7
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2OOO-XXVI-3
werd onrwikkeld, wordt vaak gezien als het eerste gis. Dit sys-
teem, dat overigens pas in 1971 volledig operationeel was, werd
door de Canadese overheid ontwikkeld om ruimtelijke data
mec betrekking tot landmanagement te kunnen analyseren. In
deze pioniersfase vonden in Noord-Amerika onafhankelijk van
elkaar verschillende initiatieven plaats in verschillende typen or-
ganisaties. In 1964 werd het Harvard Lab voor Computer
Graphics en Ruimtelijke Analyse aan de Harvard Universiteit
opgezet. Dit leidde tot het programma symap dat op een regel-
printer kaarten kon afdrukken. In 1969 werd esri opgericht. In
eerste instantie hieid esri zieh vooral bezig met milieu consul-
tancy, maar richtte zieh als snel op Computer visualisatie en gis.
De ontwikkelingen vonden in de aanvangsfase niet alleen in
Noord-Amerika plaats. In Europa waren er 00k initiatieven
die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van gis [Rhind,
in: Foresman, 1998]. Met name in Zweden en in Groot-Brit-
tannie werden in deze fase stappen op het gebied van gis ge-
zet. AI vanaf ongeveer 1950 werd bij het Instituut voor Meteo
rologie gebruik gemaakt van een Computer voor het verwerken
van ruimtelijke gegevens. Vanaf begin jaren zestig werd met
name bij de Universiteit in Lund gewerkt aan 'geografie en de
Computer'. In Groot-Brittannie werd op verschillende plaatsen
aan gis gewerkt. The Experimental Carthography Unit was
waarschijnlijk de eerste operationele gis in Engeland.
De eerste fase loopt globaal van i960 tot 1975. We spreken hier
echter over de eerste fase in de ontwikkeling van gis als tech-
nologie. De eerste fase voor veel bedrijven en andere organisa-
ties vindt vaak veel later plaats. Op het moment van schrijven
van dit artikel bevinden veel organisaties zieh nog in de aan
vangsfase of zijn zelfs nog niet aan de aanvangsfase begonnen.
In de aanvangsfase van gis als technologie lag de nadruk voor
al op de ontwikkeling van Software. De beschikbare hardware
vormde een belangrijke randvoorwaarde. Het geautomatiseerd
verwerken van grote hoeveelheden ruimtelijke gegevens en het
uitvoeren van relatief eenvoudige analyses als overlays stond in
deze fase centraal.
De Nederlandse bijdrage in de eerste fase van de ontwikkeling
van gis was zeer beperkt. Waarschijnlijk hebben er wel een
aantal experimenten plaatsgevonden, maar de ontwikkelingen
waren zeer individueel en er is geen informatie van deze pogin-
gen meer bekend. Voor de eerste significante Nederlandse
stappen op het gebied van gis moeten we naar de tweede fase
van de ontwikkeling van gis.
De tweede fase: verspreiding
De tweede fase in de ontwikkeling van gis loopt van ongeveer
1975 tot 1985. In Noord-Amerika gaat het onderzoek naar gis
door en worden verschillende bedrijven opgericht. In Neder-
land komt het onderzoek naar gis 00k van de grond. De inte-
resse in gis is zelfs bijzonder groot, wat verklaard kan worden
door de traditie van ruimtelijke planning die Nederland kent
vanwege haar dichtbevolkte en intensief gebruikte ruimte [Ot
tens, 1991]. Aan het ITC in Enschede wordt vanaf 1973 onder
zoek gedaan naar gis in het usEMAP-project. Bij tno wordt sa-
ladin ontwikkeld, wat later een commercieel softwarepakket
zal worden. Aan de universiteiten van Wageningen en Utrecht
en de Vrije Universiteit worden onderzoeksgroepen opgericht
die zieh bezighouden met de relatie tussen ruimtelijke gege
vens, ruimtelijke analyses en kartografische weergave middels
het gebruik van grote computer-mainframes. Daarnaast ont-
staat de eerste speeifiek ontwikkelde programmatuur, mede
dankzij de beschikbaarheid van grote grafische softwarebiblio-
theken (bijvoorbeeld eind jaren zeventig: kaart en Geo-Kart).
