7
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2000-XXVI-2
enquete is het eindrapport van de studie-
commissie gbk vefschenen in 1974 [4] in
een speciale uitgave van het Nederlands
Geodetisch Tijdschrift (figuur 1).
In dit rapport werden de volgende con-
clusies getrokken:
De belangstelling voor een grootschali-
ge basiskaart is groot.
De schalen die in aanmerking komen
zijn 1:2000, 1:1000 en 1:500.
Een lijnenkaart in de vorm van een
raamkaart in het stelsel van de Rijks-
driehoeksmeting in het formaat 50 x
100 cm.
Als maat voor de nauwkeurigheid is
een standaardafwijking in de coördina-
ten van goed identificeerbare objecten
van 0,2 mm aanvaardbaar.
De inhoud wordt beperkt tot: begren-
zingen van wegen, kanten van wegver-
hardingen, twee soorten verharding,
waterwegen, sloten, onder- en boven-
kant dijken, bruggen, heggen, alle op-
stallen, aanduidingen van aaneengeslo-
ten hoge begroeiing, straatnamen en
huisnummers.
Weergave van objecten door gelijke
lijndikte.
Afbeelding op maatvaste film.
Jaarlijkse bijhouding van belangrijke
veranderingen.
In het rapport is een voorbeeld opgeno-
men van een gbk zoals die door de com-
missie was gespecificeerd (figuur 2). En-
kele kenmerkende voorstellen voor de in
houd waren: wel huisnummers, geen
hoogtelijnen, wel heggen, geen muurtjes.
Dit laatste bleek in de proefkaart onver-
wachts verkeerd uit te pakken; op de
kaart Staat een klooster afgebeeld met
heel veel muurtjes en enkele onooglijke
heggetjes waardoor een volkomen ver
keerd beeld werd gegeven van de werke-
lijkheid.
De commissie deed de volgende aanbe-
velingen:
Spoedige aanvang van de kaartvervaar-
diging.
Verantwoordelijkheid voor de realisa-
tie bij de minister van Volkshuisves-
ting en Ruimtelijke ordening.
Instelling van een permanent overleg-
orgaan: de Centrale Kaarteringsraad.
Realisering van de uitvoering van de
gbk door een centraal bureau van uit
voering bij het Kadaster.
Instelling van Provinciale Kaarterings-
werkgroepen door de Centrale Kaarte
ringsraad.
Op 20 juni 1975 keurde de Ministerraad
het ontwerp voor het Koninklijk Besluit
Figuur 2 - Fragment
GBK bij rapport van
de studiecommissie
GBK.
goed waarin het Kadaster de taak krijgt om de vervaardiging,
bijhouding en uitgifte van de Grootschalige Basiskaart van
Nederland (gbkn) ter hand te nemen en waarin de instelling
van een Centrale Kaarteringsraad (ckr) wordt geregeld. Op 9
juli 1975 werd het Koninklijk Besluit gepubliceerd in de
Staatscourant [5] (figuur 3). Op 28 oktober van dat jaar werd
de naam van de ckr gewijzigd in Voorlopige Centrale Kaarte
ringsraad (vckr), enerzijds omdat het geen adviesraad van de
Regering was, anderzijds omdat een en ander definitief zou
kunnen worden geregeld in de op Stapel staande Kadasterwet.
Figuur 3 - Afbeelding
voorblad KB.
Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden
410
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Or
dening van 3 juli 1975, no. 0702949, Centrale Afdeling Juridische Zaken, me-
de uit naam van Onze Ministers van Defensie, van Verkeer en Waterstaat en
van Landbouw en Visserij,
handelende in overeenstemming met het gevoelen van de Raad van Mi-
Overwegende dat het wenselijk is. te komen tot de vervaardiging, bijhou
ding en uitgifte van een grootschalige basiskaart van Nederland en tot de in
stelling van een orgaan voor het geven van adviezen te dier zake;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
1De Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers is belast met de
vervaardiging, bijhouding en uitgifte van een grootschalige basiskaart van
Nederland.
2. Deze kaart is een in de grondslag van het stelsel van de Rijksdriehoeks-
meting vervaardigde raamkaart op grote schaal met een zodanige topografi-
sche inhoud, dat deze de basis kan zijn voor aanvullingen die worden ge
wenst door degenen die de kaart gebruiken voor de uitvoering van hun
werkzaamheden.
3. Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening geeft. ge-
hoord de in artikel 2 bedoelde Raad, nadere regelen omtrent de vervaardi
ging, bijhouding en uitgifte van de grootschalige basiskaart.
Artikel 2
1Er is een Centrale Kaarteringsraad, die tot taak heeft, Onze Minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in verband met de in artikel 1 be
doelde vervaardiging, bijhouding en uitgifte van de grootschalige basiskaart
te adviseren omtrent:
a. het opstellen van urgentieschema's op lange termijn:
b. het aangeven van prioriteiten op körte termijn;
c. het onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden in verband met de
vervaardiging, bijhouding en uitgifte;
d. de kosten;
e. deauteursrechten;
f. organisatorische en technische maatregelen in het algemeen.
2. De Centrale Kaarteringsraad bepaalt zijn werkwijze naar eigen inzicht.
Staatsblad 1975 410