KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2QOO-XXVI-2
dailles kwamen ze al eerder voor, maar
deze worden hier buiten beschouwing
gelaten omdat ze van een geheel andere
natuur zijn dat de betaalmunten.
De tekst begint met een historische en
thematische inleiding over landkaarten-
munten. In de i8e en 19c eeuw blijkt een
enkele keer een globe als motief op
munten gebruikt te zijn. Als eerste mun-
ten met een 'echte' kaart, nl. een klein
wereldkaartje in twee halfronden, noemt
Freitag de 8-realenmunt die van 1732 tot
1772 in Mexico geslagen zijn. Na deze
inleiding vervolgt de auteur met een the
matisch overzicht van de munten met
kaarten. Het merendeel van de landkaar-
tenmunten zijn herdenkingsmunten, die
gewoonlijk nauwelijks in het betalings-
verkeer gebruikt worden. In totaal on-
derscheidt Freitag acht redenen voor de
uitgifte van een munt met een kartogra-
fisch motief: de onafhankelijkheid, inter
nationale en regionale organisaties, na
tionale integratie (landkaarten op pas-
munten), internationale programma's,
internationale sportwedstrijden, geschie-
denis van de techniek, politieke geschie-
denis en de ontdekkingsgeschiedenis
(het grootste aantal van alle munten).
Elk van deze onderwerpen wordt met
een aantal voorbeelden (met afbeelding)
besproken. Als laatste groep (zoals altijd)
onderscheidt Freitag 'Merkwürdige
Landkartenmünzen' met munten die ei
ders niet onder te brengen zijn.
Aan het eind is een vrijwel volledige ca-
talogus opgenomen van zo'n 500 mun
ten met landkaarten. Tot 1965 zijn er
minder dan 20 verschillende landkaar-
tenmunten; van 1965 tot 1988 werden er
jaarlijks zo'n 17 landkaartenmotieven op
munten uitgegeven en van 1989 tot 1995
maar liefts 200 verschillende. Alleen al
in 1994 waren er bijna 40 uitgiften, het
jaargemiddelde was circa 20. Vanaf 1997
is het jaargemiddelde weer circa 8.
De meeste landkaartenmunten zijn door
Portugal uitgegeven (meer dan 20),
daarna volgen het eiland Man, Australie,
de Cook-eilanden, de Verenigde Staten,
Jamaica en Italie, elk met 10 of meer
landkaartenmunten. Er zijn meer dan
120 landen met landkaartenmunten.
De eenvoudig ogende publicatie (offset
op A4-formaat) is met de beperkte mid-
delen goed verzorgd. De afgebeelde
munten zijn zonder meer duidelijk. Wel
is jammer dat de tekst zonder tussen-
koppen gezet is. Er Staat wel een in-
houdsopgave met naar het schijnt
hoofdstuktitels, maar deze zijn niet in de
tekst terug te vinden. Het is daarom wat
moeilijk snel iets op te zoeken.
P. C. J. van der Kroge
Spokanie: Berref
Rolandt Tweehuysen, met bijdragen
van Joost den Haan
Serie Dominicusgidsen
Gottmer/Becht, Bloemendaal, 2000
224 pp., 13,5 x 22 cm
ISBN 90 257 3189 9. Prijs 34,90
Zie 00k Internetsite www.spocania.com
In de welbekende serie Dominicus-reis-
gidsen is nu eindelijk de gids over Spo
kanie versehenen. Een gids die echter al-
leen over het westelijke eiland Berref
gaat en niet de overige eilanden behan
delt. In het bijzonder het ontbreken van
informatie over Liftka met zijn bruisen-
de hoofdstad Amahagge is een gemis.
Dominicus komt in het algemeen met öf
een complete gids van een land (Dene-
marken of Mexico b.v.) öf een aantal
deelgidsen waarin grotere regio's worden
behandeld (Frankrijk, Griekenland
enz.). Is deze politiek verlaten?
Nu valt er op het westelijke Spokanische
eiland Berref ongetwijfeld veel te beleven
en te genieten en daarom is dit deel van
het Atlantische koninkrijk Spokanie al-
leszins een gids waard. De formule van
de Dominicus-gidsen is bekend: na een
algemeen overzicht van het land en een
introduetie van het gebied volgen hoofd-
stukken over de verschillende streken,
terwijl het boek wordt afgesloten met
praktische informatie.
