KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2QOO-XXVI-3 De derde fase kende een zeer Sterke stijging van het gebruik van gis, zowel bij de overheid als het bedrijfsleven. Commer- cialisering van de Software werd mogelijk door sterk dalende kosten van rekencapaciteit en betere mogelijkheden met be- trekking tot het beheer van de Software binnen organisaties. In deze fase komt ook het Gis-onderwijs van de grond. In Utrecht heeft men op de Rijksuniversiteit al zeer snel het nut van GiS-onderwijs ingeschat en daarvoor de nodige investerin- gen mogelijk gemaakt. Bij de Vrije Universiteit komt op i ja- nuari 1990, mede dankzij Sponsoring van het bedrijfsleven, ook een speciale leerstoel voor het GiS-onderwijs (Ruimtelijke Informatica bij de Economische Faculteit). Inmiddels zien we bij de meeste Nederlandse universiteiten een of meer hooglera- ren die het vakgebied in hun takenpakket hebben. Zoals aangegeven ligt Europa, en Nederland, dan weliswaar een fase achter op de Verenigde Staten en Canada, maar met veel enthousiasme zijn het met name de Nederlanders en de Engelsen die gis nadrukkelijk promoten en proberen de ge- bruikers te organiseren. In Nederland wordt naar Amerikaans voorbeeld het eerste grote Europese Gis-congres georganiseerd, EGis'90. Dit initiatief blijkt aan te slaan en er worden in de daaropvolgende jaren grote Europese Steden bezocht (EGis'91 tot en met EGis'95). De ontwikkelingen vanaf de tweede helft van de derde fase worden zo divers dat het moeilijk is een compleet overzicht te geven. De beschrijving hierna zal daarom niet volledig zijn. Vanuit het standpunt van organisaties gezien, neemt de diver- siteit van organisaties in verschillende stadia van het gebruik van gis sterk toe. Terwijl bij een aantal organisaties, zoals de rpd en grote gemeenten, gis steeds beter in de organisatie wordt opgenomen, Staat bij andere organisaties het Gis-ge- bruik in de kinderschoenen. Het fasenverhaal gaat daarmee steeds nadrukkelijker per organisatie speien. De verschillende dementen van het opa FiT-concept worden per organisatie steeds verder ingevuld [Bestebreurtje, 1997]. Daarbij blijkt bij diverse organisaties dat de overgang van de ene fase naar de andere fase allesbehalve vlekkeloos verloopt. De rpd was bij- voorbeeld de koploper in de eerste fases. Het RUDAP-systeem dat begin jaren tachtig reeds een poging was om alle relevante ruimtelijke gegevens systematisch te verzamelen en beschik- baar te stellen was zijn tijd ver vooruit. Het RiA-systeem (Ruimtelijke Informatie door Automatisering) ter ondersteu- ning van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening werd wereld- wijd als een grote stap in de Gis-ontwikkeling gezien. Maar de rpd bleek niet in Staat de grote voorsprong in de eerste fases om te zetten in een consolidatie in de daarop volgende fases. Sterker nog, de opgebouwde kennis en infrastructuren zijn voor een deel zelfs verloren gegaan en moesten weer opnieuw worden opgebouwd. In Nederland is het met name het Ministerie van Verkeer en Waterstaat dat na een voorzichtig begin een structurele Start maakt met de ontwikkeling van standaarden en infrastructuur. Er komt een Gis-afdeling bij de Meetkundige Dienst en er worden pogingen gedaan de zeer grote hoeveelheid initiatieven bij het ministerie te coördineren en te structureren. De dot- com-gedachte krijgt invulling middels het Geo-Loket, Geo- Plaza als virtuele ontmoetingsplaats, Geo-Nieuws als belangrijk communicatiemiddel en de stroomlijning van contracten met data- en softwareleveranciers. De Vierde fase De vierde fase: de volwassenwording van een technologie, de volledige integratie in de werkprocessen, een kritisch onder- deel van de