KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
200I-XXVII-4
invloed van het tijdsverschil te verdisconteren: tegen de cijd
dat de antwoorden op de ruimtelijke vragen kunnen worden
gegeven is de ruimtelijke werkelijkheid waarop men zijn ant-
woord baseerde al weer veranderd. Maar ten behoeve van de
duidelijkheid wil ik toch die lineaire model hier aanhouden
alleen ten behoeve van het inzichtelijk maken van het karto-
grafisch onderzoek en niet om de doelstelling van de kartogra-
fie op zieh ermee te verduidelijken.
De door Grünreich voorgestelde onderzoeksinfrastruetuur is
gericht op het opmeten van de werkelijkheid (op basis van ver-
wachte vragen); die opmetingen worden getransformeerd tot
ruimtelijke gegevens die kunnen worden
gevisualiseerd in een veelvoud van ruim
telijke beeiden. Hoewel het spectrum
van produeten van topografische dien-
sten sterk is toegenomen zijn de meeste
ervan toch nog bepaald door het gege-
vens-aanbod (ze zijn data-driven) en dat
komt door de institutionele inertia waar
elke grote gegevens verzamelende in-
stantie mee te kampen heeft. Hoewel
gebruikersfora een steeds belangrijker rol
speien bij de aanpassing van de gegevens-
voorziening aan de huidige behoeften,
zijn de nationale karteringsinstanties
nog steeds tot in zekere mate bezig ons te voorzien, om het
maar cru te zeggen, met de gegevens die de I9e-eeuwse infan-
terie nodig had. De vraag welke ruimtelijke gegevens de natio
nale karteringsinstanties zouden verzamelen als ze vandaag he-
lemaal opnieuw zouden moeten beginnen wordt in het onder-
zoekskader van EuroGeographics echter nog niet gesteld.
De onderzoeksagenda van prof. Meng wordt bepaald door de
antwoorden die vereist zijn in de context van de ruimtelijke
beslissingsondersteuning. Haar benadering is ontleend aan het
andere uiterste van de kaartgebruikskubus van MacEachren
[MacEachren Taylor, 1994]: Sterke interactie bij individuele
analyse gericht op het ontdekken van onbekende zaken. Ze
houdt in zekere zin haar ogen gesloten voor juist die institutio
nele beperkingen waar Grünreich zijn onderzoeksstruetuur op
bouwt. Gebruikerseisen kunnen slechts in zoverre de inhoud
van onze aan de gebruiker aangepaste kaarten bepalen als deze
eisen de ruimtelijke gegevenscategorieen die worden gemeten
en verzameld, overlappen. Wanneer een verschijnsel niet wordt
(op)gemeten kan men er 00k geen kaart van maken. En zolang
als ze worden geprogrammeerd door commerciele firma's zul-
len de grafische interfaces waar prof. Meng het over heeft 00k
een afspiegeling zijn van de belangrijkste ge'institutionaliseerde
vormen van kaartgebruik. Dus 00k als wordt gesteld dat Grün
reich en Meng samen het hele spectrum van de voorziening en
het gebruik van ruimtelijke gegevens afdekken, dan moeten we
ons realiseren dat ze dat doen vanuit hetzelfde perspectief.
Voorziening en gebruik van gevisualiseerde ruimte
lijke gegevens ten behoeve van beslissingsonder
steuning
Kartografisch onderzoek kan men definieren als het onderzoek
dat de manier onderzoekt (of verbetert) waarop we ons ruim
telijke gegevens uit kaarten eigen maken, en tevens garandeert
dat deze kaarten of gevisualiseerde ruimtelijke gegevens een
passend idee geven van de (patronen of trends van de) geab-
straheerde attributen van de werkelijkheid zoals we die nodig
Figuur 5 - Dimensies
van het kartografisch
onderzoek.
hebben voor de besluitvorming. Wan
neer de voorziening met gevisualiseerde
ruimtelijke gegevens en het gebruik er
van voor beslissingsondersteuning zo het
hoofdobject vormt van het kartografisch
onderzoek, dan valt het aantal dimensies
van het hoofdobject direct uit te brei-
den, zie 00k figuur 3, met de historische
dimensie en met de dimensies van de
verschillende toepassingsgebieden.
Historische dimensie: ruimtelijke gegevensvoorziening vroeger.
werkelijkheid -»-ruimtelijke data—»-ruimtelijk beeld-»- waarneming—»-gebruiker
Dimensie van verschillende toepassingen:
rampenbestrijding, ruimtelijke ordening, management van hulpbronnen,
navigatie, monitoring van het milieu.
Figuur 4 -
Psychojysisch of
cognitief onderzoek.
gebruiker
waarneming/cognitie
ruimtelijk beeld
ruimtelijke gegevens
werkelijkheid
Hoewel we in onze iCA-conferenties veel
voorbeelden kennen van onderzoek naar
de verschillende applicaties, vormen ze
toch niet ons belangrijkste onderzoeks-
object, want dat wordt gevormd door de
voorziening en het gebruik van gevisu
aliseerde ruimtelijke gegevens, onafhan-
kelijk van de thematische betekenis van
de attributen. We riskeren een verdub-
beling van onze onderzoeksinspanning
wanneer we dezelfde of gelijksoortige
Problemen oplossen voor verschillende
toepassingsgebieden. En dat zou ons be-
perkte onderzoekspotentieel ongunstig
be'fnvloeden.
Er bestaat geen voor de kartografie ken
merkende onderzoeksprocedure, maar er
is wel een kenmerkend onderzoeksthe-
ma, dat betrokken is op het proces van
ruimtelijke informatie-overdracht zoals
dat in figuur 1 gemodelleerd is. Elk van
de samenstellende dementen van dit on-
derzoeksmodel en elke combinatie van
dementen en/of de verbindingen ertus-
sen kan een onderwerp van kartografisch
onderzoek vormen. Een aantal veel voor-
komende onderzoeksbenaderingen zijn
(de lichtgrijze kleur en de dikke pijlen
betekenen dat de betreffende elementen
en verbindingen in het speeifieke soort
onderzoek betrokken zijn):
Psychofysisch of cognitief onderzoek
Wanneer men het bovenstaande traject
bestudeert steh dat bijvoorbeeld in Staat
tot het vergelijken van de resultaten van
de verschillende karteringsmethoden (of
van de toepassing van verschillende sym-
12