53
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
ben, omdat nu eenmaal de voordracht
van een nationale bibliotheek meer
stemmen trekt dan de in dit veld onbe-
kende nvk. Het resultaat is dat voor het
eerst sinds 30 jaar Nederland niet verte-
genwoordigd is in dit sc, dat voorname-
lijk beslist over de standaarden voor de
'regels voor titelbeschrijving' en metada-
ta.
Dankzij o.a. een subsidie uit het Orme-
lingfonds was ik in Staat deze conferentie
bij te wonen, waarvoor dank aan het Be-
stuur van de nvk.
Nog nooit waren er zoveel afgevaardig-
den bijeen als bij dit congres in Boston
van 17 tot en met 24 augustus van dit
jaar. Van de 5.500 afgevaardigden waren
er veertien speciaal gekomen voor de bij-
eenkomsten van de G&ML-section, voor-
namelijk uit de Verenigde Staten en Eu
ropa. Voor het eerst waren er 00k een
aantal vertegenwoordigers van de Chine
se geologische dienst aanwezig.
De sectie hield twee vergaderingen over
lopende zaken en toekomstige ontwikke-
lingen en had twee open sessies gepland.
Ikzelf woonde de vergaderingen bij als
'observer' en ben voor de sectie sinds
1996 tevens 'observer' bij de ica Spadal
Data Standards Commission.
De sectie houdt zieh voornamelijk bezig
met het aanpassen van de 'regels voor ti
telbeschrijving voor kartograßsche docu-
menten' en de voortschrijdende digitalise-
ring van het vakgebied. Verder het zoveel
mogelijk propageren van de werkzaamhe-
den van de sectie. Dit laatste gebeurt o.a.
met folders in het Engels, Frans, Duits en
Spaans. In de toekomst zal hier nog Rus
sisch aan toegevoegd worden.
Voor iedere materiaalsoort is er een isbd
(International Standard Bibliographie
Description), dus 00k voor kartografi-
sche documenten, de isbd(cm). Sinds
1992 fungeert er echter 00k een isbd
voor Electronic resources' isbd(er),
vanwege de digitale documenten. Het is
de bedoeling dat voor bijvoorbeeld elek
tronische kaarten zowel de isbd(cm) als
de isbd(er) gebruikt worden. Dit werkt
verwarring in de hand en de G&ML-sectie
heeft ervoor gekozen beide te integreren.
Op dit moment Staat op het www een
versie uit 1999 www.ifla.org/VIHs6/news/
isbd.pdf)maar ondertussen is er aan de
leden een 4e versie uit 2001 ter beschik-
king gesteld. Aan alle versies heb ik tot
nu toe mijn medewerking kunnen verle-
nen. Het is echter de vraag of de Section
on Cataloguing een dergelijke verregaan-
de integratie zal aeeepteren, daar de di
verse isbd's met elkaar in de pas dienen
te lopen. Beide secties hebben nu de re-
visie op het programma gezet en hope-
lijk zal de Sectie on Cataloguing experti-
se vragen uit het kaartbeheerdersveld om
de revisie te finaliseren. De idee achter
de integratie is namelijk gebaseerd op de
ontwikkelingen in de metadatastandaar-
den zoals deze o.a. ontwikkeld worden
door de fgdc en de iso, waarbij de bi-
bliotheekwereld zoveel mogelijk invloed
heeft uitgeoefend op de velden die te
maken hebben met de formele beschrij-
ving. Verder hebben de kaartbeheerders
veel van de andere metadatastandaarden
geleerd, bijv. dat het aangeven van ge-
bruiksvriendelijkheid (fitness-of-use) zo
wel van toepassing is op analoge als digi
tale produeten.
Ontwikkelingen in de voortschrijdende
digitalisering geven aan dat de kloof tus-
sen Angelsaksische bibliotheken en de
rest van de wereld toeneemt. Dit kan te
maken hebben met het Amerikaanse
vrijheid van informatie-prineipe' en de
voortrekkersrol die zij binnen de Angel
saksische wereld hebben. Er zijn bijna
geen grote bibliotheken in deze gebieden
die niet Gis-pakketten (dankzij o.a. de
giften van esri) en digitale databases ter
beschikking stellen aan hun gebruikers.
