede Na
tionaal Actieplan Elektronische Snelweg (nap-2) zijn geformu-
leerd ten aanzien van 'Electronic Government': de inzet van
ICT ter verbetering van het functioneren van de overheid.
In het programma worden de gegevensgroepen, persoonsgege-
vens, bedrijvengegevens, vastgoedgegevens en inkomensgege-
vens onderscheiden. Via een vijftal programmalijnen worden
in elk van deze gegevensgroepen activiteiten uitgevoerd.
Een van deze programmalijnen betreff Authentieke Registraties.
Een belangrijk probleem in de informatiehuishouding van de
Nederlandse overheid vormt het feit dat hetzelfde gegeven op
meerdere plaatsen tegelijk wordt bevraagd, ingewonnen en ge
registreerd, zonder dat afstemming en uitwisseling plaatsvinden.
Om aan dit probleem tegemoet te komen is het van belang dat
duidelijkheid ontstaat omtrent de vraag welke registratiehouder
verantwoordelijk is voor welk gegeven. In het programma
wordt daarom toegewerkt naar een stelsel van 'Authentieke Re
gistraties', een concept dat vergelijkbaar is met het concept Au
thentieke Bronnen en het concept van Basisregistraties dat in
het BesLuit Informatievoorziening Rijksdienst is voorgesteld.
Centraal Staat dat voor elk belangrijk basisgegeven een Au
thentieke Registratie ontstaat: een registratie die de enige offi-
ciele bron voor dat gegeven is en die dan 00k verantwoordelijk
is voor een optimale registratie en uitwisseling van dit gegeven.
Binnen de gegevensgroep Vastgoedgegevens zijn een tweetal
projecten benoemd waarin onderzocht gaat worden of deze re
gistraties tot een Authentiek Registratie kunnen leiden. Het
betreft het Geografiscb Kernbestand (afgeleid van TOPiovector
van de tdn) en het Gebouwenregister. Beide projecten zijn in-
middels onder auspicien van de Ravi en in samenwerking met
de vng van start gegaan.
Op zieh zou de gbkn eveneens als een Authentieke Registratie
beschouwd kunnen worden van in feite de basistopografie en
zou deze op zijn minst als geometrische bron kunnen dienen
voor zowel het Geografisch Kernbestand als het Gebouwenre
gister. Het gebrek aan uniformiteit en het nog niet gerealiseerd
zijn van een centraal loket is een van de drempels die veroorza-
ken dat het platform dat het programma begeleidt hier nog
niet veel voor voelt. Ook speelt een belangrijke rol dat de ei-
gendomsrechten van de gbkn in handen zijn van veel partijen,
zowel private als publiekrechtelijke partijen en dat de gbkn
daarmee geen overheidsinformatie vormt in strikte zin. Hier-
door is het aanwijzen van een bronhouder erg lastig.
Beieidskader Geo-informatie
Een andere belangrijke externe beleidsontwikkeling betreff het
vervangen van de Structuurschets Vastgoedinformatie uit 1992
[Ravi, 1992] door een nieuw beleidskader, het Beieidskader Geo-
informatie. De staatssecretaris van vrom, die coördinerend be-
windspersoon is voor de geo-informatie, heeft onlangs een con
cept van dit beleidskader voor advies aan de Ravi voorgelegd.
Een van de aandachtspunten in het beleidskader vormt de ont-
wikkeling en instandhouding van een adequate geo-informade-
infrastruetuur. Deze term verwijst naar een stabiele, permanent
aanwezige voorziening met een gegarandeerde kwaliteit ten be-
hoeve van breed gebruik, die bestaat uit twee delen:
Wettelijk verankerde referentiebestanden. Deze vormen de
kern van de geo-informatie-infrastruetuur. Voorgesteld
wordt onder meer om de gbkn als kartografische referentie
te positioneren, naast de topografische bestanden van tdn.
Themabestanden van groot infrastruetureel belang. Dit zijn
bestanden met een brede maatschappelijke gebruikswaarde
die een rol kunnen speien in een groot aantal toepassingen.
Deze dienen zodanig opgebouwd te zijn dat ze gerelateerd
kunnen worden aan referentiebestanden. Gedacht moet wor
den aan thema's zoals grondsoort, geologie, grondgebruik,
rechtstoestand van onroerende zaken, pianologische bestem-
ming, demografie, natuurbeheer, infrastruetuur, milieu, cri-
minaliteit, gezondheid enz.
Het beleidskader kan dus leiden tot opnieuw wettelijke veran-
kering van de gbkn zoals 25 jaar geleden! Het beleidskader rieht
zieh ook op het scheppen van voorwaarden waaronder een bre-
der gebruik tot stand kan komen en daarmee het opheffen van
barrieres die dit verhinderen. De toegankelijkheid van over
heidsinformatie dient vergroot te worden. Toegankelijk wil
zeggen dat de aanwezige juridische en financiele barrieres niet
zo hoog zijn dat zij de toegang tot en het gebruik van deze be
standen belemmeren. Het betekent dus dat er eisen worden ge
steld aan de prijsstelling, de juridische bescherming van data en
de fysieke ontsluiting van bestanden, dat wil zeggen de techni
sche leverbaarheid en vindbaarheid voor overheden, bedrijven
en burgers. Een en ander past dus in de ontwikkeling van een
centraal loket voor de gbkn en landelijk te hanteren tarieven.
Toekomstperspectief voor 2000
In het kortgeleden uitgebrachte Jaarverslag 1999 Staat de taak-
stelling voor 2000 vermeld.
Voor de projectgroepen komt dit neer op:
Uniformering
Uitvoeren conversie van lijngerichte bestanden naar vlakge-
richte inhoud (niveau: uiterlijk 2002) in een viertal proefge-
bieden, met als doel inzicht te krijgen in de kosten, ervaring
op te doen met de definities van de uniformeringsniveaus en
hierover rapporteren en advies uitbrengen.
Het uitvoeren van een meerwaardenonderzoek met betrek-
king tot de diverse uniformeringsniveaus van de gbkn.
Inzicht verkrijgen in de mate van uniformiteit van de huidi-
46