De nieuwe Dominicus-gidsen zijn vrij
goed voorzien van kaartmateriaal waar-
van voorin altijd een lijst wordt gegeven.
De overzichtskaart van Berref (schaal ca.
1:3.250.000) geeft als vlakvormige de
menten het bodemgebruik waarbij op-
valt dat er nog altijd vrij veel (half)na
tuur over is, waaronder de typisch Spok-
aanse moliys (golvend heideterrein met
boomgroepen). Een aanduiding van de
lichtgeel gekleurde vlakken zou in de le-
genda niet hebben misstaan - aangeno-
men kan worden dat dit agrarisch gebied
is. Twee secties met deelkaarten, schaal
ca. 1:700.000, geven respectievelijk het
noorden (ruwweg de districten Tjemp
en Bloi) en zuiden (Plefo, Munt en
Ziyp). Deze kaarten zijn overzichtelijk
en staan in goede verhouding tot de
overzichtskaart maar jammer genoeg
ontbreekt het bodemgebruik (en relief)
terwijl veel toeristen daar zeker mee ge-
diend zouden zijn. Ook is er geen legen-
da, maar - dat moet gezegd worden - de
symboliek spreekt meestal voor zieh.
Zeer interessant is de talenkaart achterin
het boek. Zoals bekend zijn de Spokaan-
se talen net als het Baskisch als een iso-
laat, een gei'soleerde (Atlantische) taal,
op te vatten. Op Berref spreekt men 'ge-
woon' Spokaans en hier kan men ook
goed met Engels terecht. In een deel van
Liftka en op de oostelijke eilanden
wordt nog Pegrevisch gesproken en op
het kleine eiland Garos in het zuidoos-
ten Garosisch. Met de nogal besloten ge-
meenschappen van die streken, waar bo-
vendien de religieuze traditie van de Er-
gynne nog sterk leeft, krijgt men wat
moeilijker contact.
Het boek bevat slechts een stadsplatte-
grond, nl. van het centrum van de
hoofdstad Hirdo (tevens de hoofdstad
van het land), schaal 1:10.000. Hierop
staan de belangrijkste wegen en gebou-
wen aangegeven. (Overigens zijn de
stadskaartjes bij Dominicus nogal 'leeg'
wat mij minder aanspreekt.) Praktische
informatie over de belangrijke beziens-
waardigheden vindt men vooral achterin
het boek. Het beeldmateriaal van Hirdo
is matig en blijft zo'n beetje steken in
een artist's impression van de omgeving
van het Tirrafener-plein en een foto van
een regenachtige winkelstraat die luistert
naar de naam 'De dorstige monniken'
(de Spokanische naam is onuitspreek-
baar). Van de stadsbibliotheek (Syrt-bi-
bliotekke) wordt terecht de kostbare ver-
zameling manuscripten en incunabelen
genoemd. Vermelding van de prachtige
kaartencollectie zou niet hebben mis
staan. De aanwas en afslag van de
Moens-ilesets (Stormeilanden) längs de
noordkust van het district Tjemp is hier
o.a. te bewonderen op de i8e eeuwse
kaartserie van dr. Josef Steptola. Voor
kartografen een must!
Deze reisgids voor het Spokaanse eiland
Berref is goed verzorgd en de teksten in
groen kader geven interessante achter-
grondinformatie. Een enkel schoon-
heidsfoutje, zoals de aanduiding 90% in
plaats van 90° voor een hoek op de na
tionale vlag (p. 12) en een verkeerde
volgorde voor de Moens-ilesets op pagi-
na 79 (van oost naar west in plaats van
west naar oost) doet hieraan nauwelijks
iets af. Iedereen die iets meer over Spo
kanie wil weten of een reis naar dit At
lantische rijk wil voorbereiden heeft aan
dit boek een goede koop. Vergeet niet
voldoende herco's (1 herco 1 euro) mee
te nemen want Spokanie is niet goed-
koop (meer)!
A.A. de Veer
60