Met afgunst heb ik in mei van dit jaar in
Amsterdam gekeken naar een on line de-
monstratie van de dataserver Magic
http:llmagic.lib.uconn.edul) door Patrick
McGlamery, waarbij TlGER-files een
overlay van diverse statistische lagen kre-
gen, die ter plaatse manipuleerbaar wa
ren.
Tijdens de discussies heb ik voorgesteld
meer nadruk te leggen op de 'Geography'
in de naam van de sectie, omdat ruimte-
lijke inlormatie een meer gei'ntegreerde
benadering vraagt dan tot voorheen
noodzakelijk was. Hierdoor kunnen mis-
schien meer (groepen van) instellingen
ge'fnteresseerd worden in de problema-
tiek waarmee de sectie zieh bezighoudt.
De sectie heeft besloten de discussie hier-
over voort te zetten bij de volgende con
ferentie in Glasgow in 2002.
Hierbij aansluitend heeft de sectie zieh
tot taak gesteld meer aandacht aan trai-
ning van kaartbeheerders in digitale
praktijken te geven door middel van
Workshops en artikelen. Sinds 1996 zijn
er vier Gis-workshops gegeven tijdens de
conferentieweek, waarbij de belangstel-
ling in 1998 in Amsterdam helaas zo ge
ring was dat deze niet is doorgegaan.
Wanneer echter het aantal vrij of met
beperkingen ter beschikking körnende
ruimtelijke datasets in de wereld niet re
levant zal toenemen, zal de invloed van
deze trainingen buiten de Angelsaksische
wereld helaas gering zijn. Voor Glasgow
200I-XXVII-4
ben ik uitgenodigd mijn medewerking te
verlenen aan een Workshop over digitali-
seren (analoge produeten in digitale
vorm ter beschikking stellen) met be-
trekking tot het metadata-gebied.
Verder zal de sectie met andere secties
contact opnemen om te bezien in hoe-
verre samenwerking in de toekomst tot
de mogelijkheden behoort. Men is zieh
er namelijk van bewust dat kartografi-
sche visualisaties in meer dan alleen de
geografische diseiplines gebruikt worden
en dat onderwerpen als digitalisering,
conservering, ontsluiting en ter beschik
king Stelling universele aspecten hebben,
die discipline-oversdjgend zijn.
De eerste open sessie met meer dan 100
toehoorders had als onderwerp Digiti-
zing cartographic materials met als spre-
kers Betty Kidd (Director General, Na
tional Archives of Canada), John Hebert
(Chief, Geography Map Division, Li
brary of Congress) en Pierre-Yves
Duchemin (Bibliotheque nationale de
France). Vele van de digitaliseringspro-
jecten zijn nog ad-hoc, terwijl bibliothe
ken er momenteel naar streven om ken-
nisdomeinen te gaan organiseren. Dit
gebeurt bijv in het 'American memory'-
pro ject http:llmem.oryloc.gov/ammeml
ammemhome.html), waarin op dit mo
ment ca. 7 miljoen items bijeengebracht
zijn. John Herbert toonde hoe het ge-
bruik van het programma MrSid (dit
wordt 00k gebruikt in de KB-site 'Atlas
Van der Hagen en Atlas Beudeker'
(http: //www. kb. nllkblmenulgal-atl.html)
bij het bekijken van gescande kaarten
details laat zien, die met het blote 00g of
een vergrootglas niet waarneembaar zijn
(Civil war maps,' http://memory.loc.gov/
ammem/gmdhtml/cwmhtml/cwmhome. html
Het gebruik van deze technologie is te
vens een hommage aan de vroegere gra-
veurs, die zulke details in spiegelbeeld in
een koperplaat gebracht hebben.
Bij de tweede open sessie, getiteld Where
in the worldi Accessing spatial data in the
new millenium, mocht ikzelf de spits af-
bijten. In de voordracht Geospatial data
access: can we manage to shift? (www.ifla.
orgHV/ifla6y/papers/i6y-i66e.pdf) heb ik
proberen duidelijk te maken dat de tran-
sitie van analoog naar digitaal tot gevolg
zal hebben dat er in de toekomst van
meerdere metadatasystemen gebruik zal
worden gemaakt om via metainformatie-
systemen op de persoon toegesneden
output-data te kunnen leveren. En ver
der dat een metadata-record nooit af zal
zijn, omdat dit op den duur 00k data
met betrekking tot de digitale struetuur