GIS
Selectie van kaartprojecties binnen
44
ARTIKEL
Heere M. Storms
200I-XXVII-I
kaartprojecties, gis, onderzoek
map projections, gis, research
projections cartographiques, Gis, recherche
TREFWOORDEN
KEYWORDS
MOTS-CLES
Het aantal projecties binnen Gis-systemen lijkt ongemeen
groot. Arclnfo kent 46 verschillende projecties, Maplnfo
kent er zelfs 418. Hierbij moet overigens vermeld worden dat
veruit de meeste projecties werken met een nationaal graad-
netsysteem, en te herleiden zijn tot een zelfde soort (vaak azi
mutaal). Aan de Universiteit Utrecht wordt momenteel on
derzoek gedaan naar de mogelijkheden om de keuze van een
projectie binnen Gis-pakketten te vereenvoudigen. Het doel
van het onderzoek is om op een nieuwe manier tot het selec-
teren van een juiste projectie te komen, namelijk op grond
van de metrische kwaliteit ervan. Deze metrische kwaliteit
wordt bepaald door middel van de 'Cirkelmethode'.
Elger Heere en Martijn
Storms zijn Studenten
GIS-Kartografie aan de
Universiteit Utrecht. Dit
artikel is gebaseerd op
hun gezamenlijk
afstudeeronderzoek.
[e] e.heere students.
geog.uu.nl,
[e] m.storms@ students.
geog.uu.nl.
Projectieclassificatie
Geografische informatiesystemen hebben het proces van kaart-
vervaardiging eenvoudiger gemaakt. De kans op het maken
van fouten is hiermee echter 00k toegenomen [Nyerges Jan-
kowski, 1989]. Om goede kaarten te kunnen maken moet ie-
dere Gis-gebruiker basiskennis hebben van de projectieleer
[Snyder, 1987]. Alleen dan is de gebruiker in Staat om een juis
te projectie te selecteren. Voordat deze selectie plaatsvindt,
moeten de projecties eerst geclassificeerd zijn [Nyerges Jan-
kowski, 1989]. Er zijn diverse pogingen gedaan om tot een
sluitende classificatie te komen.
In tegenstelling tot bij de klassieke benaderingen wordt in ons
onderzoek de plaats op aarde van het af te beeiden gebied bui-
ten beschouwing gelaten. Door transformaties is het tegen-
woordig mogelijk om projecties met hun raaklijn of raakpunt
door het af te beeiden gebied te laten gaan. De 'verplichte'
keuze voor een azimutale projectie bij polaire gebieden, cilin-
derprojecties bij equatoriale gebieden en kegelprojecties bij de
gematigde zones lijkt dan 00k achterhaald. AI naar gelang het
doel van de kaart kan gekozen worden voor een conforme,
equivalente of equidistante projectie. Bij conformiteit zijn de
hoeken op de kaart gelijk aan de hoeken in werkelijkheid. Ver-
vormingen treden dan op bij afstanden en oppervlakten. Is een
kaart equivalent, dan is deze oppervlaktegetrouw. Een equidis
tante kaart is afstandsgetrouw längs bepaalde lijnen in de kaart
of vanuit den of twee punten op de kaart. Afstandsgetrouw-
heid geldt dus nooit voor de gehele kaart. Combinaties van
doelen zijn mogelijk. Dat kan leiden tot de keuze voor een
projectie die noch conform, noch equivalent is. Pseudo-vor-
men zijn bijzondere constructies die kunnen worden gebruikt
om de aanwezige vervormingen nog verder te verminderen. Bij
pseudo-vormen is er geen sprake meer van zuivere projectie-
vlakken, maar zijn de kaartbeelden gebaseerd op wiskundige
formules. Bij toepassing daarvan wordt een projectievlak ver-
vormd. De manier waarop dit gebeurt is per projectie verschil-
lend. Tabel 1 geeft de projecties die in het onderzoek zijn ge
bruikt, volgens de door ons gehanteerde classificatie.
Probleemstelling
Zoals in de inleiding al is aangegeven, is het wenselijk dat de
keuze voor een kaartprojectie in Gis-pakketten vereenvoudigd
wordt. Belangrijk hierbij is dat de Gis-gebruiker een bewuste
keuze voor een projectie maakt. In de huidige Gis-pakketten
verschijnt er een projectie op het scherm zonder dat de gebrui
ker er over na heeft kunnen of hoeven denken. Via een aantal
vragen in het GlS-pakket met betrekking tot het doel van de
kaart en de grootte en vorm van het af te beeiden gebied, zou
de gebruiker zelf moeten bepalen welke projectie voor zijn toe
passing het meest geschikt is. In een dergelijke selectieproce-
dure wordt uiteindelijk een keuze gemaakt uit een beperkt
aantal projecties. Zo is het bijvoorbeeld overbodig uit allerlei
verschillende equivalente projecties te moeten kiezen. De equi
valente projectie met de hoogste metrische nauwkeurigheid
volstaat. Dat wil overigens niet zeggen dat de mogelijkheid om
een andere projectie te kiezen moet verdwijnen. Het is zeer