KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2QOI-XXVII-I kerheid worden onderscheiden, namelijk onzekerheid gerela- teerd aan brongegevens, aan methode(n) en aan gebruik. Denk bij de eerste categorie bijvoorbeeld aan de eigenschap- pen van de satelliet en de daaruit volgende consequenties voor resolucie (ruimtelijk, spectraal, radiometrisch, temporeel). De tweede categorie behelst onder meer de geldigheid van statisti sche aannamen binnen de gebruikte classificatiemethode (bij voorbeeld de in het onderzoek gebruikte Bayes' Maximum Li- kelihood- en k-Nearest Neighbour-classificatie, [van der Wel, 2000, hoofdstuk 3]). Ook tijdens het gebruik van de classifica- tieresultaten kan onzekerheid getntroduceerd worden. Wan- neer classificaties gebruikt worden om veranderingen over een periode te volgen (monitoring), is de volledigheid en nauw- keurigheid van de afzonderlijke gegevenslagen bepalend voor het interpretatieresultaat! Vier benaderingen kort geschetst Afleiden van onzekerheidsinformatie In de vorige sectie zijn vier benaderingen genoemd met betrek- king tot het omgaan met onzekerheid in ruimtelijke gegevens- bestanden. Het ligt voor de hand om, alvorens over onzekerhe- den te kunnen praten, vast te stellen of er aanleiding is om aan de gebruikswaarde van de data te twijfelen. Dit vergt enerzijds inzicht in het verwerkingsproces dat de data hebben ondergaan en anderzijds toegang tot relevante achtergrondinformatie over de bestanden (metadata): hoe oud zijn de data, wat is hun 'ver- leden'? Een kwalitatieve, beschrijvende duiding van onzeker heid is vaak goed mogelijk ('de classificatie gaat gepaard met een hoge mate van onzekerheid gezien de läge resolutie'), het vaststellen van een maat waarmee onzekerheid in een getal kan worden uitgedrukt is veel moeilijker. Binnen het onderzoek is gebruik gemaakt van de waarschijnlijkheidsvectoren die een product vormen van de probabilistische classificatiemethode die bestudeerd is. Het gaat hier om de zogenaamde maximum a posteriori classificatiemethoden waarbij voor ieder beeldele- ment (pixel) een vector van waarschijnlijkheden wordt bere- kend. De waarden vertegenwoordigen, voor elk van de onder scheiden landbedekkingsklassen, de waarschijnlijkheid dat deze klasse de werkelijke klasse is. De vectoren geven de verschillen in onzekerheid weer die zieh in de classificatie voordoen en kunnen opgeslagen worden in een gis om als basis te dienen voor de afleiding van andere onderzekerheidsmaten. Reductie van onzekerheid Naast de bepaling van onzekerheid kunnen de inspanningen ook gericht worden op het terugdringen van de hoeveelheid onzekerheid in een remote-sensing-gegevensbestand. De maxi mum a posteriori classificatieregels geven ruimte aan het meewe- gen van a priori kennis in het classificatieproces, op een niveau dat het eenvoudig toekennen van een gewicht per klasse in be- staande beeldverwerkingsprogramma's ver overschrijdt. Wan- neer in een bepaald gebied ma'fs veel meer voorkomt dan gras- land, dan wordt veelal op het niveau van afzonderlijke beeldele- menten een hoger gewicht toegekend aan mai's en een lager gewicht aan grasland. Hiermee wordt de classificatie gestuurd, echter, voor ieder beeldelement op dezelfde wijze en ongeacht de positie in het beeld. Het is veel zinvoller om volgens een stratificatie te werken en eerst die gebieden te onderscheiden waarvoor gelijke gewichten kunnen worden toegekend! Redeneren met onzekerheid Een andere Strategie behelst de toepassing van ideeen achter beslisanalyse, waarmee optimale beslissingen worden nage- streefd gegeven de onzekerheid in de informatieklassen. Het combineren van waarschijnlijkheidsleer en utiliteitentheorie draagt bij aan de selectie van de beste beslissing onder de gege ven omstandigheden. Het idee is eenvoudig, doch nog onbe- kend in de geografische wereld. De beslissing om een landbe- dekktngskaart te actualiseren is afhankelijk van de mate waarin bijvoorbeeld nieuwe gewassen in het actuele beeld worden on derscheiden. Daar dit middels een classificatie geschiedt is er sprake van onzekerheid die gekwantifieeerd kan worden in een waarschijnlijkheidsvector. De 'normale' benadering is te kie- zen voor de klasse met de hoogste waarschijnlijkheid en deze als richtlijn te nemen voor het vaststellen van een eventuele verandering in landbedekktng. De beslisanalyse gaat verder en betrekt utiliteiten in het verhaal: hoe wenselijk zijn de gevol- gen van een bepaalde actie, oftewel, hoe erg is het als de kaart geactualiseerd wordt terwijl dat eigenlijk niet nodig was (in termen van tijd, geld enz.). Hierdoor wordt het beslisproces vanuit een andere hoek benaderd: er wordt een evenwicht ge- zocht tussen enerzijds de informatiewaarde (onzekerheid) en anderzijds het risico van een verkeerde beslissing en de daaruit voort vloeiende gevolgen. Dit is een interessante visie die meer aandacht verdient omdat het onderscheid maakt in het beoog- de gebruik van de data (door de definitie van utiliteiten). Visualiseren van onzekerheid Zowel de probabilistische resultaten van de classificatieproce- dure als andersoortige onzekerheidsinformatie kan worden on- derworpen aan kartografische visualisatieregels teneinde tot een raamwerk te komen voor de communicatie van dergelijke ruimtelijke meta-data. Statische maar ook meer dynamische benaderingen bieden aanknopingspunten voor de Gis-gebrui- ker die eenvoudige maar overtuigende visualisaties nodig heeft om de fitness for use te achterhalen. Commerciele Gis-pro- gramma's Schieten nog steeds tekort wanneer het om dergelij ke visualisaties gaat terwijl de kartografische theorie op dit ge bied nog niet uitgerijpt is. Het raamwerk dat door Jacques Bertin [1967] is samengesteld voor visuele communicatie biedt een uitgangspunt voor de definitie van 'nieuwe' variabelen, en combinaties daarvan, waarmee onzekerheidsinformatie verant- woord gevisualiseerd kan worden. Computertechnologie biedt aanknopingspunten voor een uiterst interactieve exploratie van de gebruikswaarde van ruimtelijke gegevensbestanden! Slot De geo-informatiemarkt is momenteel sterk aan het verande ren onder invloed van de komst van nieuwe databronnen (ikonos) en de discussies rondom het toegankelijk maken van (overheids)informatie (zie bijvoorbeeld [Ravi, 1999]). Het is duidelijk dat metadata, en dus ook onzekerheidsinformatie, een grotere rol gaan speien in de beslisprocessen met betrek- king tot het al dan niet gebruiken van bepaalde data. Het on derzoek dat in het proefschrift is uitgewerkt biedt een intro- duetie in de wijze waarop dergelijke metadata afgeleid en ge- communiceerd kunnen worden. Gebruikers moeten wellicht meer bewust worden gemaakt van het idee dat onzekerheid in data bestaat en dat hiermee rekening moet worden gehouden: investigating product uncertainty may not be a 'money- making issue, failure to cope adequately with it may well make it a 'money-losing' one.[Hunter Goodchild, 1996]. Het beschikbaar stellen van grote hoeveelheden ruimtelijke ge- gevens aan grote groepen gebruikers in de nabije toekomst (bijvoorbeeld via internet-toepassingen) kan katalyserend wer- 27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2001 | | pagina 33