Geografische basis voor Europa Utopie, visioen of werkelijkheid? KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT ARTIKEL R. Harbeck beheer van geografische informatie, topografische kartografie TREFWOORDEN management of geographical information, topographic cartography KEYWORDS gestion de l'information geographique, cartographie topographique M OES-GEES De vraagstelling Wanneer er op een kartografiecongres over een geografische basis wordt ge- sproken in plaats van over een kartogra- fische, dan moet daar ook een reden voor worden gegeven. Want kartografen zijn gewend om hun vak als de funda- mentele discipline te beschouwen die zorgt voor de kartografische basis, zon- der welke alle aardwetenschappelijke dis- ciplines hun ruimtelijk gebonden resul- taten niet kunnen weergeven. Want om hetgeen men ervaart, onderzoekt of on- derkent in ruimtelijk verband weer te geven, te documenteren en te visualise- ren, kan men alleen de methoden van de kartografie gebruiken. En daarom kan het slechts om een 'kartografische basis' gaan en daar gaan de kartografen over. Maar, op de drempel van de 2ie eeuw moeten we ons toch afvragen, met het oog op de groei en de informatiemaat- schappij en haar uitdagingen en de zieh steeds breder ontvouwende geo-informa- tica, welke rol de kartografie nog speelt in de algemene methodenleer van de be- schrijving van het aardoppervlak. Een van de antwoorden zou als volgt kunnen luiden: De kartografie moet geodata in hun onderling verband zichtbaar maken en geo-informatie overdragen [Harbeck, 1996]. En we moeten ons verder afvra gen welke nieuwe op de ruimte betrok- ken media en methoden de gebruikers van geodata op het ogenblik ter beschik- king staan voor documentatie, visualise- ring en animatie. Aan de beschrijving van het aardoppervlak door middel van Symbolen hebben de remote sensing en de informatica (ondersteund door zeer krachtige programma's, Computers Rolf Harbeck is werkzaam bij het Landes vermessungsamt Nordrhein-Westfalen, Muffendorfer Straße 19- 21, 53177 Bonn, [e] harbeck@ lverma.nrw.de en opslagmedia) nieuwe mogelijkheden toegevoegd. Daarop zal hieronder verder worden ingegaan. Maar zowel het bewustzijn van de 'kaartgebruiker' met betrek- king tot de inhoud en het uiterlijk van de kaart, als de eisen die de gebruiker steh aan computer-gegenereerde oplossingen met betrekking tot de ruimtelijke informatie zijn veranderd. Dit geldt zowel voor experts als voor leken. Wanneer het drie- dimensionale aardoppervlak in de vorm van een digitaal model ter beschikking Staat, en als programmapakketten onder ande re ook tot kartografische visualiseringen kunnen leiden, dan verovert de kaart een nieuwe plaats. Men kan ook zeggen dat ze haar traditionele plaats verliest. Andere 'geografische' ofte- wel aardbeschrijvende, ruimtelijke gegevens worden aan ons instrumentarium toegevoegd voor zowel oude als nieuwe toe- passingen. De vraag is hier of ze voor een statengemeenschap zoals het Verenigd Europa gestandaardiseerd kunnen worden. De kartografische traditie De ruimte die ons op aarde omgeeft valt met de middelen van de spreektaal maar zeer gebrekkig te beschrijven, en de poging om deze ruimte bijvoorbeeld met foto's uit te beeiden leidde steeds tot een subjectieve, ook door de kunst bei'nvloedde wij- ze van kijken. Een ook maar enigermate relevant en objectief beeld van het aardoppervlak kan men beter met een systeem van zakelijke grafische tekens overdragen. Dat bewustzijn vormt de basis voor de kartografie die, zoals bekend, kan bo gen op een geschiedenis van meerdere millennia. De procedu- re om het grondgebied van een Staat of van een deel daarvan op basis van een topografische opname met hulp van een kar- tografisch systeem van Symbolen te documenteren gaat in Midden-Europa terug tot het midden van de i8e eeuw. Met de planchetbladen' heeft deze procedure in de 19c eeuw een ar chetype voortgebracht waaruit de huidige nationale topografi sche kaart zieh succesvol kon ontwikkelen. Het is niet onbe- langrijk dat in dat proces eerst de militaire belangen en pas la- ter de civiele belangen de drijvende krachten waren - het is te zien aan de talrijke overblijfselen uit het tijdperk van de mili taire ontwikkeling. In de Bataafse Republiek had luitenant Krayenhoff in 1798 de 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2000 | | pagina 31