KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2OOI-XXVII-4
attributen. De attributen hebben een waarde of een eigen-
schap. Entiteiten en attributen worden beschreven in het nieu-
we TDN-datamodel (figuur 5). Dit model is gebaseerd op de
huidige inhoud van TOPiovector en de databanken op kleinere
schalen. Het datamodel zal zieh richten op de in Nederland
bestaande standaard NEN3610. Voor internationale uitwisseling
zal het 00k converteerbaar zijn met de Digest/FACC-standaard
(oorspronkelijk voor militair gebruik ontwikkeld, maar inmid-
dels 00k in de civiele wereld toegepast).
Figuur 6 geeft een voorbeeld van objecten met attributen, sa-
mengesteld uit de toekomstige TOPiovector-databank.
#1000
gebouw, huis
#1010
huizenblok, bebouwd gebied
#1020
groot gebouw (open), gebouwencomplex
#1030
hoogbouw
#1040
muur
#1050
kapschuur
#1060
kas
#1070
kas, warenhuis
#1080
opslagtank (variabel, rond, dicht)
#1090
opslagtank (variabel, rond, open)
#1100
politiebureau
#1110
PTT-kantoor
#1120
gemeentehuis
#2000
ASW Autosnelweg
#2010
ASW in tunnel
#2020
ASW in aanleg
#2030
ASW in ontwerp
#2040
ASW Zonder MiddenBerm (ZMB)
#2050
ASW ZMB, in aanleg
«060
ASW 1 baan gereed
«070
A8 extra middenberm bij splitsing (Mappubl)
I R I nralp antnwpn
Figuur 4 -
Data model TOPiovector (fragment).
De volgende randvoorwaarden zijn gesteld:
Object
identrficerend kenmerk
Weqdeet
Attribuut
Domein
Weadeel ID
Beschrik/ende kenmerken
Attribuut
Domein
1
Twe
Verbindina
Kruisinq
Vlak
Attribuut
Domein
2
Fys i ek vo 0 rko men
Op vast deel van bruq
Op beweeabaar deel van brua
Op dijk
Inaearaven
Overkluisd
In tunnel
Overiq
3
Kruisinqstvpe
Deel van rotonde
Deel van verkeersknooppunt
Overig
Attribuut
Domein
4
Verb ard in qs b reedteklass e
>7m
4-7m
2-4m
Figuur 5 -
Nieuw data model (fragment).
gang van de huidige produetiemethode
(een CAD-omgeving met Microstation)
naar een nieuwe methode worden on-
derzocht. Is er andere soft- en hardware
nodig? Benchmarks voor verschillende
productieplatforms zullen worden uitge-
voerd. Na de besluitvorming zal de nieu
we of aangepaste produetieomgeving
worden ingericht. De juiste definities
van de objecten, de wijze waarop de da-
tabank is opgezet en de manier waarop
hij gebruikt kan worden, moeten nauw-
gezet omschreven worden in produetie-
voorschriften en productspecißcaties. De
verschillen tussen oud en nieuw zullen
00k gedetailleerd beschreven worden
voor de gebruikers. Topografen en kar-
tografen dienen bijgeschoold te worden.
Tenslotte zullen de huidige TOPiovector-
data en de kleinere schalen geconver-
teerd moeten worden naar de nieuwe
struetuur. De verwachting is dat er een
aanzienlijke tijd gei'nvesteerd moet wor
den in het opdelen van de huidige de
menten in de gewenste objecten en in
het aanbrengen van de juiste attributen.
Objectgerichte TOP I Ovector
Het eerste deelproject is medio 2000 ge-
start en zal eind 2001 gereed komen.
Daarin zijn de volgende fasen te onder-
scheiden:
inventarisatie van de gebruikers-
wensen;
ontwikkeling van een gegevens-
model (datamodel);
bouw van een prototype gebaseerd
op de OpenGis-specificaties;
evaluatie van het prototype door de
gebruikers;
vaststelling van het uiteindelijke ge-
gevensmodel.
Dit project wordt uitgevoerd in samen-
werking met het Centrum voor Geo-In-
formatie van de Universiteit Wagenin
gen, het ITC te Enschede en de Sectie gis
Technologie van de Faculteit Geodesie
van de Technische Universiteit te Delff.
Als mede-adviseur treedt ir. Luc Heres,
werkzaam bij de aw, rws, op.
Gebruikersspecificaties
De eerste fase van het project omvat het
in kaart brengen van de gebruikerswen-
sen.
Daaruit zijn de volgende eisen en wen-
sen naar voren gekomen:
Nieuw ontwerp van de vectordatabanken
Voor de ontwikkeling van een objectgerichte databank heeft
de tdn het project 'Objectgerichte TOPvectorbestanden' ge-
start, dat diverse jaren in beslag zal nemen.
geavaneeerde databankstruetuur;
gebruik van moderne informatie- en communicatie-
technologie;
objecten voorzien van unieke idendßcaties;
baseren op internationale GEO-standaarden (iso en
OpenGls);
innovatieve produetiemethoden voor inwinning, beheren
en leveren van geografische gegevens.
In verband met de complexiteit is het gehele traject verdeeld in
een aantal kleinere deelprojecten. Het eerste project, dat in de
volgende paragraaf nader wordt uitgelegd, omvat het ontwerp
van een nieuwe datastruetuur voor de TOPio-vector en
TOPiowegen. Er zal een prototype worden vervaardigd dat aan
de gebruikers wordt gepresenteerd om de nodige terugkoppe-
ling te verkrijgen. In het tweede project zullen de kleinere
schalen nader onder de loep worden genomen. Een van de
doelstellingen van de objectgerichte struetuur is het beter on-
dersteunen van automatische generalisatie. Mogelijk kunnen
meerdere geometrieen aan een object worden toegekend. In
onze produetlijn hebben we te maken met het schaalbereik van
1:10.000 tot 1:500.000. In de volgende projeetfase zal de over-
18