KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2000-XXVI-3 Figuur 4 - Variabele schaalverschillen in een beeld. grote gebieden op een kleine schaal, maar kan resulteren in onaanvaardbare coördinaatfouten bij de kartering van gebieden op grote schaal. Een ellipsoi'de als model is nauwkeuriger. Kaartprojectie-programma's voorzien niet altijd in mogelijkheden voor datum- transformatie. Als men het verschil in datum verwaarloost, is er mogelijkerwijs geen correcte aansluiting tussen kaarten. Kaarten van naburige gebieden of kaar ten die over elkaar heengelegd worden, en die gemaakt zijn vanuit verschillende projecties passen dan niet exact als de geodetische datums van de oorspronke- lijke projecties verschillen. Dat kan re sulteren in verschillen in coördinaten die kunnen oplopen tot honderden meters. Figuur 5 - Coördi naten toekennen: hier is het beeld niet 'gere- sampeld'. Figuur 6 - Coördinaten toekennen: hier is het beeld 'geresampled'. Om een datumtransformatie uit te voeren hebben we de ellip soidale breedte, lengte en hoogte in een datumsysteem nodig en daarnaast de verschuiving en de rotatie van de ellipsoidale assenstelsels van beide Systemen onderling. In veel gis- en kar- tografische Software wordt deze transformatie echter vereen- voudigd: de ellipsoidale hoogtes blijven buiten beschouwing (h o), of de rotatieverschillen van de assenstelsels worden verwaarloosd. Datumtransformaties die gebruik maken van de Molodensky- vergelijkingen (ge'implementeerd in de meeste geo-software) worden steeds belangrijker, gezien het toenemend gebruik van GPS-data. Deze data zijn vaak gebaseerd op de WGS84 ellipsoi' de, en moeten worden omgezet naar coördinaten in een lokale projectie met eigen ellipsoi'de en datum. Verder moeten door GPS-meting verkregen hoogtes worden getransformeerd naar hoogtes ten opzichte van het hoogtereferentiepeil (verticaal da tum) zoals die voor elk land apart is vastgesteld (dit is voor Nederland het Normaal Amsterdams Peil). Directe transformaties in de praktijk: enkele kanttekeningen Luchtfoto's, remote-sensingbeelden en gescande gegevens wor den veelal omgezet met behulp van directe transformaties. Li neair conforme of affiene transformaties kunnen worden ge- bruikt om vervormingen te corrigeren zoals een verschuiving, een rotatie of een lineair schaalverschil. Niet-lineaire transfor maties moeten worden gebruikt om schaalverschillen zoals gei'llustreerd in figuur 4 te corrigeren. Affiene transformaties worden gebruikt voor het registreren van een papieren of een gescande kaart voorafgaand aan het digitaliseren van de kaart. Er bestaan 00k andere directe trans formaties (bijvoorbeeld splines, eindige dementen) die ge bruikt worden voor het zo goed mogelijk op elkaar passen van vectorlagen. Ruwe beeiden bestaan uit een rechthoekig grid van pixels met variabele waarden, maar met incorrecte geometrische posities. Er zijn verschillende werkwijzen om zo'n ruw beeld te corrige ren. Allereerst kan men aan het ongecorrigeerde beeld coördi naten toekennen door enkele pixels te relateren aan punten in een bekend coördinatenstelsel (figuur 5). Het is daarna 00k mogelijk om het ongecorrigeerde beeld te 'resampelennaar het bekende coördinatenstelsel, zoals gei'llus treerd in figuur 6. Resampelen is het proces waarbij elke pixel- waarde in het nieuwe coördinatenstelsel wordt bepaald door interpolatie van de pixels die in het oorspronkelijke beeld gese- lecteerde pixels omringen. Een veelgebruikt Gis-pakket in het itc is ilwis, ontwikkeld in eigen huis (url: http://itc.nl/ilwis). In ilwis bestaat de moge- lijkheid om vector- en rastergegevens over elkaar te leggen door een 'on-the-fly' transformatie van de vectoren. Men kan op deze manier verschillende vectorlagen over een rasterbeeld leggen door ze naar een gemeenschappelijk venster te slepen zonder het rasterbeeld te resampelen. Het rasterbeeld kan een ongecorrigeerd satellietbeeld zijn, een luchtfoto (oblique of verticaal), of een gescande kaart. Om een correcte inpassing te realiseren zijn betrouwbare controlepunten in het beeld nodig die zijn verbonden met kaartcoördinaten zo als hiervoor besproken en gei'llustreerd in figuur 5. Als de con trolepunten en de geometrische transformatie zijn vastgelegd kan elke willekeurige vectorkaart, zelfs een met een andere pro jectie of datum, over het ongecorrigeerde beeld worden gesleept. 51

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2000 | | pagina 5