KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
plaats, werden gegevensbestanden onrwikkeld, opgebouwd en
beheerd en was het technisch rekencentrum gevestigd. Bij de
afdeling Planning stonden de methoden en technieken ten be-
hoeve de beleidsontwikkeling centraal. De beeldvorming ten
behoeve van de rapportages en de grote nota's stonden centraal
bij de afdeling Kartografie.
Met de ingebruikname van het nieuwe hoofdkantoor van
vrom in 1992 verhuisde de afdeling Informatievoorziening
naar Den Haag en werd na enkele jaren de afdeling in een
dienstbrede reorganisatie opgeheven. Hiermee verdween de
centrale inhoudelijke coördinatie en moesten alle afdelingen
voortaan hun eigen boontjes doppen wat betreft hun (geo-)in-
formatievoorziening. De nieuwe afdeling Monitoring nam
voor een groot deel de gegevenserfenis over ten behoeve van
haar monitoringtaak.
In de huidige organisatie is gis vooral geconcentreerd bij de af
deling Monitoring en in iets mindere mate bij de sectie beeld
vorming van de afdeling Gebieden. Binnenkort krijgt gis
waarschijnlijk 00k een kans om zieh als ontwerptool te mani
festeren in het net opgerichte ruimtelijk ontwerpatelier van de
RPD.
Van stand-alone Systemen naar desktop hulpmiddel
Een van de eerste informatiesystemen waarover de rpd be-
schikte was rudap, een systeem voor ruimtelijke dataproces-
sing van gegevens op gemeenteniveau. De uitkomsten van vele
CBS-statistieken, enkele duizenden variabelen m.b.t. onder an
dere wonen, werken en landbouw, werden via rudap ontslo-
ten voor de rpd, maar 00k voor de meeste provincies. Via een
telefoonlijn konden externen contact maken met de database
en selecties downloaden. In een later Stadium werd een gis-
deel voor het maken van eenvoudige choropleet-kaartbeelden
toegevoegd. Medio jaren negentig werd de ontwikkeling van
rudap beeindigd omdat het cbs inmiddels met eigen toepas-
singen op de markt kwam (cBsView, Statline). Als database is
rudap nog steeds intern beschikbaar met een waardevolle
schat aan CBS-gegevens voor de periode 1970-1990.
Reeds in 1986 werd een prototype onrwikkeld van een bedrijfs-
informatiesysteem (bis), een meta-informatiesysteem waarmee
alle relevante informatie binnen de rpd kan worden terugge-
vonden. De realisatie van het resulterende systeem dotter
(documenten via trefwoorden terugzoeken) kwam echter niet
verder dan een funetioneel en technisch detailontwerp omdat
er toen voor werd gekozen niet in programmatuurontwikke-
ling te investeren. Kennis uit dit project werd later ingezet bij
de ontwikkeling van een centrale database.
Met het verschijnen van de Vierde Nota ruimtelijke ordening in
1988 zagen een aantal informatiesystemen het licht: ria-i en -2
met de stand van zaken m.b.t. onder andere wonen, werken,
natuur, de Vinofloppen en de KOERS20i5-flop met informatie
over het koersenbeleid op het platteland.
Voor het eerst werden informatiesysteempjes ingezet om ande
re overheden, maatschappelijke organisaties, vakgenoten en
burgers te voorzien van achtergrondinformatie in de inspraak-
periode van een nota ruimtelijke ordening. Hoewel dit voor-
namelijk recht-toe-recht-aan Systemen waren met simpele
raadpleegfuncties voor kaart-, tabel- en tekstinformatie, was de
inhoud vaak het resultaat van Gis-bewerkingen en -analyses.
Eind jaren tachtig werd begonnen met een ambitieus project
2000-XXV1-3
voor een centrale geografische database. Een integrale database
waarin alle gegevens die de afdeling Informatievoorziening be-
heerde kon worden ondergebracht op een gestandaardiseerde
en gestruetureerde wijze. De opzet van de centrale database
ging uit van een soort black box waarin de gegevens worden
opgeslagen. Om met gegevens te kunnen werken moest altijd
eerst m.b.v. een query een export plaatsvinden (00k voor de
Gis-data). In feite werd dus een kopie gemaakt van de data en
was het niet mogelijk met alleen leesrechten rechtstreeks uit de
database te putten.
De op Oracle gebaseerde database met een bijbehorende pro-
grammaschil moest in principe alle in gebruik zijnde dataty-
pen kunnen im- en exporteren. Naast een meta-informatie
raadpleegmodule (ramod) waren er 00k plannen voor een
Kartografisch ExpertSysteem (res) voor symboolkeuze. Hier-
toe werd 00k een presentatiedatabase opgenomen in het ont-
werp van de centrale database naast een liggingsdatabase en
thematische variabelendatabase.
Omdat als uitgangspunt de beschikbare hard- en Software
werd gehanteerd bleek het echter niet goed mogelijk om een
prototype van een expertsysteem te bouwen, vanwege het ont-
breken van een zogenaamde expert-shell, een taal die de ken-
nisregels uit een kennisregel-database kan interpreteren.
De ontwikkeling van de centrale database zelf bleef uiteinde-
lijk steken in steeds nieuwe prototypes die onvoldoende aan de
hoge verwachtingen tegemoet kwamen. Het concept van een
allesomvattende database bleek voor de rpd uiteindelijk te
hoog gegrepen te zijn in die tijd.
Ter ondersteuning van de eerder genoemde enquete naar
voorradige bedrijventerreinen en kantoorlocaties is het Inte-
graal Bedrijventerreinen InformadeSysteem (ibis) onrwikkeld.
Met behulp van ibis worden de enquetegegevens verwerkt, ge-
valideerd en beheerd. De resultaten verschijnen in rapport-
vorm en zijn sinds kort 00k via Internet toegankelijk.
Omdat de rpd veel werkte met aan vierkanten gerelateerde ge
gevens zoals het Geografisch Basisregister (500 x 500 m), Bo-
demstatistiek (500 x 500 m), Schaal van het Landschap (2x2
km), Cultuurhistorische Kartering van Nederland (2x2 km)
en de Landschapsecologische kartering Nederland (1 x 1 km)
werden toepassingen gemaakt voor de onderlinge koppeling en
presentatie van een aantal van deze gegevensbestanden via de
vector-kant van Arclnfo (Arc/Info grid bestond toen nog niet).
Andere toepassingen die genoemd kunnen worden zijn bomob
voor het uitvoeren van netwerkanalyes, spat, de ruimtelijke
analyse-tool werkend op Arclnfo en de Backyard-verkenner,
demonstratietoepassing voor de automatische plaatsbepaling
voor nieuwe afvalstortplaatsen.
Veel van bovengenoemde toepassingen zijn inmiddels niet
meer operationeel of in gebruik doordat de informatiestromen
veranderd zijn, behoeften anders kwamen te liggen en ze niet
eenvoudig omgezet konden worden naar nieuw hard- en soft-
ware-conhguraties.
Over het algemeen is bij de rpd weinig voor structurele oplos-
singen gekozen. Het aantal Gis-gerichte informatiesystemen is
op de vingers van een hand te teilen. Het aantal Gis-gebruikers
is dan 00k beperkt en de pogingen om Gis-toepassingen bij
elke medewerker op de werkpiek te krijgen hebben zieh tot op
heden beperkt tot de Basiskaarten-applicatie. In de loop der ja
ren zijn veel kleine toepassingen onrwikkeld die de taken van
soms slechts een enkele medewerker ondersteunden. Door-
gaans waren deze een kort leven beschoren in de steeds sterk
31