Mondiale initiatieven betreffende de
verstrekking van ruimtelijke gegevens
M
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
ARTIKEL
F. J. Ormeling
gebruik van geografische informatie, achtergronden, overzicht
use of geographica! Information, background, survey
utilisation de I'Information geographique, information de reference, etude
TREFWOORDEN
KEYWORDS
MOTS-CL^S
Er wordt thans een aantal internationale initiatieven ont-
plooid om kleinschalige geo-informatie ter beschikking te
stellen via het web. Argument daarbij is onder andere dat we
zo van elkaar afhankelijk zijn wereldwijd, dat verstrekking
van de geo-informatie nodig om de duurzame ontwikkeling
van de aarde te realiseren niet door geheimhouding of hoge
prijzen belemmerd moet worden. De hier besproken initia
tieven gaan oorspronkelijk uit van Japan (Global Mapping)
en de Verenigde Staten (Digital Earth en gsdi), maar wor
den thans door internationale gremia geleid. Er is bovendien
tussen de hier behandelde initiatieven sprake van een belang-
rijke mate van samenwerking. gsdi betreft vooral verbetering
van de infrastructuur, terwijl het bij de andere initiatieven
gaat om geo-informatiebestanden.
Global Mapping
Van 28-30 november 2000 werd in Hi
roshima in Japan het 'Global Mapping
Forum 2000' gehouden, ter gelegenheid
waarvan versie 1.0 van de Global Map
werd gepresenteerd. Dat houdt in dat er
van een aantal aan het Global Mapping
project deelnemende landen nu een be
stand met een resolutie vergelijkbaar met
de schaal 1:1 miljoen vrij beschikbaar is
op het web en kan worden gedownload.
Dat kan via de site van het International
Steering Committee van het Global
Mapping project (iscgm), http-J/www.
iscgm.org/.
Het is op initiatief van Japan dat dit
project is opgestart, onder invloed van
Agenda 21, de in 1992 geformuleerde vi-
sie op een wereld waarvan de ontwikke
ling beheersbaar en duurzaam is. Het
project wil digitale geografische bestan
den van de hele aarde opbouwen waar-
mee, met medewerking van de nationale
karteringsorganisaties (nmo's) de huidi-
ge toestand van het milieu wordt be-
Prof.dr. F.J. Ormeling is
hoogleraar Kartografie aan
de Universiteit Utrecht,
Postbus 80.IIS.
3508 TC Utrecht,
f.ormeling@geog.uu.nl.
schreven, in een vrij toegankelijke vorm. Dergelijke informatie
is cruciaal voor de besluitvorming aangaande het milieu. Al
leen door een dergelijke, de hele aarde omvattende karterings-
inspanning zal men in Staat zijn de aard en omvang van de
mondiale milieu-veranderingen na te gaan. Het project streeft
daartoe naar een database met 1 km resolutie van de gegevens
over hoogte, vegetatie, grondbedekking, hydrografie, adminis-
tratieve grenzen en verkeer, volgens consistente specificaties
(Global Map Version 1.1 Specifications) samengesteld (zie voor
het efifect van deze specificaties figuur 1). Deze gegevens zullen
eens in de 5 jaar moeten worden geactualiseerd. De inhoud is
dus vergelijkbaar qua dichtheid met die van de Internationale
Wereldkaart op de schaal 1:1 miljoen (imw).
De volgende mondiale kartografische bestanden waren eind
2oe eeuw beschikbaar:
voor de hoogte het GTOPO30, een dataset die hoogtegegevens
bevat voor elke 30 boogseconden afkomstig van het eros
Data Center en de United States Geological Survey (usgs);
voor de topografie de Digital Chart of the World (dcw) en
zijn ge-update, meer gedetailleerde versie Vector Map
(vmap) van de National Imagery and Mapping Agency
(nima, dat wil zeggen de Amerikaanse militaire karterings-
dienst);
en voor de grondbedekking het glcc (Global Land Cover
Characterisation), weer een bestand afkomstig van het eros
Data Center en de usgs.
De problemen die het iscgm moet Overwinnen betreffen de
kwaliteit van de gegevens, het gebrek aan homogeniteit en de
grote verschillen in de herzieningscycli. Sommige nationale be
standen hebben geen duidelijke kwaliteitsinformatie, en als ze
die wel hebben hoeff die nog niet homogeen te zijn; vaak is
niet bekend wanneer bepaalde gebieden weer opnieuw zullen
worden opgenomen. Het iscgm probeert deze problemen uit
de weg te helpen door samenwerking op te zetten tussen natio
nale, regionale en internationale organisaties. Hoofdprobleem
is voldoende landen erbij te betrekken die mee willen doen;
dat valt vooral tegen in het Westen, waar de nationale karte
ringsorganisaties inmiddels geconditioneerd zijn door de na
tionale overheden om hun eigen budget terug te verdienen,
waardoor ze hun datasets alleen nog voor veel geld willen ver-
kopen, en in principe tegen vrije ter beschikking Stelling van
13