In de tweede helft van de verspreidingsfase wordt gis steeds
meer toegepast in de publieke sector in Nederland. Het ge
bruik van gis blijft niet meer beperkt tot een kleine groep pio-
niers, maar gaat 00k binnen organisaties gebruikt worden. Het
aantal gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners dat
gebruik maakt van gis neemt bijvoorbeeld toe van 14% in de
periode 1978-1980 tot bijna 50% in de periode 1984-1986
[Graafland, in: Masser et al., 1996]. Het aantal kleine gemeen
ten dat gebruik maakte van gis lag overigens nog aanzienlijk
lager. In 1984-1986 had slechts 10% van de gemeenten met
20.000 tot 50.000 inwoners gis en slechts enkele gemeenten
met minder dan 20.000 inwoners beschikten over gis. In deze
periode werd gis bij gemeenten voornamelijk gebruikt voor
het maken van kaarten en wordt dan 00k wel omschreven met
Automatische Kartografie of Computer Aided Design (cad;
zie voor definities hiervan bijvoorbeeld [Ottens, in: Schölten
Stillwell, 1990]). Ruimtelijke analyse vond in deze fase nau-
welijks of niet plaats.
De rijksoverheid experimenteerde in deze fase 00k met gis.
Dit leidde in 1985 bij de Rijksplanologische Dienst (rpd) tot
de aanschaf van Arc/Info van de firma esri, dat in 1981 op de
markt was gekomen. (Over de ontwikkeling van gis bij de rpd
Staat meer in het artikel van Van der Schuit Osinga in dit
themanummer.) Twee jaar eerder was Arc/Info voor het eerst
in Europa gei'nstalleerd bij het Birkbeck College in Londen
[Rhind, in: Foresman, 1998], maar de installatie bij de rpd
wordt gezien als de eerste commerciele verkoop van analyti
sche Gis-software in Europa (en de 48c wereldwijd).
De verspreiding in de tweede fase vindt vooral plaats bij de
(semi-)overheidsinstellingen. Bij bedrijven wordt gis nog nau-
welijks gebruikt. Pas in de derde fase, vanaf ongeveer 1987,
worden Gis-pakketten aangeschaft bij bedrijven [Grothe et al,
1:994] GIS is in deze fase nog een zeer dure technologie, digita
le ruimtelijke gegevens zijn nog Schaars en er zijn nog geen
standaarden ontwikkeld. Als gevolg daarvan wordt Gis vooral
gezien als een technologie die pas op längere termijn vruchten
afwerpt en is dus in de meeste gevallen niet geschikt voor ge
bruik in bedrijven.
In de tweede fase ontstaat langzaam maar zeker een ontwikke
ling waarbij meer aandacht is voor de (onderzoeks)toepassin-
gen van gis dan voor het uitproberen van de hardware en de
ontwikkeling van Software in voorbeeldprojecten. In de derde
fase zal deze ontwikkeling sterk doorzetten en neemt het ge
bruik van gis toe, 00k in geheel nieuwe toepassingsvelden, zo-
als volksgezondheid [De Lepper et ab, 1995].
De derde fase: de standaardisering
In de Verenigde Staten waren in de verspreidingsfase een aantal
bedrijven ontstaan die zieh richtten op de ontwikkeling van
commerciele Gis-pakketten. Daarnaast werden van de program-
ma's die ontwikkeld waren in instituten en aan universiteiten
commerciele versies uitgebracht. Deze ontwikkeling zette zieh
versneld door in de derde fase. Na de oprichting van esri in
1969 wordt in 1978 erdas opgericht, Mapinfo in 1986 en Small-
world in 1988. In Nederland worden 00k verschillende vestigin-
gen van Amerikaanse bedrijven gevestigd en worden Neder
landse bedrijven opgericht; wel met grote voorzichtigheid en
vaak een onderdeel van een meer algemeen iT-bedrijf. Voor-
beelden zijn de Gis-afdeling bij Logisterion in Rotterdam (1985),
Intergraph met haar Europese hoofdkwartier in Hoofddorp
(cad gis hardware). Ook de eerste adviesbedrijven gespecia-
liseerd op gis ontstaan, zoals Geodan in Amsterdam (1985).