KARTOGRAPISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-1 Basis variabele Primair afgeleide variabelen Secundair afgeleide variabelen Weergave - moment Volgorde Duur Frequentie lijksoortige veranderingen per tijdseen- heid. Frequentie wordt dan ook gezien als secundaire afgeleide variabele. Positie in weergavetijd is dus noodzake- lijk voor de perceptie van de andere dyna mische variabelen, en in die zin vergelijk- baar met de rol van de door Bertin [1967/1974] onderscheiden variabele posi tie in de weergaveruimte ten opzichte van de overige grafische variabelen. Verande- ring van een grafische variabele binnen een representatie hoeft echter geen gevol- gen te hebben voor de ruimtelijke positie, maar verandering van volgorde, duur of frequentie bewerkstelligt wel een verande ring in gemarkeerde weergavemomenten. Gebruik van de dynamische visualisatievariabelen Voordat het gebruik van de dynamische variabelen voor de exploratie van ruim- telijk temporele data sets aan de orde komt, wordt eerst meer in het algemeen beschreven wat de invloed van het weer- gavemedium op de variabelen is. Invloed van het medium De weergave van een aantal dynamische visualisatievariabelen wordt be'fnvloed door het medium dat wordt gebruikt voor het bekijken van de animatie. Fac- toren zoals capaciteit van de processor, netwerkverbindingen, bandbreedte en variaties in intensiteit van het gebruik van een netwerk bei'nvloeden de snelheid waarmee informatie kan worden weerge- geven, met name op het web. Daardoor kunnen variabelen die gevoelig zijn voor verschillen in weergavesnelheid niet ex- act worden gecontroleerd. Ondanks buf- feringtechnieken (zoals 'streaming') zijn er variabelen die be'invloed worden door variaties in weergavesnelheid. Dit zijn: weergavemoment; duur; frequentie. Uiteraard is volgorde niet mediumge- voelig. Figuur 3. Hierarchische relaties tussen de dynamische visualisatievariabelen. Gebruik voor ruimtelijk-temporele data sets: het WereldTijd Model De dynamische-visualisatievariabelen kunnen op diverse ma- nieren worden gebruikt in 2D-animaties van ruimtelijk- temporele data. Meest voor de hand liggend is echter het ge bruik voor een chronologische weergave, waarbij de variabelen van weergavetijd worden gekoppeld aan de temporele karakte- ristieken van de gegevens in wereldtijd [Kraak MacEachren, 1994]. Bij de meest gebruikelijk vorm waarin chronologische (of andere) animaties nog steeds gegoten worden, is er voor de gebruiker hoegenaamd geen mogelijkheid tot interactie. De standaard opties die mediaspelers bieden (stop, stapsgewijs of snel voor- en achteruit) zijn zo beperkt, dat ze hier voor het gemak worden geschaard onder de animaties die alleen beke- ken kunnen worden view-only type). In het bovengenoemde bredere onderzoek wordt het model voor de vormgeving van een view-only animatie met een strikte koppeling van weerga ve- en wereldtijd voor de representatie van de temporele di- mensie van ruimtelijke data een WereldTijd Model (wtm) ge- noemd. Uiteraard vindt de koppeling in het wtm plaats bin nen de context van aan het ontwerp gerelateerd keuzes voor temporele schaal, temporele resolutie enz., maar een strikte koppeling betekent b.v. dat een representatie van data met on- regelmatige tijdsintervallen, die vertekening van de duur in weergavetijd zou geven, hier niet als wtm wordt aangemerkt, tenzij er alsnog een koppeling tot stand wordt gebracht, bijv. door temporele interpolatie. Afwijkingen van het WereldTijd Model: het InterVentie- en het InterActieModel Het wtm is echter niet het enige model dat gebruikt kan wor den voor een animatie voor de exploratie van dynamische fenomenen. In het onderzoek wordt uitgegaan van de volgen- de hypothese. Veranderingen in ruimtelijk-temporele gegevens zijn beter te identificeren en te vergelijken indien: er naast de strikte koppeling van dynamische visualisatievaria belen aan wereldtijd ander gebruik van de variabelen mogelijk is, zoals koppeling aan de gegevenscomponenten locatie of thematisch attribuut; de gebruiker de dynamische visualisatievariabelen door inter actie kan controleren en manipuleren. De in het wtm gehanteerde strikte koppeling tussen weergave tijd en wereldtijd kan op diverse manieren worden gemanipu- leerd. Een mogelijkheid is om de gebruikers een view-only animatie aan te bieden, waarin een aantal relevant geachte ma- nipulaties, zoals koppeling van de dynamische visualisatieva riabelen aan de gegevenscomponent locatie of thematisch attri buut, zijn ingebouwd1'. Aan zo'n ingeblikte animatie, die niet meer interactie toelaat dan hetgeen wordt geboden door de mediaspeler en die tot stand is gekomen door interventie met het wtm, ligt een InterVentieModel (ivm) ten grondslag. Een andere mogelijkheid is om controlemechanismen in te bou- wen, waarmee de gebruikers door interactie met de animatie zelf kunnen kiezen welke manipulaties van de dynamische vi- sualisatievariablen ze relevant achten voor het uitvoeren van hun taak. Zo'n animatie kan worden gezien als het resultaat van een InterActieModel (iam). Het is de vraag of gebruikers voldoende uit de voeten kunnen met het ivm. Morrison et al. [2000] waren ge'fnteresseerd in de 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 11