KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 200I-XXVII-I verhindert een zinvolle keuze. De knellende vraag die dan ook beantwoord moet worden luidt: Kan worden voorkomen dat een gebruiker ongeschikte gegevens of kaarten aanwendt voor het nemen van beslissingen of voor verdere verwerking in een GIS? En zo niet, hoe kan een gebruiker dan de beste beslissing nemen op basis van deze niet-optimale gegevens of kaarten. Hoe om te gaan met onzekerheid in gegevens Gegevens verkrijgen betekenis wanneer ze waardevol blijken te zijn in het oplossen of hanteren van een probleem, en dit ver eist niet alleen de data zelf, maar ook informatie over deze data, de zogenaamde metadata. Deze metadata kan duidelijk- heid verschaffen over de bruikbaarheid van het beschreven ge- gevensbestand: Stephanou Sage [1987] stellen terecht dat gegevens vrijwel nooit 100% perfect geschikt zijn voor de be- oogde toepassing ("...incomplete, uncertain, inconsistent, or otherwise not totally suited to the judgemental task at band... Het probleem dat hierboven blootgelegd is kan worden sa- mengevat als een zoektocht naar informatie over de 'kwaliteit' van data. Chrisman [1984] heeft kwaliteit gedefinieerd als 'fitness for use' en deze betekenis is thans algemeen geaccep- teerd in de geografische informatie gemeenschap: "...theprocess of Converting a particular fact into information must comprehend the fitness of that fact for some particular purpose... [Chrisman, 1991]. De behoefte aan informatie over de 'fitness for use' van een geografische dataset is aanzienlijk toegenomen sinds de intro- ductie van informatiesystemen en de beschikbaarheid van enorme hoeveelheden digitale data (vooral remote-sensing- data!). Kwaliteitsaspecten hebben echter altijd een belangrijke, maar meer impliciete rol gespeeld in de geografische gegevens- verwerking. Kartografen hanteerden bijvoorbeeld van oudsher een evenwicht tussen vorm en inhoud van een grafische repre- sentatie. Om dit doel te bereiken moest wel eens 'een beetje gelogen' worden zodat de waarheid beter naar voren kwam [Muller, 1987], hiermee opzettelijk fouten introducerend ten- einde de interpretatie door de gebruiker te verbeteren. Goodchild Gopal [1989] geven een aantal redenen waarom digtitale gegevensverwerking een meer expliciete nadruk op kwaliteitszaken vereist dan conventionele kaarten. Ze komen alle neer op het feit dat informatiesystemen een hoge precisie nastreven die veelal divergeert van de nauwkeurigheid van de beschouwde gegevens. Dit is enorm gevaarlijk, temeer wan neer men zieh realiseert dat deze incompatibiliteit de schijn kan wekken van pseudo-nauwkeurige data die gebruikt moe- ten worden door een sterk uiteenlopend gezelschap gebruikers. In het vervolg van het verhaal zal over onzekerheid gesproken worden, een meer generieke term die weliswaar bijdraagt aan het kwaliteitsoordeei. Gezien de revolutionaire invloed van re- mote-sensing-gegevens op de geografische gegevensverwerking in het algemeen en kartografie in het bijzonder zal de nadruk hierbij liggen op de verwerking van satellietdata, met name de classificatie van Landsat Thematic Mapper data in landbedek- kingsklassen. Zonder een idee te hebben van de onzekerheden van een classificatie verwordt informatie-extractie, en besluit- vorming, tot een willekeurige procedure die overheerst wordt door louter praktische overwegingen zoals toegankelijkheid en beschikbaarheid, sterk leunend op gewoonten. De vraag is of de introduetie van additionele kennis in het classificatieproces de daaruit volgende beslissingen positief beinvloedt door de Figuur 2 - Het com- bineren van kaartin- formatie en satelliet- beeldinformatie is riskant wanneer de informatieniveaus niet overeenkomen, bijvoorbeeld als gevolg van schaalniveaus. Het detail toont de we gen uit de kaart (die is vergroot), in verge- lijking met de infor matie die uit inter pretatie van het satel- lietbeeld volgt (de dikke zwarte lijnen). hoeveelheid onzekerheid te reduceren of af te wegen tegen het beoogde doel. Het Camotius-project [van der Wel, 199 5] d dat in de eerste helft van de jaren negentig is uitgevoerd, heeft tot doel ge- had de onzekerheden rondom een bo- vengenoemde classificatie in beeld te brengen, ook letterlijk middels visualisa- des. Binnen het onderzoek is een gelaag- de struetuur te onderscheiden: In de eerste plaats is gekeken hoe de onzekerheid in een bepaalde dataset achterhaald kan worden. Daarnfiast is gekeken in hoeverre de vastgestelde onzekerheid teruggebracht kan worden tot een voor de gebruiker aanvaardbaar niveau. Parallel aan bovenstaande benadering zijn ideeen uit de wiskundige beslis- analyse bestudeerd waarmee gegeven een hoeveelheid onzekerheid, toch ver- antwoorde beslissingen kunnen wor den genomen. Tot slot zijn kartografische visualisaties (her)ontdekt aan de hand waarvan een gebruiker van geografische informatie eenduidig gei'nformeerd kan worden over de informatiewaarde van de data. Over welke onzekerheden praten we hier? Gesteid is reeds dat de nadruk tij- dens het onderzoek op de verwerking van remote-sensing-data heeft gelegen, met name de classificatie van Landsat- TM-beelden. Aan de hand van dit ver- werkingsproces kunnen drie typen onze- (vergroot geintegreerd beeld detail kaart kaart satellietbeeld 26

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2001 | | pagina 32