KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 20QI-XXVII-2 F. Depuydt en F.J. Ormeling Prof. Depuydt zelf had het laatste woord op deze bijeenkomst: hij had dat gego- ten in de vorm van een kaartspel, waar- bij hij achtereenvolgens de verschillende kaarten benoemde, en aan de hand van evenzovele dia's illustreerde. Ook de jo- ker werd tussen de regels door uitge- speeld. Heiaas voor de Belgische karto- grafie is de vacant geworden leerstoel door zijn geografische collega's thans aan een geomorfoloog toegedacht. Daarmee wordt een eind gemaakt aan een belang- rijke Leuvense traditie die met Gemma Frisius en Mercator begon. Tegelijker- tijd wordt aan de Rijksuniversiteit te Gent de kartografie echter uitgebouwd door Dr. DeMaeijer. Na de slotrede van prof. Depuydt had een receptie plaats, gevolgd door een plezierig afscheidsdiner voor de genodig- den, het best georganiseerde onderdeel van het evenement. Er werden toespelin- gen gemaakt op zijn aanstaand vertrek: prof. Depuydt is in maart naar Paasei- land vertrokken om op dit in 1702 door Jacob Roggeveen ontdekte eiland op te meten en te karteren. Hij zal ook door- gaan met dergelijk werk voor Leuvense opgravingen in Turkije, Syrie en Egypte. We wensen ons Belgische redactieraads- lid een zeer gelukkig en vruchtbaar pen- sioen toe! F.J. Ormeling Expositie 150 jaar Landmeet- kundie en cartografie Tot en met 31 juli 2001 is er in het Mu seum voor de Geschiedenis van de We- tenschappen te Gent een expositie 150 jaar Landmeetkundie en cartografie. Het museum steh met deze tentoonstelling zijn deuren open voor de Vakgroep Geografie van de Universiteit Gent. Aanleiding is de viering van het tienjarig bestaan van de opleiding landmeetkunde daar. De oude topografische collectie van de vakgroep was overigens al opge- nomen en deels geexposeerd in de per manente collectie van het museum. Samensteller van de expositie Christof Vanvinckenroye laat in acht staande vi- trines een vergelijkende opstelling van landmeetkundige instrumenten zien. Daarnaast zijn er een 'bakenbos' en een 'statieventuin' op kunstgras alsmede ta- felvitrines en panelen met kaarten. De evolutie van de bouw ervan en van de meettechniek wordt in de vitrines met instrumenten op een opvallende manier uitgelegd. Van een 2D-plastic voetafdruk op de grond komt men bij de instrumenten voor directe afstandsme- ting via standaardmeter, ketting en in- vardraad bij de kunststof meetband. De optische afstandmeting verloopt van een stadimetrische kijker uit 1869 naar een disto van Leica uit 1997 en de plaatsbe- paling van sextant tot gps. Bij het royale aantal waterpasinstrumenten wordt ver meld dat de luchtbelwaterpas of buisni- veau werd uitgevonden door de Franse geleerde Theveniot, al in 1666. Bij de hoekmeetinstrumenten prijkt een Hol- landse cirkel uit circa 1780 van Feuset uit Parijs, met een fraai lederen foudraal voorzien van fleur-de-lysversiering. Re- petitiecirkels zijn in de 19c eeuw de over- gangsvorm naar de latere theodolieten. De tentoongestelde kaarten geven een overzicht van de Belgische topografische kartografie in ook 150 jaar, maar bevat eveneens Duitse en Engelse oorlogskaar- ten uit 1915 van Gent. Een catalogus is onmisbaar als bij elke tijdelijke expositie, want dan hebben de objecten in dit museum slechts num- mers (in dit geval wel 114). Die catalogus is er in twee versies: in het uitgebreide exemplaar van 74 pagina's (en 300 francs) wordt de objectenbeschrijving voorafgegaan door inleidingen over landmeetkunde en kartografie van de Professoren A. de Wulf en Ph. de Maey- er. In de eerste wordt gewezen op het ogenschijnlijk gemakkelijk gebruik van moderne apparatuur met een onder- huidse complexiteit, 'die potentieel een enorm aantal fioutgenererende fiactoren met zieh draagt.Inzet van onvoldoend ge- schoolden wordt gevreesd. 'Winstmaxi- malisatie op körte termijn kan in dit do mein wel eens de slechtst mogelijke sociale en economische keuze zijn.aldus de in- leiding. De beschrijving geeft een goed overzicht van de landmeetkunde van de Romeimse groma en de sleepketting tot total-stations en gps. In de voetnoten treft men onder andere artikelen van Pouls in Geodesia aan. De bijdrage over 150 jaar basis- en topografische kaarten van prof P. de Maeyer besteedt ook aandacht aan kaartseries van voor de Belgische onafhankelijkheid, terwijl het Napoleontisch kadaster 'niet eindigt met de inlijving bij Nederland, noch bij de Bel gische onafhankelijkheid'. Onder het Hol lands bewind werd voor de tweede maal een militaire opdracht gegeven tot het karteren van het huidige Belgische grondgebied, die vroegtijdig werd beein- digd door de onafhankelijkheid en nog wordt bewaard in het Algemeen Rijksar- chief in Den Haag. P. Vandermaele is de eerste kartograaf die Belgie van midden- schalig kartografisch materiaal voorzag, immers 'bij de Belgische onafhankelijkheid waren alle topografische documenten mee- genomen naar Nederland'. Gezien de her- positionering van de Topografische Dienst Nederland is opmerkelijk te le- zen dat het Militair Geografisch Insti- tuut al in 1976 werd omgevormd 'tot een organisme van openbaar nut van categorie B onder de benaming van Nationaal Geo grafisch Instituut'. In de permanente collectie van het muse um bevindt zieh ook een enorme oude vitrinekast met instrumenten van het voormalig Laboratorium Topografie. Deze geodetische collectie is uniek om- dat ze zoveel stukken uit dezelfde periode (1870-1920) omvat, van Fabrikanten uit verschillende Europese landen. Er naast Staat een astronomische kijker, door ko- ning Willem I geschonken na de oprich- ting van de Gentse Hogeschool in 1817. Deze viervoetskijker met tandrad werd gemaakt door F.J. Rienks uit Ferwerde- radeel (Fr.). Ook permanent staan er twee läge vitrinekasten met oude meet- en ook tekenapparatuur: meest propor- tionaalpassers en Coradi-planimeters uit de collectie van de stad Antwerpen. Het Museum voor de Geschiedenis van de Wetenschappen is gevestigd op de campus van de Universiteit Gent, Krijgslaan 281, gebouw S30 (en dat bete- kent wel veel lopen op het campuster- rein). De openingstijden zijn elke werk- dag van 10.00-12.30 en van 13.30-17 uur. De toegang is vrij. A.M. den Boer 57

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2001 | | pagina 63