Illustratie Kaart Geo-dataset (bestand) Object 37 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT kwaliteit van het resultaat. Het principe is relatief simpel: elk proces kenr een duidelijk omschreven invoer (basis- of vertrek- informatie) en een duidelijk omschreven resultaat. De inge- voerde gegevens worden zodanig bewerkt dat aan het gewenste resultaat kan worden voldaan. Het is weliswaar een eenzijdige benadering, maar deze blijkt in de praktijk bijzonder effectief. Het is relatief eenvoudig om ruimtelijke gegevens en informa- tie, die als bijproduct van een proces beschikbaar is, te ontslui- ten via internet en intranet. Een beter inzicht in de beschik- baarheid van gegevens betekent dat hergebruik van ruimtelijke gegevens wordt bevorderd en zodoende dubbel werk wordt voorkomen. Voorwaarde is wel dat van de gegevens die ge- bruikt zijn in een specifiek proces de metagegevens worden vastgelegd en dat gebruik van diezelfde gegevens ten behoeve van internet en intranet het operationeel proces niet verstoren. Nu wordt nog te vaak geredeneerd dat de gegevens en infor- matie van weinig belang meer zijn, omdat het resultaat telt. Vanuit de context waar de gegevens voor zijn verzameld (klantspecifiek) is dit wellicht zo, maar men vergeet dan dat er andere belanghebbenden zijn waar men geen weet van heeft (hergebruik van gegevens). Wil men voor een breder publiek gegevens en informatie ontslui- ten dan is het beter om een andere benadering te kiezen. Een be nadering die er vanuit gaat dat er een markt is en dus een concre- te behoefte en vraag naar een product en/of Service. Vraaggericht informatie ontsluiten met kaarten Kaarten zijn verhelderend, ze vormen een belangrijk commu- nicatiemiddel. Om die reden is er een grote behoefte aan digi tale kaartinformatie, ofwel een bestand dat exact overeenkomt met de analoge kaart die we kennen als illustratie in een rap- port of als aparte kaartbijlage. De provinciale organisatie legt veel van haar beleidsintenties vast in rapporten en notides. Daarbij wordt veel tekst ge- bruikt, maar ook kaarten zijn populair. Ook bij inspraaksessies en hoorzittingen worden kaarten veelvuldig gebruikt. Een kaart is een weergave van een specifiek aspect op een bepaald moment waarbij de gegevens zijn afgeleid van ruimtelijke ob- jecten (virtueel en reeel) en bestanden. In de praktijk komen er veel vragen die verwijzen naar een il lustratie in een rapport: 'geef mij de kaart Landinrichtings- gebieden (figuur 8a) op pagina 26 van het Streekplan, uitgave van 14 September 1996'. Afhankelijk van het doel waar men de ruimtelijke gegevens voor wil inzetten, vraagt men een kopie van die illustratie of de brongegevens (bestanden en objectge- gevens) die tot die kaart/illustratie hebben geleid. Vanzelfspre- kend maakt men onderscheid naar de Status (is het rapport door GS goedgekeurd of niet) en tijd (van welke datum is de kaart). Om die reden worden er extra metagegevens vastgelegd die de verschilien benadrukken Dit soort praktische vragen vereist dat er een goede en onder- houdbare relatie wordt vastgelegd tussen de digitale illustratie in het rapport, de kaart waar de illustratie op is gebaseerd en de bestanden die hier aan ten grondslag liggen. De verwach- ting van gebruikers over de beschikbaarheid van gegevens en informatie is simpel: informatie moet ten allen tijde kunnen worden teruggevonden en/of gereproduceerd. Uit bovenstaande kunnen we concluderen dat het communi- ceren met de klant, al dan niet via internet, in eerste instantie is gebaseerd op een eenvoudige illustratie. Vervolgens blijkt een grote diversiteit aan gegevens te worden geexploreerd. 2001-XXV11-3 Kernelementen Dataconcept Hierboven is steeds sprake geweest van het begrip illustratie, kaart en bestand. Het begrip ruimtelijk object maakt het be- grippenkader, ook wel de kernelementen van de rii, in Gel derland compleet. Tussen de kernelementen bestaat een dui- delijke relatie: Een ruimtelijk object is een beschrijving van een (virtueel of reeel) ruimtelijk fenomeen in de vorm van een geordende verzameling geometrische en thematische gegevens. Een bestand betreff een specifieke ordening van een of meerdere objectverzamelingen en een specifieke (fysieke) wijze van vastleggen in een digitaal systeem. Een kaart is een speciale weergave van een selectie en/of be- werking van een of meerdere bestanden en/of objecten met als doel een boodschap over te brengen (bijv. Status, sprei- ding van thema in ruimtelijke context enz.) waarbij de kaart wordt gekenmerkt door een legenda, kaarthoofd, schaal enz. Een illustratie is een geheel of gedeeltelijke weergave en gra fische vastlegging van een bestand, kaart of een bewerldng van beide. De relatie is als volgt te zien: Figuur 1 - Van elk begrip bestaan oneindig veel voorkomens (occurrences). Van elk begrip worden specifieke metagegevens (o.a. hoeveelheid, structuur en definitie) vastgelegd. Metadata als sturingsinstrument Elke verzameling metagegevens is opgebouwd uit een viertal gegevensgroepen gegevens over inhoud (bijvoorbeeld omschrijving, titel, bron, trefwoorden); kwaliteit van de inhoud (bijvoorbeeld periode en wijze van inwinning, dekkingsgraad, volledigheid); presentatiegegevens (bijvoorbeeld kleurentabel, tekstfont); gegevens voor gebruik in applicaties (bijvoorbeeld identifica- tie, servernaam, directory, formaat). Zoekmachines op internet en intranet maken vooral gebruik van de tekstuele gegevens die iets over de inhoud verteilen. De kunst is een zodanige beschrijving van bestanden, objecten e.d. te maken dat 'gebruikers' probleemloos het gewenste re sultaat vinden en het resultaat ook daadwerkelijk kunnen ge- bruiken. Wanneer er veel gelijksoortig aanbod is, ontstaat de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2001 | | pagina 43