bedrijfsprocessen; zijn we zover? In 1995 bracht Hewlett Packard voor intern gebruik de video 'Synergy' op de markt om haar eigen personeel te informeren over de enorme veranderingen die stonden te gebeuren in de iCT-wereld. Aan de hand van een aardbeving in Los Angeles in 2001 werd aan gegeven hoe belangrijk informatie is bij het nemen van beslis- singen in kritische omstandigheden. Inmiddels kunnen we stellen dat ook in Europa en in Nederland gis een nadrukke- lijke rol speelt bij de bestrijding van mogelijke rampen, zoals overstromingen [Schölten et al, 1999]. Anderzijds zijn we nog maar net geconfronteerd met een ramp in Enschede waarin bleek dat er nog duidelijk voortgang tot stand te brengen is. Maar er is geen discussie over de volwassenwording van de Gis-omgeving. We vinden dat terug in het fundament en de bouwstenen van het Gis-huis: de bestanden. Inmiddels is er in Europa een veelheid aan Geo-bestanden beschikbaar [Beltman Schölten, 2000]. In Nederland zijn we nog veel verder. De topografische bestanden, de kadastrale bestanden, de adminis- tratieve indelingen en heel veel attribuutgegevens zijn allemaal digitaal beschikbaar. De wensen richten zieh dan ook steeds meer op de beschikbaarstelling, zowel technisch als financieel. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat gis voor het be heer van ruimtelijke gegevens volwassen is geworden (beheer van kabels, leidingen, percelen e.d.). De technologie is dankzij de opkomst van client-server technologie enorm verbeterd en is ook veel toegankelijker voor de meeste gebruikers. Kosten van programmatuur zijn afgenomen en gis is een onderdeel geworden van diverse opleidingsinstituten in Nederland. Van uit organisatorisch perspectief is er veel gebeurd in de afgelo- pen jaren. De Raad van Advies voor Vastgoedinformatie (ravi) heeft een vaste positie verworven bij de discussies over geo-informatie in brede zin in Nederland. Diverse overheden streven naar samenwerking op het punt van de uitwisseling van basisbestanden. Er wordt gesproken over het gemeen- schappelijk gebruik van de ontwikkelde bestanden en de ge- schikte technologie wordt daar ook voor ontwikkeld (metada- ta, 'clearinghouses', het Nationaal Clearinghouse Geo Infor matie). De toegankelijkheid tot informatie speelt daarbij niet alleen voor de professionele gebruiker, maar eveneens voor de 'burger' (bijvoorbeeld 'Overheidsloket 2000'2)). De communi- catie tussen de Gis-gebruikers verloopt ondertussen via een aantal professionele tijdschriften. In de zakelijke sector is er eveneens .een duidelijke groei van het gebruik van gis [Hernandez et al, 1999] en sommige orga nisaties zoals Albert Heijn tonen ook naar buiten toe het be lang van dergelijke Systemen. Voorzichtig worden pogingen gedaan om GIS te positioneren als een onderdeel van besluit- vorming ondersteunende Systemen, maar veel van deze studies zijn aanvankelijk sterk academisch van aard en beginnen maar langzaam in de dagelijkse praktijk te komen [Douven, 1996; Herwijnen, 1999; Misseyer 1999; Grothe 1999]. Echter, de eer ste verschuivingen zijn toch waarneembaar: Oracle besluit het pakket Roadplanner van Geodan te kopen, een Gis-applicatie ter ondersteuning van besluitvorming in relatie tot de logis- tiek, en dit wereldwijd op de markt te brengen als onderdeel van haar standaard programmatuur. De interesse van de niet- Gis-leverenciers komt daarmee aan de orde: Microsoft introdu- ceert bijvoorbeeld met MapPoint een GlS-programma binnen haar Office-familie. GIS in de toekomst Met Gis in de toekomst komen we tot een nieuwe fase. Het mooie van het fasenverhaal is, dat het telkens opnieuw kan be- 8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2000 | | pagina 14