KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT het GeoData team van esri. Hij houdt zieh bezig met de advisering op het ge- bied van geografische data en de verdere uitbouw van de afdeling GeoData. Na zijn Studie Sociale Geografie was Jan van Berkel werkzaam bij Siemens Nix dorf waar hij verantwoordelijk was voor consultancy van geo-informatie-syste- men. Binnen esri Nederland heeft hij al enige jaren ervaring opgedaan als Busi ness Consultant, laatstelijk voor de Tele com markt. esri Nederland heeft met GeoData sinds i januari 2000 een aparte afdeling voor het leveren van diensten op het ge- bied van geograßsche data. Deze data bestaat uit Straten, topografie, demogra- fie en satellietbeelden. Voor de levering van data heeft de afdeling GeoData sa- menwerkingsverbanden met verschillen- de internationale dataleveranciers. De manager van deze afdeling is ir. Martijn Nanninga, geodetisch ingenieur. In het verleden heeft Martijn Nanninga diverse funeties vervuld bij and International Publishers. Hij beschikt over een ruime marktkennis en ervaring op het gebied van data voor gis. Expositie I 25 jaar Dienst der Hydrografie Op 8 juli 1999 was het 125 jaar geleden dat de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine in dienst werd ge- steld. AI sinds zijn oprichting verzamelt, bewerkt en publiceert de Hydrografische Dienst systematisch gegevens over onder andere zeeen, kusten en waterdiepten. Dit jubileum is voor de Dienst der Hy drografie, het Instituut voor Maritieme Historie en het Mariniersmuseum aan- leiding om een tentoonstelling te organi- seren over deze unieke dienst binnen de Koninklijke Marine. De expositie vindt plaats tot en met 4 maart 2001 in het Mariniersmuseum, Wijnhaven 7, Rot terdam. verslagen Verslag studiedag NVK-werk- groep voor de Geschiedenis van de Kartografie te Utrecht op 16 juni 2000 Met het thema Kartografie en kunst kun je vele kanten op. Dat besefte 00k de NVK-werkgroep voor de Geschiedenis van de Kartografie (wgk), toen zij in het najaar van 1999 besloot om een studie dag aan dit onderwerp te wijden. Het lag in de bedoeling om toch vooral de kruisbestuiving tussen de historische kartografie en de kunsthistorie te bena- drukken. In de loop van 2000 werden dan 00k verscheidene potentiele sprekers uit beide diseiplines benaderd met de vraag of zij aan de körnende studiedag van de wgk een bijdrage wilden leveren. Heiaas bleken met name de vertegen- woordigers van de kunsthistorische tak om uiteenlopende redenen aan deze op- roep geen gehoor te kunnen geven. Des- ondanks wist de wgk voor haar 2ie stu diedag weer een uitgebalanceerd pro- gramma in elkaar te draaien, dat recht deed aan de veelzijdige aspecten van het thema. Het in grote getale toegestroomde pu- bliek - ruim tachtig bezoekers - kon zieh op vrijdagochtend 16 juni 2000 in het Transitorium 1 van de Universiteit Utrecht opmaken voor maar liefst zes le- zingen. Mr. H.J. Nalis beet de spits af met een bijdrage over de beroemde gra- veursfamilie Van Deutecum (Doetin- chem). Deze familie vindt zijn oor- sprong in de i6e eeuw. De stamvader, Jan ter Heghe, was glasmaker van be- roep. Glasmakers kwamen regelmatig in aanraking met prenten, die zij als voor- beeld gebruikten. Het is dan 00k niet verwonderlijk dat Joannes van Deute cum - zoon öf kleinzoon van Ter Heghe - van glasmaker uitgroeide tot graveur. In het derde kwart van de i6e eeuw werkte hij samen met zijn broer Lucas. Ze vervaardigden ornamentprenten en kaarten, meestal geetst of gegraveerd, een enkele houtsnede daargelaten. Aan de hand van tal van voorbeelden illu- streerde Nalis dat de Van Deutecums bovenal 'reproduetiegraveurs' waren. Al leen met betrekking tot de decoratieve dementen in het kaartbeeld waren zij mondjesmaat origineel. Meer origineel heetten de Van Deutecums te zijn in het letteren van kaarten en prenten. Vanaf 1570 ontwikkelden zij een eigen stijl met mooie ronde letters. Nalis besprak tot slot nog enkele praktische problemen, die ontstonden tijdens het beschrijven van de kaarten en de prenten van de Van Deutecums voor de Hollstein-reeks. Onder meer kwam hij een koperplaat van een prent tegen, waarvan geen enke le afdruk bewaard is gebleven. Met be- hulp van een Spiegel kon Nalis deze ech ter toch beschrijven en uiteindelijk in de catalogus opnemen. Tweede spreker op de studiedag was drs. E. de Groot, die inging op de fimetie en betekenis van de welbekende Atlas Blaeu-Van der Hem. Deze 46-delige ver- zamelatlas, gebaseerd op Blaeu's Atlas Maior, werd tussen 1658 en 1678 samen- gesteld door de Amsterdamse patricier Laurens van der Hem. Momenteel be- 2000-XXV1-4 vindt de atlas zieh in de Österreichische Nationalbibliothek in Wenen. Aanvan- kelijk werd door kunsthistorici gedacht dat Van der Hem geheime voc-kaarten in het bezit had. Recentelijk onderzoek heeft uitgewezen dat deze kaarten hoog- uit exclusief waren. Van der Hem was een verzamelaar pur sang: voor hem be- zaten de kaarten geen enkele weten- schappelijke, strategische of economi- sche waarde. Wel geeft de verzameling blijk van Van der Hems curiositas, ofwel zijn drang naar universele kennis. Goede voorbeelden daarvan zijn volgens De Groot de legenda's met plaatsaanduidin- gen en andere bijzonderheden, die Van der Hem vaak aan de tekeningen toe- voegde. Van der Hem was trots op zijn eigen atlasproject, dat hij een 'volstrekt eerbare ontspanning' noemde. De atlas was dus zijn visitekaartje. Daarbij ging het hem niet zozeer om vertoon van rijk- dom, als wel om vertoon van bescha- ving. Aan de totstandkoming van de at las is vijftig jaar gewerkt. Eerst begon Van der Hem met het aanleggen van een verzameling topografische tekeningen, vervolgens ging hij over tot de aanschaf en bewerking van een Atlas Maior. Beide zaken werden daarna, tussen 1664 en 1672, samengevoegd. Uiteindelijk volgde nog een fase van perfectionering en ver- dieping. 'In plaats van een op de buiten- wereld gericht teken van eer en waardig- heid, ging de atlas fungeren als een mo- nument van en voor de familie Van der Hem', aldus De Groot. Na Van der Hems overlijden in 1678 stopte het werk aan de atlas. Uiteindelijk werd deze ver kocht en de nog onvoltooide delen wer den zonder enige toevoeging ingebon- den. De atlas, zoals die nu in Oostenrijk bewaard wordt, weerspiegelt dus nog maar gedeeltelijk de oorspronkelijke in- tenties van de verzamelaar. In de derde lezing van de studiedag gaf drs. T. Goedings een overzicht van het werk van Dirck Jansz. van Santen. Vari Santen was de beroemdste kleurder of 'afzetter' van het I7e-eeuwse Nederland. Uit banden van prof. dr. G. Schilder ontvingen L. den Engelse (r) en P. Schotsman (m) de Caert- Thresoorprijs ippp (foto: Marco van Egmond). 57

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2000 | | pagina 63