KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2OOO-XXVI-3
gevraagd actief mee te denken over de inrichting. De ontwik-
keling van oplossingen voor inrichtingsproblemen vindt plaats
in creatieve ontwerpsessies waarvoor alle betrokkenen worden
uitgenodigd. Bij deze sessies ligt de nadruk vooral op het in
kaart brengen van de verschillende visies op het inrichtings-
probleem en het ontwerpen van een aantal alternatieve oplos
singen. Gedetailleerde analyse en uitwerking van een enkele
oplossing is niet het doel.
Ontwerpsessies worden vaak ondersteund door kaarten en stif
ten waarmee schetsen gemaakt kunnen worden. Het voordeel
van deze aanpak is dat hij eenvoudig en laagdrempelig is. Er
zijn echter 00k een aantal nadelen, zowel tijdens het ontwer
pen als bij de verwerking van de ideeen. Het is moeilijk om tij
dens het schetsen op papier kwantitatieve informatie te verkrij-
gen: wat is de oppervlakte van het geschetste vlak, wat is de af-
stand tot de bebouwing en dergelijke. Bij verdere verwerking
zijn de nadelen van het ontwerpen op papier met stiften nog
groter. In de eerste plaats betreft dit de leesbaarheid en eendui-
digheid van de schetsen. Onduidelijke handschriften, niet ge-
definieerde legenda-eenheden, doorhalingen en Verbeteringen
verhogen het risico dat informatie uit de schetsen verloren
gaat. Daarnaast is het combineren van meerdere schetsen tot
een alternatief een tijdrovende bezigheid. Tenslotte laten ont
werpen op papier zieh niet gemakkelijk analyseren.
De bedoeling van OntwerpGis is dat het tijdens dit soort cre
atieve sessies gebruikt kan worden. Het laagdrempelige en
doorzichtige karakter van het 'ontwerpen met kaarten en stif
ten' wordt zoveel mogelijk gehandhaafd, terwijl de genoemde
nadelen worden ondervangen. Deelnemers aan de creatieve
sessies worden uitgenodigd om hun oplossingsrichtingen en
inrichtingsvoorstellen te concretiseren door met behulp van
OntwerpGis schetskaarten te maken.
Het funetioneren van GIS binnen interactieve
besluitvormingsprojecten
Het gebruik van gis voor het schetsen van oplossingsrichtin
gen zoals hierboven omschreven is lijkt een zeer logische en
voor de hand liggende toepassing. Toch is deze toepassing niet
zo gemakkelijk te realiseren, en pogingen om dit in een inter
actieve, partieipatieve sessie voor elkaar te krijgen lopen niet
zelden op een mislukking uit. Om de oorzaken van deze mis-
lukkingen wat beter te begrijpen is het verstandig in te gaan op
de beoogde groep gebruikers, op ondersteuning van het inter
actieve planproces door de IT (Informatie-Technologie) en op
de verwachtingen die leven ten aanzien van gis vis-ä-vis de
mogelijkheden.
Met betrekking tot de verwachtingen dient opgemerkt te wor
den dat alhoewel we er vanuit gaan dat Gis behulpzaam is bij
het oplossen van problemen, het in de eerste plaats een alge-
meen hulpmiddel is. gis is niet primair gericht op het maken
van inrichtingsschetsen. Voordat er geschetst kan worden is er
een complexe stappenreeks nodig, bedoeld om de juiste Gis-
overlay te kiezen, gereed te maken voor schetsen en de juiste
schets-tools te kiezen. Hoewel deze stappen vanuit Gis-oog-
punt allemaal belangrijk zijn, zijn zij voor de beoogde eindge-
bruikers niet relevant. Bovendien is een belangrijk deel van de
huidige generatie Gis-en gebouwd rondom iT-concepten, en
heel duidelijk niet rondom plannersconcepten. De focus van
het gebruik van gis ligt daardoor op systeemmanagement en
gegevensbeheer, niet op ruimtelijke problemen en het oplossen
daarvan. Daarbij komt dat gis een erg krachtig Instrumentari
um is: er is erg veel mogelijk, maar de keerzijde van deze vast-
stelling is dat het intimiderend kan zijn. In toenemende mate
geldt: 'Alles is mogelijk, maar niets lukt'. Het resultaat is dat
het Gis-veld veelal wordt gekenmerkt door een aantal zeer zwa-
re applicaties, die alleen voor Gis-experts bruikbaar zijn. Het
systeem bestaat dan uit een inflexibele collectie van program-
ma's en zware databanken, waarmee slechts een klein aantal
(voorgebakken) oplossingen geanalyseerd kan worden. Dit
leidt tot een situatie waarin informatie alleen beschikbaar is
voor een kleine groep, het tegendeel van wat we wensen te be-
reiken bij interactieve en partieipatieve planvorming.
