KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
200I-XXVII-2
Figuur 3 - Voor-
beeld van een kleu-
renkaart, zoals die
op het ITC gebuikt
wordt.
Vraag 2. Moet er van het bestand een hardcopy (afdruk op
papier) of een softcopy (beeldschermuitvoer, digitaal bestand
voor een cd, het World Wide Web enz.) komen?
Dit is van belang voor de hoeveelheid detail welke in de kaart
kan worden weergegeven en het kleurschema dat dient te wor
den gebruikt (cmyk plus evt. Pantone voor papier en rgb voor
beeldscherm).
Vraag 3. Wat is de oplage?
Het is nogal van belang voor de keuze van uitvoerapparatuur
of de opdrachtgever slechts een of een paar afdrukken wil of
dat er honderden of duizenden gedrukt moeten worden. Zo
worden offset- en rotatiedruk-systemen vooral ingezet bij gro-
tere oplages, terwijl inkjet, copiers en digitale persen voorals-
nog voor de kleinere oplages financieel interessant zijn.
Vraag 4. Wat is het papierformaat?
Bij grote, en nog meer bij extreem grote formaten wordt de
keuze in uitvoerapparatuur beperkt, bij de kleinere formaten is
er een veelheid aan opties.
Vraag 5. Waarop moet worden gedrukt?
Een aantal printers/drukpersen hebben de beperking dat niet
op alle soorten dragers gedrukt kan worden en een aantal ver
eist zelfs speciale soorten. Een door de klant gestelde voor-
waarde voor een papiersoort kan een aantal uitvoermogelijkhe-
den buitensluiten.
Vraag 6. High-end/low-end?
De vraag hier houdt in of het eindresultaat optimale eindkwa-
liteit in beeldweergave moet bevatten of niet. Moet het digitale
bestand op een hoogwaardige prin-
ter/drukpers worden afgewerkt of is een
huis-tuin-en-keuken printertje voldoen-
de? Het afwerken op high-end Systemen
gebeurt meestal bij een service-bureau en
een drukkerij. Dit is tevens van invloed
op welke wijze het bestand uiteindelijk
moet worden afgeleverd en dus 00k hoe
het bestand opgezet dient te worden
(wat te doen met overprint, welke pms-
kleuren enz.).
Vraag 7. Kleur, monochrome, PMS?
Bij analoge of analoog/digitale drukper-
sen is deze vraag zeker van belang, omdat
er voor elke kleur een drukvorm gemaakt
moet worden. Voor het merendeel van
de digitale persen wordt per te drukken
pagina opnieuw de complete drukvorm
aangemaakt en maakt het niet al te veel
verschil of het kleur of monochrome zal
zijn. Als er gebruik gemaakt moet wor
den van Pantone kleuren (pms) vervallen
de digitale printers en persen als optie en
moet er analoog worden gewerkt.
Murphy's law
Alle dingen die fout kunnen gaan zullen
00k fout gaan, en eigenlijk altijd op die
momenten dat het totaal niet uitkomt.
Met een goede voorbereiding kunnen
alle mogelijke fouten van te voren opge-
spoord en geelimineerd worden. Zorg
dat het gehele productieproces in kaart is
gebracht, onderdelen uitgetest zijn en de
klant op de hoogte is van het uiteindelij-
ke resultaat.
Het werken met stijlenkaarten en kleu-
renkaarten, welke het productiepad heb
ben doorlopen, geven een behoorlijke ze-
kerheid omtrent visuele uitkomst. Na-
tuurlijk geef ik hier geen garantie dat
Murphy niet stiekem om de hoek zal kij-
ken, want een TlFF-je dat is toegevoegd
en per ongeluk als rgb is meegegeven, of
een nieuw font waarvan de beschrijving
niet is meegeleverd... alles kan.
Het onderwerp wat hier zijdelings is aan-
gesneden maar niet uitgewerkt is zijn de
technische mogelijkheden van de ver-
schillende uitvoersystemen (beeldscherm,
drukpersen en printers). Dit is een on
derwerp waar ik in een volgend kernka-
tern meer aandacht aan zal besteden.
Er zal een technische beschrijving ko
men met daar aan gekoppeld de haalbare
kwaliteit en de mogelijke toepassingen.
68