KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT Interactieve gebruikersinterface Het begrijpen van een kartografisch product is altijd een indi- viduele ervaring. De cognirieve investering van een gebruiker bij de interpretatie van kartografische Symbolen kan aanzien- lijk worden verminderd wanneer de gekarteerde inhoud pre- cies datgene biedt wat hij nodig heeft ('personal data access') en weergegeven is op een bij hem favoriete wijze ('personal view'). Deze individualisering betekent echter niet dat het data warehouse van ruimtelijke gegevens opgedeeld moet worden in een groot aantal individuele appartementen, of dat de kar tografische markt nu overstroomd moet worden met individu ele maar lelijke producten. Er moeten liever aan gebruikers noodzakelijke geo-diensten worden verstrekt die ze helpen de door hen gewenste gegevens te vinden om daarmee hun eigen weergave van die gegevens te genereren. Tot nu toe wordt zo- wel de individuele gegevens-verwerving als de individuele visu- alisatie van de gegevens door de mens-computer interactie on- dersteund. Dat brengt het belang met zieh mee van de ontwik- keling van effectieve en efficiente gebruikers-interfaces. Een goede interface zou in Staat moeten zijn om gebruikers de noodzakelijke interactieve gereedschappen te verstrekken en tegelijkertijd de mentale inspanning nodig om met die gereed schappen overweg te kunnen zo klein mogelijk te naken. De meeste grafische gebruikers-interfaces zijn op hun ontwik- kelaar gericht. Hoewel die ontwikkelaars ook mensen zijn, be- lichamen zij, noch de door hen veronderstelde gebruikers, werkelijk de feitelijke eisen van de werkelijke gebruikers. Er zijn veel interfaces ontwikkeld, in overeenstemming met het 'add-on ontwerpprineipe, die rijk zijn aan luneties maar ach- terblijven in prestaties. Daarmee bedoelen we dat nieuwe in teractieve funeties constant in de Systemen worden opgeno- men, zodra daar ergens behoefte aan bestaat. Om die zieh op- stapelende funeties te accommoderen moet het uiterlijk van het systeem vaak worden veranderd. Het te grote aanbod aan interactieve funeties veroorzaakt daardoor verwarring bij de gebruikers, en veel van de beschikbare funeties blijft daardoor ongebruikt. Een systeem is vaak ofwel uit de handel genomen ofwel alweer ge-upgrade voordat de gebruiker met de meest fundamentele systeemfuneties heeft leren werken. Het ont- werp van een gebruikers-interface bereikt feitelijk pas de vol- maaktheid 'niet wanneer er niets meer aan valt toe te voegen, maar wanneer er niets meer is dat je eraf kunt halen' (Exupery in [Gloor, 1997]). Een van de sleutelvragen voor het optimaliseren van gebruiker- sinterfaces betreff het modelleren van de gebruiker door diens dynamische gedrag te volgen en op basis daarvan gebruikerspro- fielen te construeren. Modellen van gebruikers kunnen niet be- ter zijn dan de algoritmes en de relevantie van het gedrag dat ze meten (Greening 1999). Theoretisch bestaat een gebruikersmo- del uit een aantal verschillende facetten die elk met een indivi duele gebruiker overeenkomen. Het volgen van het gedrag van de gebruikers is een nooit eindigend dynamisch proces. Elke ge bruiker wordt gekenmerkt door een eigen speeifieke ontwikke- ling van zijn leergedrag ('learning history'), zijn eigen ervaring, zijn voorkeuren, intelligentieniveau en sociale omgeving. Zijn psychofysische en emotionele toestand verschilt van moment tot moment. Bovendien wordt zijn behoefte aan informatie bei'nvloed door de hem opgedragen taak en de context waarin die valt. Het zou wel eens een verspilling van de beschikbare hulpbronnen kunnen zijn om elke individuele gebruiker te wil len identificeren door het onderzoeken van alle demografische en persoonlijkheidskenmerken, en wel om twee redenen: 2001-XXV11-4 De poging om alle mogelijke relaties te genereren zou wel eens kunnen leiden tot een combinatorische explosie die niet kan worden verwerkt door de meeste algoritmes die voor machine-learning bedoeld zijn. Het (impliciete of expliciete) relevante materiaal van indivi duele gebruikers dat tijdens beperkte interactieve sessies kan worden verzameld is vaak te gering en te weinig tastbaar om met voldoende zekerheid zo'n facet te kunnen vormen. Feitelijk delen veel individuele gebruikers veel gemeenschappe- lijke kenmerken. Ondanks de mode om 'jezelf te zijn', kiezen vele gebruikers er 'zelf voor om er net zo uit te zien en net zo te denken als hun vrienden, buren of collega's. Wanneer we daarvan uitgaan zou het düsteren van de gedragsuitingen van algemene gebruikers, op basis van de meest representatieve kenmerken wel eens veel nuttiger kunnen zijn omdat we daar mee aan de ene kant vermijden dat we verdrinken in de details en aan de andere kant de algemene conformiteit met de ge- bruikersverwachtingen van de Systemen verbeteren. Het is even belangrijk om de transparantie van de interface te verbeteren, die gekenmerkt wordt door de mogelijkheid van het systeem om zichzelf te beschrijven, de 'zelf-organisatie' en de 'zelf-navigatie'. Het beschrijven van zichzelf, met de bijbe- horende diensten zoals de on-line helpfunctie, en sensitieve Symbolen (zie figuur 4) is gericht op het helpen van gebruikers bij het ontdekken en vinden van lacunes in hun kennis. Zelf- organisatie heeft als doel het bevorderen van de interactie. Het bestaat uit het struetureren van interactieve funeties gebaseerd op het dynamisch vastleggen van de handelingen van een spe ciale gebruiker door zieh daaraan aan te passen, en kan bij- voorbeeld leiden tot een toegenomen leer-effectiviteit. Zelf-na- vigatie, tenslotte, is het noodzakelijke hulpmiddel dat een ge bruiker beschermt tegen de disorientatie en dat tegelijkertijd de hulpbronnen van het systeem rationaliseert. Een van de on- derzoekstaken bestaat bijvoorbeeld uit het ontwikkelen van autonome 'agents' voor kaartlezen. Zo'n autonome 'agent' is dan tijdens de gehele interactieve zitting actief. Door het con- tinue analyseren van de feitelijke handelingen door de gebrui ker (zoals zijn manier van zoeken, zijn oog-patronen, het klik- ken van de muis of het pauzeren) voorspelt het de volgende waarschijnlijke bewegingsstap of suggereert de volgende han- deling aan de gebruiker zonder hem te dwingen die ook daad- werkelijk op te volgen. Een gebruiker heeft zo ook altijd de mogelijkheid zijn eigen keus te volgen naast die welke hem door de 'agent' wordt gesuggereerd. Noten Dit artikel is als 'Keynote address' uitgesproken tijdens de tweede ple- naire zitting van het 2oe Internationale Kartografische Congres te Beijing, augustus 2001. De tekst is vertaald door Ferjan Ormeling. Literatuur Gloor, P. (1997), Elements for Hypermedia design techniques for navigation and visualization in Cyberspace. Birkhäuser Bosten. url: http://www.birkhauser.com/hypermedia/ Greening, D.-R. (1999), Tracking users what marketers real- ly want to know? url: http://www.webtechniques.com/archi- ves/1999/09/greening/ Kaupter, R. (2001), Internet Cartography. Lecture notes at 44

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2001 | | pagina 50