VAN DE REDACTIE 4 2QOI-XXVII-2 De toegankelijkheid van geo-informatie in Nederland Bij toegankelijkheid kan men denken aan fysieke toegankelijk heid (kan men de informatie ergens inzien, of zelfs vasthou- den?); men kan denken aan financiele toegankelijkheid en na- gaan of de informatie niet zö hoog geprijsd is dat hij buiten het bereik van de meeste potentiele gebruikers blijft; men kan denken aan technische toegankelijkheid en nagaan of de hard- en Software nodig voor het raadplegen van de informatie nog wel binnen het bereik van de modale gebruiker ligt; tenslotte kan men het gebruikersgemak onderscheiden, enerzijds een af- geleide van de hierboven onderscheiden vormen van toeganke lijkheid, anderzijds een functie van de structurering van de be standen, de opzet van de interface of de mate van abstractie. Wat voor geo-informatie betrok men vroeger van de overheid? Een blad van de bodemkaart 1:50.000, een blad van de Rivier- kaart 1:5000, een schetskaart 1:10.000 van de Topografische Dienst of een blad 1:1000 van Gemeentewerken. Dat waren betaalbare producten die men over de balie kon kopen en die meteen gebruiksklaar waren. Met uitzondering van de topo grafische kaart zijn de andere soorten papieren kaartseries thans uit het aanbod verdwenen; men kan bestanden aanschaf- fen tegen een veelvoud van de vroegere prijs of een plot bestel len met een, in vergelijking met de vroegere gedrukte kaarten siechte grafische kwaliteit. Met die veel duurdere bestanden kan wel veel meer, maar dat is niet meer voor iedereen wegge- legd. Er is hardware en Software voor nodig waar de doorsnee pc-bezitter niet over beschikt. Kan de doorsnee-kartograaf er nog wel bij? In dit speciale KT-nummer willen we nagaan welke bestanden deel uitmaken van de in Nederland beschikbare geo-informa tie en in hoeverre ze toegankelijk zijn, voor incidentele of ge- specialiseerde gebruikers. Rob Hootsmans geeft daartoe in zijn bijdrage een overzicht van de bestanden die de afgelopen paar jaar in het Kartografisch Tijdschrift de revue gepasseerd zijn in de serie landsdekkende bestanden. Daarna gaat Ferjan Ormeling na wat er mondiaal aan geo-informatie via het web beschik- baar is. Na die inventarisaties wordt op verschillende niveaus (rijk, provincie, gemeente en bedrijfsleven) bekeken hoe geo-infor matie ontsloten is en verwerkt en gedistribueerd wordt. Pieter Meijer en Albert Venemans nemen Rijkswaterstaat als voor- beeld van de ontsluiting van geo-informatie binnen een grote rijksdienst. Cor de Wit geeft aan hoe de provincies al vooruit- lopen op de initiatieven van staatssecretaris Van Boxtel inzake een vrijere verstrekking van geo-informatie. Koos Krijnders gaat in op de manier waarop gemeenten thans op de geo-infor- matiebehoefte inspelen, met het initiatief Overheidsloket 2000 en Geo-shop. Martijn Nanninga van esri behandelt het Geo- graphy Network initiatief. Dit deel wordt besloten door Leen Murre die met de bespreking van de rol van het Nationaal Clearinghouse Geo-informatie de verschillende producenten en consumenten bij elkaar brengt. Het belang van een goede geo-informatie-infrastructuur kan daarbij maar niet voldoende benadrukt worden! Als aanzet voor een onderzoek beschrijven Menno-Jan Kraak, Ferjan Ormeling en Jan Smits de rol die de Nationale Atlas zou kunnen speien als interface bij de geo-informatievoorzie- ning. Evenzeer resultaat van onderzoek is de bijdrage van Bart Spee en zijn begeleiders over een nieuw initiatief van het CBS geheten 'Buurt in Beeld', volgens hetgeen men vanaf april 2001 buurtgegevens in kaart- of tabelvorm van de CBS-website kan plukken. De nota Structuurschets Vastgoedinformatie geeft sedert 1992 het beleidskader voor de geo-informatie in Nederland. Vanaf 1999 is men nu bezig om dit document te actualiseren; de nieuwe nota zal met name gericht zijn op het bevorderen van een bre- der gebruik van de geo-informatie. Bij de discussie over deze materie lijken de kartografen, die een belangrijke rol speien bij de overdracht van de geo-informatie buiten spei te staan. De speciaal voor dit KT-themanummer Toegankelijkheid van geo- informatie in Nederland ingestelde deelredactie (bestaande uit Rob Hootsmans, Leen Murre, Ferjan Ormeling en Albert Ve nemans) wil hiermee alsnog een discussiebijdrage leveren. Omdat slechts een gedeelte van het tijdschrift in kleur kon worden gedrukt hebben we de hierboven weergegeven logische volgorde van de artikelen niet kunnen aanhouden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2001 | | pagina 10