KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2OOI-XXVII-4 Jacarta naderden, de vlakke kust en daarachter de hoog oprijzende Vulkanen van het binnenland. Ze getuigen van een helderheid van het landschap die het sedertdien verloren lijkt te hebben, wellicht door de intensivering van het menselijk handelen en de menselijke be- woning. De panoramakaarten waren de eerste documenten die inzicht gaven in het landschap. Met dit boek en deze overzichtskaart komt die helderheid weer terug! F.], Ormeling The map library in the new millennium R.B. Parry C.R. Perkins (red.) London: Library Association Publishing (7 Ridgmount Street, London wcie 7AE), 2001 267 pp, formaat 24 x 16 cm. ISBN 1-85604-397-5. Prijs 55,- Parry en Perkins vormen het productie- ve duo van kaartbeheerders dat verant- woordelijk is voor World Mapping To day, het meest uitgebreide overzicht van wat er aan kaartmateriaal te krijgen is (dat in het vorige kt besproken is). In dat boek worden de nieuwe trends in het beheren en distribueren van ruimte- lijke informatie wel behandeld, maar er is daar in verband met de gekozen for- mule geen ruimte voor het dieper in- gaan op de consequenties van de nieuwe ontwikkelingen. Daarvoor hebben de redacteuren het medium van dit boek gekozen: een bundel van opstellen die de rol van de kaartenzaal in dit nieuwe digitale tijdperk bekijken vanuit ver- schillende optiek. We kunnen in Neder- land zelf 00k die veranderingen consta- teren, waar de beheerder van de kaarten zaal van de Universiteit Utrecht meer dan de helft van zijn tijd bezig is met het zoeken naar Websites met kartografi- sche informatie, om die in de vorm van Oddens' bookmarks ter beschikking te stellen van degenen die naar ruimtelijke informatie zoeken. Er wordt daar in deze bundel 00k herhaaldelijk naar ver- wezen. De redacteuren hebben een team van 13 experts (niet allen uit de kaartbeheer- derswereld) gevraagd om hun bijdragen op dit gebied; ze zijn afkomstig uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannie, Nieuw-Zeeland en Nederland (Jan Smits en Menno-Jan Kraak). Er zitten acade- misch kartografen bij, kaartbeheerders, kaartuitgevers en kaarthandelaren. Ze zijn allemaal op de hoogte van de nieuwe digitale technieken voor informatiever- spreiding. Parry en Perkins geven in een körte in- leiding een overzicht van de ontwikke lingen op kaartbeheersgebied en op dat van het ontsluiten en vinden van kaart materiaal zonder de hun tijd te ver vooruit zijnde ccK-initiatieven voor het zoeken op coördinaten te vermelden - maar dat gebeurt later wel bij de bijdra- ge van McGlamery. Na hen komt eerst Carol Marley aan bod. Ze introduceert de term spatial literacy, zoals we 20 jaar geleden de term graphical literacy had- den. Mensen waren toen 'graphicate' (in navolging van literate of numerate of ar- ticulate) wanneer ze hun ideeen over de ruimte op papier konden zetten; nu moeten we dat wellicht spatiate gaan noemen. Haar bijdrage is de moeite waard omdat ze aangeeft dat de kaartbe heerders niet alle nieuwe ontwikkelingen behoeven te volgen maar keuzes moeten maken. Later zal Godfrey 00k opmerken dat kaartenzalen 00k qua aanbod speci- fiek moeten zijn en niet allemaal dezelf- de zaken moeten aanbieden. Nick Millea, kaartbeheerder van de Bod- leian in Oxford vindt net als Marley dat kaartbeheerders 00k met gis moeten kunnen omgaan om hun klanten te hel- pen; een kartografisch lab is een faciliteit die kaartenzalen eigenlijk zouden moe ten aanbieden. De bovengenoemde Pa trick McGlamery behandelt de geschie- denis van de geautomatiseerde catalogise- ring, en meldt de implementatie, 25 jaar na de cck, van een geospatial search engi- ne bij de nima, de karteringsdienst van het Amerikaanse leger. Jennifer Stone Muilenburg, een Gis-kaartbeheerdster (gis librarian) uit Seattle, is helemaal ver kocht aan die nieuwe vorm van dienst- verlening, hoewel ze toegeeff dat er 00k steeds meer applicaties zijn waarin een ei gen viewer-optie zit. Bob Parry classifi- ceert de voor kaartbeheerders beschikba- re cd-rom's (multimedia-atlassen, route- planners, straatatlassen, overzichten van topografische kaarten, demografische, aardkundige en milieukundige datasets, gazetteers, bibliötheekcatalogi en educa- tieve cd-rom's). Parry geeft de publicatie van een internetatlas van Zwitserland aan als bewijs van de overstap op dit medium in plaats van op cd, maar dat is een siecht voorbeeld aangezien er net 00k een prachtige nationale atlas van Zwit serland op cd-rom versehenen is. Peter- son draagt een inmiddels overbodige ge- schiedenis van internet bij. Kraak heeft een leuke opzet voor zijn artikel over de kaartbibliotheek en het internet, name- lijk: stel dat het internet een kaartbiblio theek is, hoe zou je er dan een kaart in moeten vinden? Jan Smits geeft in zijn bijdrage aan wel ke ontwikkelingen er plaatsvinden bij de standaarden die enerzijds bij kaartbe heerders en anderzijds bij de 'spatial data Community' in gebruik zijn. Christopher Baruth, van de kaartverzameling van de American Geographical Society in Mill- waukee, behandelt de mogelijkheden voor kaartbeheerders om oude kaarten op het internet op te nemen, en speci- fiek de mogelijkheden voor het scannen. Om oude kaarten (maar vooral 00k voorgaande edities van bestaande kaart- series) zo toegankelijk te maken is er nog een geweidige hoeveelheid werk nodig, die eigenlijk alleen kan worden gereali- seerd door samenwerkende kaartcollec- ties, in een soort clearinghouse-construc- tie. Iets dergelijks mag niet afhangen van het enthousiasme van een enkele kaart beheerder die er zijn gezondheid mee in gevaar brengt. Chris Perkins brengt als spin-off van World Mapping Today een overzicht van de verschillen in toegankelijkheid van kaartmateriaal. Barr brengt een nogal al- gemene bijdrage over Copyright, en Pip Forer uit Nieuw-Zeeland beschrijft de rol van kaartenzalen in een digitale om- geving met veel nieuwe produetiebedrij- ven van ruimtelijke informatie als two- way nodes, die moeten zorgen voor goe- de verbindingen met de bronnen van geografische informatie, zelf een goede plaatselijke collectie moeten hebben en een mogelijkheid moeten bieden hun bezoekers die twee soorten data te laten integreren. En daarnaast moeten kaar tenzalen ervoor zorgen consistente en toegankelijke environmental memories voor de samenleving te bewaren! God frey, uitgever van papieren oude kaarten ziet de waarde van het papieren materi- aal vooral 00k in het feit dat dat niet te manipuleren valt, in tegenstelling tot di- gitaal materiaal. De ontwikkeling in de Sovjetunie 1955-1985, met grootschalige geleide vervalsing van papieren kaarten heeft hem wat dat betreft geen gelijk ge- geven. Fairbairn steh wat overtrokken eisen aan kaartbeheerders, en Russell Guy, werkzaam bij omni Resources, de digitale tegenhanger van de grootste kaartenhandel ter wereld, GeoCenter, heeft een interessante bijdrage over de impact van internet op de internationale kaartenhandel. Veel etablissementen leg- 58

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2001 | | pagina 64