67
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
telijke gegevens nog eens vanuir verschil-
lende invalshoeken worden belicht.
Voor het eerst is de traditionele orde
ning 'verzamelen - bewerken - weerge-
ven min of meer verlaten en besteden
de auteurs in eerste instantie (hoofdstuk
2) veel aandacht aan de karakteristiek
van ruimtelijke informatie.
De auteurs stellen zieh als doel een inlei
ding te geven in de kartografie voor het
hoger onderwijs, waarbij als doelgroep
met name aanverwante diseiplines ge-
noemd worden zoals geografen, geödeten
enz. Daarnaast wordt gesteld dat het een
theoretisch kader moet leveren voor prak
tische oefening onder deskundige begelei-
ding. Hiermee zijn het doel, de doelgroep
en het niveau juist gekenschetst zoals we
in de conclusie zullen zien.
De inleiding (hoofdstuk 1) geeft een uit-
gebreid beeld van de toepassing van
kaarten, 00k in relatie tot gis, met tal
van voorbeelden. Door de ogen van een
kartograaf bezien kan dit niet uitgebreid
genoeg: we zien hierin immers de beves-
tiging van ons vakgebied. Mijn indruk is
echter dat een buitenstaander hier enigs-
zins de draad kan kwijtraken door de
grote hoeveelheid (uitgewerkte) voor
beelden plus het gebruik van (voorals-
nog) onbekende vaktermen.
Hoewel vele lezers uit de doelgroep nau-
welijks gei'nteresseerd zullen zijn in kaart-
projecties, referentiestelsels en plaats-
bepaling, wordt dit onvermijdelijke on-
derwerp toch nog beperkt behandeld in
hoofdstuk 3. Mijns inziens terecht: het
hoofdstuk kan makkelijk overgeslagen
worden, terwijl toch de consequenties van
projectietypen voor kaarten aan de orde
komen. Bovendien worden wat serieuzere
kaartgebruikers met coördinaten en coör-
dinaatstelsels geconfronteerd, waar men
lang niet altijd weg mee weet. Toch twee
opmerkingen over dit hoofdstuk.
Er is niets te vinden over hoeken, decli-
natie, noordrichfingen e.d. Met het ge
bruik van topografische kaarten kan
men hier toch tegenaan lopen.
Dit hoofdstuk vervolgt met 'Generalisa
tie' als aanzet tot de behandeling van to-
pografisch karteren. Deze ordening is lo
gisch als men zieh realiseert dat iedere
(topografische) kartering natuurlijk een
generalisatie is. Toch komt het geheel
wat geforeeerd over, en dreigt men daar-
door de älgehele verhaallijn wat kwijt te
raken. Dit herhaalt zieh min of meer
met hoofdstuk 4 waarin feitelijk het on-
derwerp 'opname' behandeld wordt, na
de behandeling van topografisch karte
ren uit hoofdstuk 3.
Hoewel iedere gebruiker van dit boek
zijn eigen focus zal hebben zijn m.i.
hoofdstuk 7 'Informatieanalyse' en
hoofdstuk 8 'Vormgeving en kaarttypen'
twee van de belangrijkste. Hierin wor
den de visualisatiemogelijkheden uit de
thematische kartografie behandeld van-
uit de aard van de over te dragen infor
matie. Gezien het doel en de doelgroe-
pen van dit boek lijkt dit goed uitge-
werkt: de (betrekkelijke) leek moet hier
vrij snel de belangrijkste aspecten kun-
nen distilleren, terwijl 00k de (studeren-
de) kartograaf hier in compacte vorm de
essentie van thematische analyse en visu-
alisatie kan halen.
Kartografen en andere gebruikers zou-
den misschien nog wat meer informatie
analyse wensen met de directe link naar
de visualisatie(s). Aan die wens wordt,
als bij verrassing, toch min of meer vol-
daan in het laatste hoofdstuk.
De leek zal hier hopelijk ontdekken dat
goede kartografische visualisatie meer
om het lijf heeft dan het strooien met
wat kleurtjes en arceringen.
Heiaas ontbreken de kleuren hier echter.
Ze zijn er wel, maar dan geconcentreerd
in een kleurkatern in het midden van
het boek. Iedereen begrijpt dat er bud-
gettaire organisatorische redenen voor
zullen zijn, maar het is wel jammer.
Paragraaf 8.4 'Transformaties van kaar
ten' heeft mijns inziens een verkeerde ti-
tel meegekregen. Transformatie is niet
het doel, maar een middel. Een middel
om verschijnselen te analyseren op de ei-
genschappen of aspecten (voor de ge
bruiker 'explorer' van de data zelf) of
om de verschillende aspecten aan een
derde over te dragen. 'Interpretatie door
transformatie' is misschien een alterna-
tief.
In dit hoofdstuk blijkt 00k weer de on-
gelukkige naamgeving die we hanteren
voor thematische kaarttypen. Pagina 144
geeft zo'n 18-tal aanduidingen, eiders
locatie
2000-XXVI-3
treffen we er nog Varianten van aan. De
dichotoom uit de vorige uitgave is nu
een 'divergerende choropleeth'. We zwij-
gen maar over het monstrum 'choro-
chromatische kaart' soort Dalmatier
met enge huidziekte?). De auteurs kun-
nen hier weinig aan doen, maar mis
schien is het een uitdaging aan kartogra-
fisch Nederland om een set duidelijke,
begrijpelijke en körte namen te beden
ken. Dit kan van belang zijn in onze
communicatie naar de buitenwacht en
kan gehanteerd worden in softwarepak-
ketten met voorgestoomde kaarttypen.
In hoofdstuk 9 worden de visualisatie-
mogelijkheden op een ingetogen manier
uitgebreid met de derde dimensie, ani-
matie en multimedia. Binnen de context
van de vorige twee hoofdstukken (infor-
matieoverdracht, thematiek) stoort het
licht dat hier eerst nog aandacht ge-
schonken moet worden aan reliefweerga-
ve: feitelijk een onderwerp wat thuis-
hoort bij de topografie. Een probleem
wat we vaker hebben zien optreden bin
nen de ordening van onderwerpen:
hoofdstuk 7 over grammatica en classifi-
catie sluit af met tekst (en kleurgebruik).
In het algemeen genomen is het boek
goed Ieesbaar maar merkbaar gericht op
het hoger onderwijs:
Probeer maar eens een omschrijving
van de rivier Zambesi en zijn stroomge-
bied te geven, waarin de vormen van de
rivier, relaties met zijrivieren en natuur-
lijke verschijnselen als moerassen, woe-
stijnen en oerwouden vastgelegd worden
evenals de relaties met door de mens ge-
creeerde fenomenen als administratieve
indelingen, bruggen e.d. worden vastge
legd." (p.2l).
Dit is een voorbeeld van een lange zin
en men hoeft niet lang te zoeken naar
andere lange of complexe formuleringen
die de wat minder voorbereide lezer aan
een zeker vorm van zelfwerkzaamheid
zullen zetten.
tijd
locatie
attribuut
1000 ppm
1500 ppm
2000 ppm
attribuut
Figuur 2.1 uit het besproken boek Kartografie.