KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2OOI-XXVII-4 van de vragensteller. Met discussie over de inhoud, dan wel de gevolgde methode van onderzoek had het vragenkwartiertje zelden iets te maken. Sterker nog, er wer den maar erg weinig papers gepresen- reerd die de potentie hadden om inhou- delijk bediscussieerd te worden. Het wa ren in overgrote meerderheid lezingen, die verslag gaven van een onderzoek, maar gepresenteerd werden als een 'final resultEr zou voor volgende conlerenties veel meer pogingen gedaan moeten wor den papers te selecteren die een daadwer- kelijke stellingnemende discussie op gang brengen. Andere activiteiten Los van de 65 presentades (zonder paral- lelsessies) werd er 00k een postersessie en een presentatie door boekhandelaren ge- houden. Het aantal 'ingerichte Stands' was voor beide bijeenkomsten beperkt. Veruit de meeste 'congresistas' hadden hooguit drie kwartier nodig om alles ge- zien te hebben. Nu bleken de belangrijk- ste Spaanse musea alle op loopafstand van de Biblioteca Nacional. Dit waren het Scheepvaartmuseum met de Juan de la Cosakaart uit 1500, waar Amerika voor de eerste keer op voorkomt, het Prado met zalen met prachtige schilde rten van Jeroen Bosch, Velasquez en Goya, het Reina Sophiamuseum met onder andere Picasso's Guernica en wan den met Dali's en het Thyssenmuseum met zijn fantastische 2oe-eeuwse kunst. Naast de presentaties was er 00k tijd voor veel andere zaken. Zo kregen we het voor elkaar om met een klein groepje van een stuk of twaalf personen (waar- onder opvallend veel Nederlanders) een rondleiding te krijgen door de depots van de Biblioteca National van ongeveer anderhalf uur. Naar aanleiding van het bovenstaande ben ik er tijdens deze con- ferentie wel weer wat sterker van over- tuigd geraakt, dat we het op weten- schappelijk, maar vooral op het gebied van de materiele verzorging en toeganke- lijkmaking van ons culturele kaartenerf- goed helemaal niet siecht doen in Ne- derland. En dat is toch 00k een mooie constatering, nietwaar? Binnen het conferentieprogramma was nog ruimte gevonden voor maar liefst drie openingen van fraaie, overzichtelij- ke tentoonstellingen. Deze werden ge- houden op het terrein van de Universi- teit van Madrid, in de Biblioteca Na cional en in het Madrileense stadhuis. Verder was er een georganiseerd bezoek aan het Escorial en voor de liefhebbers op 7 juli een bezoek aan Toledo. Mijn conclusie is, dat ik een hele plezie- rige tiendaagse in Madrid doorgebracht heb. Dit vooral door de combinatie van het nuttige (inhoud en netwerken) en het aangename (tentoonstellingen en musea). Daarvoor wil ik de Organisato ren heel hartelijk bedanken. Uit eigen ervaring (al is de conferentie in Amster dam van 1989 al weer lang geleden) weet ik wat een energie het kost om een der- gelijke conferentie op poten te zetten. In het bijzonder dank ik Carmen Liter van de Biblioteca Nacional en Maria Louisa Martin Meras van het Madrileense Scheepvaartmuseum, die samen met vele collega's enorm veel werk verzet hebben om de conferentie draaiend te krijgen en te houden. M. Hameleers 'Mapping the 21 st Century' - 20e ICA-conferentie in Beijing, China, 6-10 augustus 2001 Afgelopen zomer trokken maar liefst 519 kartografen uit allerlei landen ter we- reld naar China voor het bijwonen van het zoe con- gres van de International Cartographic Association (ica). Daarnaast waren er nog 295 Chinese kartografen onder de deelnemers. Opvallend was dat er dit keer relatief veel deelnemers met partner waren gekomen, en dat er druk gebruik gemaakt werd van allerlei excur- sies gedurende, voor en na de conferen tie. De openingsceremonie bevatte naast de gebruikelijke welkomstwoorden een op video opgenomen groet van prof. dr. F.J. Ormeling sr., die tijdens zijn presi- dentschap van de ica heeft bewerkstel- Uitstapje naar de Verboden Stad. ligd dat China lid werd van de organisa- tie. De ceremonie werd opgeluisterd met lokale culturele uitvoeringen, en afgeslo- ten door een presentatie van de vorige iCA-president, Michael Wood, die daar- mee de spits van de conferentie afbeet. Hij benadrukte de rol van de kaart in de maatschappij: een maatschappij zonder kaart zou volgens hem niet kunnen be- staan. Ondanks allerlei externe (bedrei- gende) invloeden voorzag hij een roos- kleurige toekomst voor de kartografie. Verder werden enkele personen voor uit- zonderlijke, voor de kartografie relevante prestaties beloond. Zo ontving Joel Morrison de gouden Carl Mannerfeld- medaille, en werd Judy Olson benoemd tothonorary fellow van de ica. Programma en indrukken De organisatie had een programma uit- gewerkt met maar liefst 260 voordrach- ten en 80 posters, verdeeld over diverse parallelle sessies in krap vijf dagen. Daar naast waren er verschillende tentoonstel lingen en konden de deelnemers kiezen voor bezoeken aan diverse kartografische instellingen in de Chinese hoofdstad. Uw verslaggevers konden het volledige pro gramma onmogelijk afdekken. U vindt hier dan 00k een minder uitgebreid ver slag dan u in het verleden van ons ge- wend was. Het volle programma liet de sprekers vaak niet meer dan tien minuten om over hun kartografische activiteiten te praten, iets waar velen het moeilijk mee hadden. Het gebeurde relatief vaak dat sprekers niet kwamen opdagen. Dat gaf weliswaar iets meer ruimte aan de andere sprekers ICA ACI 50

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2001 | | pagina 56