c
planningsfasen
34
KARTOGRAFISCH TIJDSCHR1FT
2OOO-XXVI-4
rapport
bijlage
0
1
•m
Ol
voorlichtings-
2. brochure
Q.
Figuur 1 - De drie
dimensies die de eisen
van het kaartmateri-
Voor welke doelgroep is de kaart bestemd? Er wordt in het
onderzoek een vergelijking gemaakt tussen beleidsmakers en
het algemene publiek. Beleidsmakers hebben over het alge-
meen meer ervaring met het lezen van kaarten dan het alge
mene publiek, en zijn meer ge'interesseerd in gedetailleerde
informatie.
In welke planningsfase wordt de kaart gepubliceerd? Er wor
den in de literatuur zes fases genoemd [Van der Schans,
1984], namelijk:
1. Inventarisatie en analyse (kaarten met informatie over de
spreiding en samenhang van elementen in de bestaande si-
tuatie);
2. Probleem- en doelstellingsanalyse (waarderingskaarten en
probleemkaarten)
3. Prognose, planning en ontwerp (werkkaarten m.b.t. de
eerste plannen);
4. Inspraak, overleg en besluitvorming (kaarten in rapporten);
5. Uitvoering (juridische kaarten, technische tekeningen, kaar
ten die de planning van diverse diensten in beeld brengen);
6. Leren (aanpassen van eerder ontworpen kaartmateriaal).
In welke vorm (bijlage, rapport of voorlichtingsbrochure)
wordt de kaart gebruikt? Bijlagen bevatten gedetailleerde in
formatie; voorlichtingsmateriaal daarentegen geeft op een
overzichtelijke manier algemene informatie weer.
Tabel 1 - Kenmerken
van het kaartmateri
aal in een bepaald
format voor verschil-
Doelgroep Decision-makers
Format
Rapport
Bijlagen
gedetailleerde informatie
en objectief
kaartmateriaal wel abstract
meer universeel
informatie zeer gedetailleerd
en objectief
kaarten minder abstract
groepsgebonden
Publiek
evt. rapport
Voorlichtingsmateriaal
samenvatting van de
informatie
hoog abstractieniveau
van het kaartmateriaal,
subjectief
universeel
Met welk medium wordt de kaart ge-
presenteerd (zie volgende paragraaf)?
Aan de hand van deze aspecten is een
kubus ontwikkeld met daarin drie di
mensies die de eisen van het kaartmateri
aal ten behoeve van ruimtelijke presenta-
ties bepalen (figuur 1). In de tabellen 1
en 2 worden de eigenschappen van deze
dimensies samengevat.
De bovengenoemde aspecten zijn ge
bruikt bij een vergelijkend onderzoek
naar bestaand kaartmateriaal. Uit dit on
derzoek zijn een aantal knelpunten naar
voren gekomen:
Vaak worden de doelstellingen niet in
het kaartmateriaal gevisualiseerd, maar
wanneer dat wel het geval is heeft men
Problemen met het weergeven van ver-
anderingen in de tijd en de invloeden
van de plannen op de buitenwereld.
Het doel van de kaart bij ruimtelijke or-
dening is het weergeven van plannen. Er
moet naar voren komen waar deze zijn,
wat deze zijn, wat de invloed is op de
rest van de omgeving en wat de voor- en
nadelen zijn. Daarbij moet men in het
kaartmateriaal kunnen laten zien wat de
modaliteit is van de plannen (wat er
kan, wat er mag en wat er moet veran
deren). De fasering van de plannen
moet 00k in kaart worden gebracht. Dit
houdt in dat de lezer uit het kaartmate
riaal kan afleiden hoe de plannen zieh
ontwikkelen binnen het betreffende ge-
bied en hoe dat gebied er over bijvoor-
beeld een, vijf of tien jaar uitziet.
Bestaand kaartmateriaal wordt niet
aangepast aan kennis en vaardigheden
van de burger, maar direct in het voor
lichtingsmateriaal gepubliceerd, waar-
door de kaarten niet voldoen aan de
eisen van deze doelgroep, en het wer-
vende karakter van de kaart verloren
gaat. De kaart is dan niet meer herken-
baar voor de doelgroep.
De topografische ondergrond wordt
vaak niet aan het thema aangepast. De
leesbaarheid gaat achteruit door de aan-
wezigheid van veel informatie die niet
van belang is voor het thema.
Randinformatie verdwijnt bij het ko
pieren van de kaart ten behoeve van
publicatie eiders.
Als gevolg van gebrekkige communica-
tie tussen de kartograaf en derden ont-
staan bij de publicatie van kaartmateri
aal in een rapport of brochure fouten
(bijvoorbeeld verkleining van de kaart
waardoor deze niet meer leesbaar is).
De kaart verliest dan zijn funetie van
informatieoverdracht.
Standaardisatie van het kaartmateriaal
gaat verloren doordat het ontwerp ervan
in handen is van verschillende personen.