KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT schikte over een drietal geheime zenders in Lausanne en Geneve door middel waarvan in gecodeerde telegrammen Moskou op de hoogte werd gehouden van plannen en troepenbewegingen van de Nazi's, gegevens illegaal verkregen van Duitse informanten. Na herhaald aandringen van de Duitse Abwehr slaag- den de Zwitsers er in 1943 in de zenders te lokaliseren. Verschillende van Rado's medewerkers werden gearresteerd. Hij zelf dook onder en slaagde er in 1944 in naar het intussen bevrijde deel van Frankrijk te ontsnappen. Jaren van gevangenschap De toekomst had voor Rado echter nog een tragische ervaring in het verschiet. Hij werd door de Engelsen bij wie hij asiel had gevraagd uitgeleverd aan de Russen die hem prompt overbrachten naar de Lubjanka-gevangenis te Mos kou. Hij deelde dit lot met andere lei dende figuren van de Sovjetinlichtingen- dienst in bezet West-Europa, het zoge- naamde Rode Orkest, voorzover niet door de Duitsers onschadelijk gemaakt. Zij werden door de gpu (voorganger van de kgb) verantwoordelijk gesteld voor de liquidatie van hun spionagenetwerken! Ondanks zijn grote Verdiensten voor de communistische zaak duurde Rado's detentie tot ruim na de dood van Stalin (1953). In zijn memoires - zijn biografie Deckname Dora (1974) werd in 17 talen vertaald - negeert Rado zijn verblijf in de Lubjanka. Zijn gevangenisjaren hebben zijn politieke levensbeschouwing niet bei'nvloed. Hij beschouwde deze periode als voortzetting van zijn strijd tegen het kapitalisme. Vol energie terug in Hongarije Als overtuigd communist keerde hij in 1955 naar Hongarije terug. Daar wachtte hem een nieuwe vuurproef! Hij kwam thuis aan de vooravond van de anti- communistische opstand van de Honga ren in 1956. Na de krachtdadig Russi sche interventie slaagde hij er in zijn po- sitie te consolideren en door te dringen tot het niveau der beleidmakers. De kar- tografie en de geografie voeren er wel bij! Hij werd hoogleraar Economische Geo grafie aan de Karl Marx universiteit te Budapest en wist geleidelijk leidingge- vende bestuursposten te verwerven van een aantal geografische, kartografische en geodetische organisaties. De visie en de initiatieven die hij in deze functies ontplooide waren indrukwekkend. 2000-XXVI-4 Tot Rado's belangrijkste Verdiensten op internationaal gebied rekende hij zelf de initiatie, organisatie en voltooiing van de Internationale Wereldkaart 1:2.500.000. Hij lanceerde het pro- ject in 1956 en wist zeven socialistische landen te bewegen elk de productie van een aantal kaartbladen voor hun rekening te nemen. Als voorzitter van de internationale redactiecommissie bepaalde Rado het productietempo. Het eerste blad verscheen in 1964 en 12 jaar later werd de complete serie bestaande uit 234 bladen op het iCA-congres te Moskou vertoond. Een groot succes, vooral wanneer gezien tegen de achtergrond van de we reldkaart 1:1 miljoen, het plan van Albrecht Penck uit 1891, dat in 1953 door de Verenigde Naties was overgenomen en onvol- tooid was gebleven. Het was echter teleurstellend dat de pro ductie van de i:2.500.ooo-bladen beperkt bleef en dat de kaart die zo veel publiciteit verkreeg en werd aanbevolen als basis voor thematische kartering buiten de socialistische landen moeilijk te verkrijgen was. In 1965 lanceerde Rado het nieuwsbulletin Cartactual dat driemaandelijks en later tweemaandelijks overzichten in kaart- vorm bevatte van alle veranderingen die zieh op de wereldkaart voltrokken. In 1971 werd deze uitgave uitgebreid met het bul- letm Cartinform met aankondigingen en besprekingen van nieuwe atlassen en kaarten. Beide uitgaven, ongeevenaard door enige andere publicatie, werden alom door atlasredacteuren bijzonder gewaardeerd. Zij werden na Rado's overlijden door zijn medewerkers voortgezet tot 1993. In de ica was Rado een energieke promotor van de themati sche kartografie. Hij was j arenlang voorzitter van de commissie die zieh met dit onderwerp bezighield en hij wist de Carto- graphy Section van de United Nations, tot dusver uitsluitend geinteresseerd in topografische kartering, te bewegen aan the matische kartografie aandacht te besteden, onder meer in het periodiek World Cartography. Ook op nationaal niveau was hij vurig pleitbezorger van het belang van dit type kaartering voor pianologische doeleinden. De National Atlas of Hungary (1967) en de zesdelige Atlas of Hungarian Regional Flanning (1974), beide onder Rado's leiding tot stand gekomen, zijn hiervan treffende getuigen. Bovendien begreep hij de groeiende rol van de Computer in de kaartvervaardiging, een proces dat hij natio naal bevorderde. Figuur 1 - Ter gele- genheid van Sandor Rado 's 8oe verjaardag in ipyp werd hem te Budapest door F. J. Ormelingsr. het ere- lidmaatschap van de International Carto- graphic Association aangeboden. 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2000 | | pagina 25