GBKN
4
VAN DE REDACTIE
2QOO-XXVI-2
25 jaar GBKN GBKN compleet
Eigenlijk is het dit jaar een dubbel jubileum voor de Groot-
schalige Basiskaart van Nederland (gbkn). Niet alleen is het in
juli 2000 25 jaar geleden dat het Koninklijk Besluit genomen
is om deze kaartserie te produceren, het is 00k het jaar dat de
kaart gereed komt, dat het hele land door een bestand met een
resolutie overeenkomend met de schaal l:tooo dan wel 1:2000
is bedekt. Eigenlijk is het opvallend dat een economisch zo be-
langrijke delta pas relatief laat op deze manier werd gekarteerd,
maar dat doet aan de prestatie niets af. Ook al vormt het het
sluitstuk van de nationale kartering, het is er tevens het funda-
ment van, en dat zal in de toekomst nog belangrijke conse-
quenties hebben.
We hebben dit GBKN-jubi-
leumnummer met de vol-
gende structuur opgezet: ge-
schiedenis, productie, toe-
passingen, onderzoek en toe-
komstvisie. Eerst wordt de
geschiedenis van de tot-
standkoming beschreven
door Jan Polman, en vervolgens laten we de huidige produ-
centen aan het woord. Als voorbeeld van de productie in een
landelijk gebied geeft Gerard Castricum aan hoe de gbkn in
Noord-Holland tot stand is gekomen, door inzet van een
regionaal projectteam. Als tegenhanger hiervan de gbkn voor
de gemeente Amsterdam: Ineke Hoff, verantwoordelijk voor
productie en bijhouding van het digitaal topografisch bestand
van deze gemeente, beschrijft de hier gekozen procedures.
Minstens zo belangrijk als de productie is het gebruik, en we
hebben drie soorten gebruikers: een nutsbedrijf dat de kaart
gebruikt als basis voor zijn leidingennet (Annelieke Vries-
Baaijens over het gebruik van de gbkn bij kpn), een grote ge
meente die de kaart gebruikt als uitgangspunt voor de stedelij-
ke analyse en beheerstaken (Jan de Kruif over de vele toepas-
singen in de gemeente Utrecht) en het Kadaster dat het be
stand gebruikt om de herziening van de kadastrale kaart te ver-
snellen (Klaas van der Hoek, over het kadastrale kaartvernieu-
wingsproces aan de hand van de gbkn).
Een goed bijgehouden gbkn zou als uitgangspunt kunnen die
nen voor het TOPiovectorbestand, althans in theorie. Paul van
Asperen en Harry Uitermark geven een overzicht van de tests
die gedaan zijn om de geschiktheid van de gbkn als uitgangs
punt of gegevensbron voor de TOPiovector na te gaan.
Als afsluiting en toekomstverwachting geeft Leen Murre, di-
recteur-secretaris van het Landelijk Samenwerkingsverband
gbkn in Apeldoorn en toegevoegd KT-redacteur voor deze uit-
gave, een overzicht van de stand van zaken en over de plaats
van de gbkn in het concept Beieidskader Geo-informatie van
her Ministerie van vrom. Dat overzicht geschiedt mede aan de
hand van een aantal kaarten die een inzicht geven in de ver-
schillen in productie-organisatie, productiekosten, uitvoering,
prijs en actualiteit.
We willen met dit speciale nummer ook het belang van de
gbkn benadrukken voor de Nederlandse kartograhe, als gege
vensbron, als bron voor actualisering en als bewijs van de flexi-
biliteit van overheidsinstanties op verschillende niveaus, en al
of niet particuliere nutsbedrijven om gezamenlijk dit product
tot stand te brengen. Het lijkt erop dat we aan het begin van
het nieuwe millennium goed voor de dag komen, mits de bij
houding van deze serie tenminste goed wordt georganiseerd,
en er koppelingen komen naar de verschillende registraties die
de overheid nog in petto heeft, zoals die van gebouwen. Het
zal vooral de link met informatiesystemen zijn die in de toe
komst de betekenis van dit product bepaalt.
Landelijk
Samenwerkingsverband
Rectificatie
In kt 2000-1 is op pagina 35 de Noot bij het artikel van A. liiert
per abuis weggevallen. Hier had moeten staan:
Dit artikel is als lezing gepresenteerd op het Nederlands-
Duitse kartograhecongres in Maastricht, mei 1999. De lezing
is uit het Duits vertaald door Ferjan Ormeling.