Het mag duidelijk zijn dat het bovenstaande enigszins gechar-
geerd is. De kern is echter wel dat dit alles leidt tot een zeer be-
perkte partieipatie van belanghebbenden, publiek en beleids-
makers. Het zijn juist deze gebruikers die we in interactieve en
partieipatieve planprocessen erbij proberen te betrekken. Hoe
wel we van Gis-experts mögen verwachten dat zij overweg kun
nen met de iT-begrippen rondom gegevensbeheer, overlay-
functionaliteit en dergelijke, moeten we bij een bredere doel-
groep in de gaten houden dat de probleemdefinitie bestaat uit
concepten die verband houden met conflicterend grondge-
bruik, regionale economie en ontwikkelingen in het landschap.
Doelgroep en richtlijnen voor de ontwikkeling van
het OntwerpGIS
Wat verwachten we eigenlijk van onze doelgroep? In de eerste
plaats dient beseft te worden dat de deelnemers niet geschoold
zijn in het gebruik van gis en dat van hen niet verwacht kan
worden dat zij denken in Gis-termen. Hun doel is het genere-
ren van oplossingsrichtingen en inrichtingsvoorstellen, en het
bespreekbaar maken van hun ideeen over deze oplossingsrich
tingen. Zij zijn de uiteindelijke experts van, en belanghebben
den bij, een goede inrichting. Bij deze groep is 00k de creativi-
teit aanwezig om te komen tot oplossingen. Haar belang en
interesse zitten dan 00k niet in het genereren van foutloze gis-
bestanden, maar in het genereren en bediscussieren van alter-
natieven voor het voorliggende inrichtingsprobleem. Het be-
langrijkste doel van het OntwerpGis moet dus 00k het stimu-
leren van de discussie zijn; dat er 00k nog een Gis-databank
wordt opgebouwd is eigenlijk van secundair belang. Dit bete-
kent niet alleen dat het instrument eenvoudig te bedienen
moet zijn (het moet 'geruisloos' in de discussie kunnen wor
den ingezet), maar 00k dat bewerkingen die met het instru
ment worden uitgevoerd inzichtelijk moeten zijn. Het instru
ment moet geen ingebouwde oplossingen, analyses, gewichten
en procedures bevatten waardoor de gebruiker het idee krijgt
dat er iemand anders mee aan het ontwerpen is. Het moet het
planproces ondersteunen, maar mag dat proces niet sturen: het
mag geen limieten stellen aan de oplossingen die eventueel be
dacht kunnen worden. Expertise en creativiteit moeten bij de
partieipanten vandaan komen, niet uit het instrument. Het
OntwerpGis moet dus zo gebouwd worden dat de aandacht
van de gebruikers terechtkomt waar hij thuishoort: bij het in
richtingsprobleem.
Vanuit deze achtergrond zijn een aantal richtlijnen voor de
ontwikkeling van het OntwerpGis opgesteld:
gis als instrument om ontwerpen op digitale kaarten te kun
nen schetsen;
niet: zo veel mogelijk funeties en mogelijkheden binnen het
instrument;
42