KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
pel (1811-1816) werkte hij op Java bij de
vaststelling van de juiste loop van de So-
lorivier. Teruggekeerd in India onder-
scheidde hij zieh bij de opruiming van
obstakels voor de scheepvaart in de Gan
ges ten noorden van Calcutta.
In zijn verdere loopbaan heeft George
Everest voortgebouwd op de ideeen van
zijn illustere voorganger Kolonel Wil
liam Lambton, die het plan had ontwik-
keld om als basis van topografische kar
tering een driehoeksnet over het gehele
Indiase subcontinent te bouwen. Hij on-
dervond bij de uitvoering van dit plan
veel tegenwerking van de autoriteiten
die het nut van triangulatie betwijfelden.
Desondanks gelukte het Lambton, de
'vader' van de Indiase geodesie, uitgaan-
de van een eerste basismeting in 1802,
India vanaf het zuidelijkste punt, Kaap
Comorin, tot de i8e breedtegraad met
een driehoeksnet te bedekken. Voor zijn
werk liet Lambton een speciale theo-
doliet uit Engeland komen, een instru-
ment dat een zekere vermaardheid heeft
gekregen. Het woog een halve ton en
moest voor transport gedemonteerd
worden om in onderdelen te worden
vervoerd. Lambton, wiens werk werd be-
titeld als de Great Trigonometrie Survey
(gts), overleed te velde in 1823 en Geor
ge Everest, sedert 1818 zijn assistent,
volgde hem op als Superintendent van
de gts.
Evenals zijn voorganger ondervond 00k
Everest dat het meetwerk in de tropische
rimboe een zware wissel trok op zijn ge-
zondheid. Tot tweemaal toe werd hij
met langdurig ziekteverlof overzee ge-
stuurd. In 1821 verbleef hij een jaar in
Zuid-Afrika, waar hij zieh verdienstelijk
maakte door de graadmeting verricht
van 1750-1753 door de Fransman La
Caille te controleren. De jaren 1825-1830
bracht hij met ziekteverlof door in Euro
pa waar hij zieh, na voldoende herstel,
uitgebreid orienteerde in het gebruik van
meetinstrumenten. Vol nieuwe ideeen
kwam hij in 1830, inmiddels benoemd
200I-XXVII-2
tot Surveyor General, terug in India. Hij
introdueeerde op grote schaal nieuwe
apparatuur, startte een werkplaats voor
instrumenten, Voerde strenge meetin-
strueties in en slaagde er in volgende ja
ren in bekwame medewerkers aan te
trekken, die hij op onnavolgbare wijze
wist te inspireren.
In de loop van 13 jaren slaagde hij er in
de door Lambton begonnen meting van
de ruim 2500 km teilende, 78c meridi-
aan, de Great Are, van Kaap Comorin
tot het voorgebergte van de Himalaya te
voltooien, een operatie die zijn weerga
niet kent. Hij week daarbij af van Lamb-
ton's werkplan. Om tijd en geld te be
sparen volgde hij het zogenaamde 'grid-
iron' of traliewerksysteem waarbij zijden
van veelhoeken werden gemeten längs
meridianen op een lengtegraad afstand
van elkaar. De uiteinden werden vervol-
gens door veelhoeken längs parallellen
verbonden. Uiteraard moesten daarbij
talrijke obstakels overwonnen worden.
Zo kon bijvoorbeeld de dichtbegroeide
Gangesvakte, waar terreinverheffingen
ontbraken, slechts overbrugd worden
door de bouw van 14 kostbare gemetsel-
de observatietorens. Het kostte veel
overredingskracht om de tegenstribbe-
lende autoriteiten te bewegen fondsen
hiervoor beschikbaar te stellen.
Interessant is de tijd en de enorme inzet
van personeel en materieel die Everest's
operaties vereisten. Om een voorbeeld te
noemen nam de meting van een basis
van 10 km bij Calcutta 45 dagen in be-
slag. Daar waar in onvoldoende gepaeifi-
ceerde streken militaire dekking werd
meegegeven groeiden de triangulatiebri-
gades uit tot wäre cavalcades. Op een
van zijn tournees bestond het team van
George Everest uit 4 olifanten, 42 kame-
len, 30 paarden en 700 man, waaronder
militairen, dragers van levensmiddelen,
instrumenten en cement en bouwers van
verblijf- en observatiehutten en -torens.
Opmerkelijk is de steun die Everest on
dervond van autochtone krachten. Even
als in voormalig Nederlands-Indie on-
derscheidden inheemse opnemers zieh
door vaardigheid en nauwkeurigheid. In
het bijzonder profiteerde Everest van de
talentvolle, self-made technicus Mohsin
Hussain, die tal van reparaties en verbe-
teringen van instrumenten verrichtte on-
der andere van Lambton's theodoliet.
Tenslotte was daar het rekenwonder
Radhanath Sickdhar die als een soort
menselijke Computer feilloos ingewikkel-
de berekeningen voor hem uitvoerde.
Everest was dermate geboeid door geo-
detisch werk aan de Great Are dat topo
grafische arbeid duidelijk op de tweede
plaats kwam. Met het van 1822 dateren-
de plan van de Directeuren van de East
India Company een Atlas van India Sa
men te stellen werden onder zijn regime
betrekkelijk weinig vorderingen geboekt.
Van de geplande 146 bladen waren er in
1843, het jaar dat Everest met pensioen
ging» 39 gereed. Dat verändert echter
niets aan het feit dat zijn geodetisch net
werk, dat door zijn opvolgers over heel
Brits-Indie werd uitgebreid, de basis
heeft gelegd voor een efficient koloniaal
bestuur. Afgezien van de onvolkomenhe-
den van meettechnieken in de 19c eeuw
vormt het, volgens recente Indiase getui-
genis, nog heden een goede grondslag
voor ontwikkelingsplannen. Tenslotte
heeft Everest's meting van de Great Are
welkome nadere gegevens verschaft over
de omvang en vorm van de aarde, mer
name over de afplatting aan de polen.
Eenmaal terug in Engeland trouwde hij
op 56-jarige leeftijd met de 33 jaar jonge-
re Emma Wing (1823-1889), die hem zes
kinderen schonk. Een reeks van onder-
scheidingen is hem ten deel gevallen.
Ter bekroning van zijn levenswerk werd
hij in 1861 in de adelstand verheven. Hij
overleed te Londen in 1866.
Auteur J.R. Smith is er zonder twijfel in
geslaagd een fascinerend levensverhaal
van deze bijzondere man te schrijven!
F. J. Ormeling sr.
76