I KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 200I-XXVII-4 was de kaart b dem aal een handzaam gereedschap voor de eige- naar, omdat men blijkbaar door had dat behalve de metingen, die kartering 00k een vorm van inventarisatie was. En de in- ventaris-kaart was een beheer(s)middel. En misschien zaten er 00k nog andere elementen bij, zoals een bevestiging van het ei- gendomsrecht: wat je liet karteren was van jou, een kaart was een bewijs van je eigendom. Een model van de werkelijkheid geeft invloed, en manipulatiemogelijkheden op die werkelijk heid. Naar andere functies kunnen we slechts gissen: waren de kaartboeken behalve werkdocumenten misschien 00k koffie- tafelboeken, die men als er bezoek kwam achteloos liet rond- slingeren om commentaar uit te lokken? Voor de i7e-eeuwse globes en folio-adassen moeten we in elk geval 00k een derge- lijke functie mede veronderstellen. Pieter Resen en het Kartuizerkaartboek 1554) Schilder [1983] steh dat er volgens De Dainville [1964] geen li- teratuur bestond over de ontwikkeling van legenda's; alleen De Dainville zelf geeft een algemeen overzicht van de ontwik keling van kaartsymbolen in Europa. Binnen het onderzoeksproject Explokart van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen wordt op dit moment in samen- werking met de docent Historische Geografie van die faculteit een onderzoek voorbereid naar deze kaartboeken, dat uitge- voerd zal worden door Elger Heere en Martijn Storms. In het kader daarvan werden in het gemeentearchief van Delft een aantal kaartboeken bestudeerd. Behalve 'echte' kaartboeken bezit het Delftse gemeentearchief 00k een Cartularium van eigendomsbewijzen en rentebrieven van goederen buiten Delft behorende aan het Oude Gasthuis, aangelegd door notaris Pieter Resen in 15541'. Pieter Resen, die niet alleen notaris was maar 00k landmeter, behoorde tot een Zeeuwse familie, die in de zestiende eeuw enige bekendheid genoot. Een groot probleem bij deze familie is dat er vijf opeenvolgende generaties met de naam Pieter Re sen voorkomen2'. Een van deze Pieters, vermoedelijk nummer II in de reeks, vervaardigde een kopie van een grote kaart van Zeeland, zoals dat er in de zevende eeuw zou hebben uitge- zien, uit het bezit van het klooster Egmond. Zijn kopie voor- zag hij van een toelichting en een Latijnse opdracht, gedateerd november 15363'. In 1555 vervaardigde een Pieter Resen (nummer 11 of diens zoon, Pieter in) een kaart van de heerlijkheid Vossemeer aan weerszijden van de Eendracht (het water tussen Tholen en Brabant)i). Ook in deze Streek lagen diverse landerijen van het Delftse Kartuizerklooster, die eveneens in 1555 door Pieter Re sen (11 of in) werden opgemeten en in een kaartboek weerge- gevenP Dit kaartboek bevat naast kaarten van percelen op Tholen, ook percelen bij Delft, op IJsselmonde, Putten, Voor- ne en Flakkee. In 1554 kreeg Pieter Resen ook de opdracht van het Oude Gasthuis te Delft om een register van eigendomsbewijzen aan te leggen. In dit register voegde hij een twaalftal kaarten toe van de landerijen. Deze kaarten tonen percelen in Delft, De Lier, Maasland, Overschie, Rijswijk, Wateringen, Haagam bacht en Spangen (bij Rotterdam). Wellicht voorzag hij dat de gasthuismeesteren deze kaarten niet zouden begrijpen, of is door zijn opdrachtgevers speciaal om een uitleg verzocht. Vooraan in het werk, direct volgende op de titelpagina, schreef ^^PMPSn f C 'iL -vv Figuur 1 - Het legen- dakaartje' van Pieter Resen in het Cartula rium van het Oude Gasthuis. Foto: Gemeentearchief Delft. Pieter Resen een toelichting op het kaartgebruik, waarin hij uitlegde wat een kaart is en hoe de kaart gelezen moet worden. Deze toelichting voorzag hij van een 'legendakaartje': een fantasie- kaartje waarop alle kaartsymbolen voor- komen en met letters aangeduid zijn. De tekst luidt: Declaratie op die caerten die in dit Jegenwoirdighe Register geinsereert staen. In dit tegenwoordighe Register zijn ghestelt seekere charten inhoudende all sulcke lan den als in die brieven, gescreven in dit te genwoordighe Register, begrepen zijn. In maniere hijr nae gescreven. (1) In den eersten soe sijn alle carten gesedt op sijn vijer winden, gelijcks inden vel- den gelegen sijn, om dat men weten sal wat einden ende sijden die selffde lan den hebben, Vuten oosten, westen, zuij- den ende noorden. (2) Ten tweden, sijn oeck aen alle dije sij den ende eijnden van desen landt Char ten gestelt alsulcke bijgelanden als sij nu ter tijt hebben, ofte ten minsten die bruijckers van den selven landen, daer- men vande eijgenaers geen sekerheit en weten te recouvreren. (3) Ten derden sijn alle die charten gema eckt op alsulcke fatsoen ende gedaente, als die landen nu gelegen ende gefatso- neert sijn, tsij vijercantich, driehouc- kich, geersgewijs, met rechte ofte crom- me sloten, gelijckse nu in haer bedelvin- ge leggen. Item is mede onderscheiden wat wey ofte telandt is. Item staen oeck bijden landen gevoecht inder charten alsulcke hecken, bomen, wegen, lanen ende huijsen, als in ofte omtrent den 28

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2001 | | pagina 34