t
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2002-XXVIII-I
Mmst
effectief
WereldTijd Model
chronologisch
view only
vraag of animatie effectief is in leerpro-
cessen. Ze bekeken studies waarin stati
sche en dynamische view-only represen-
taties werden vergeleken, en concludeer-
den dat animaties meestal niet erg
effectief zijn. Als er wel sprake was van
een succes, dan kwam dat omdat de ani
matie meer informatie toonde dan de
statische weergave, namelijk ook de klei
ne stappen tussen verder uit elkaar gele
gen kernbeeiden. Verschillende andere
auteurs gaan er ook vanuit dat animaties
vluchtig en moeilijk te bevatten zijn,
omdat ze de gebruikers overladen met een snelle opeenvolging
van beeldveranderingen [bijv. Monmonier, 1992].
Morrison et al. [2000] betrokken geen interactieve animaties in
hun vergelijking met statische weergaven. Wel stellen ze dat be-
kend is dat interactie op zieh nuttig is. Als dat zo is, mögen we
veronderstellen dat interactieve animaties effectiever zijn dan
view-only vormen. Intui'tief zijn we ook geneigd om dat aan te
nemen. Er is nog relatief weinig empirisch onderzoek gedaan
naar interactieve animaties, en de resultaten die er zijn, zijn ge-
mengd. Zo vonden Harrower et al. [2000] dat interacties met
een temporele legenda niet bijzonder bijdroegen aan de vor-
ming van hypotheses Over weersverschijnselen bij proefperso-
nen met een goede of een geringe kennis van het thema. Het
meest gebaat bij interactie waren degenen met een matige ken
nis van weersverschijnselen. MacEachren et al. [1998] onder-
zochten het gebruik van interactieve animaties door epidemio-
logen voor het exploreren van in kaart gebrachte, temporeel va-
rierende gezondheidsstatistieken. Daarbij bleek echter dat
proefpersonen die een lopende animatie gebruikten ruimtelijk-
temporele patronen in sterftecijfers ontdekten die totaal werden
gemist door degenen die de beeiden stapsgewijs bekeken.
Omdat we toch steeds meer animaties tegenkomen, is de vraag
of de effectiviteit ervan niet verhoogd kan worden door inter
actie relevant. Dat geldt met name voor toepassingen waarin
visuele exploratie van dynamiek, ook in kleine tussenstappen,
een belangrijke rol speelt. In het geplande bredere onderzoek
wordt dan ook een vergelijking gemaakt tussen het gebruik
van dynamische visualisatievariabelen in view-only en interac
tieve animaties. Verschillend vormgegeven animaties kunnen
verschillende cognitieve processen bij de gebruiker op gang
brengen, die op hun beurt weer kunnen leiden tot verschillen
de interpretaties en bevindingen. De nog niet volledig onder-
zochte cognitieve invloed van verschillend vormgegeven ani
maties zal in dit onderzoek centraal staan. Figuur 4 laat de drie
modellen voor het vormgeven van animaties zien die in de test
gebruikt zullen worden (zie ook de bovengenoemde hypothe-
se). Verwacht wordt dat een wtm relatief gezien het minst ef
fectief is voor het monitoren van ruimtelijke veranderingen.
Een animatie volgens dit model zal weliswaar snel een indruk
kunnen geven van enkele opvallende veranderingen, maar
voor het genereren en toetsen van hypothesen moeten de gege-
vens ook op andere manieren kunnen worden bekeken. Een
ivm zal toegevoegde waarde hebben, maar de beste effectiviteit
wordt verwacht van een animatie volgens het iam, omdat het
de gebruiker de vrijheid geeft om de dynamische visualisatie
variabelen naar believen te manipuleren en te controleren.
Mogelijkheden voor interventie en interactie
Er zijn veel mogelijkheden denkbaar om de dynamische visua
lisatievariabelen vanuit een wtm al dan niet interactief te mani-
Manipulaties van:
tijd
locatie
thematisch attribuut
grafisch ontwerp/perspectief
besturing van de animatie
Toegevoegde waarde
InterVentieModel
voorgebakken keuzes
view only
InterActieMode
keuzes door gebruiker
interactief
Meest effectief
Figuur 4. Drie vorm-
ammaties t
rende de tests gebruikt
zullen worden.
Tabel 2. Voorbeelden
van interuenties en
interacties met een
chronologische ani
matie van geodata en
de belangrijkste erbij
betrokken dynamische
visualisatievariabelen.
puleren. Er wordt echter niet gestreefd
naar het testen van alle denkbare vormen.
In plaats daarvan zullen voorbeelden van
een aantal bekende animatie- en kaartge-
bruiksactiviteiten waarbij de dynamische
visualisatievariabelen zijn betrokken, wor
den gebruikt. Voor de literatuurverwijzin-
gen naar de animatie- en kaartgebruiksac-
tiviteiten is een selecde gemaakt; er is niet
gestreefd naar volledigheid. Interventie en
interactie kunnen gericht zijn op de gege-
venscomponent tijd binnen de temporele
dimensie van een animatie, op locatie en
thematisch attribuut binnen de ruimtelijke
dimensies, op grafische ontwerp of per-
spectief op de representatie, of meer alge-
meen op de besturing van de animatie.
Tabel 2 geeft voorbeelden in elk van deze
categorieen met de belangrijkste daarbij
betrokken variabelen.
Manipulatie van weergavemoment kan
plaatsvinden door het selecteren van
subsets van de data uit het wtm [An-
drienko et al., 2000; Harrower et al.,
Belangrijkste betrokken
dynamische
visualisatievariabele
Manipulaties die passen in het
InterVentieModel
en het InterActieModel
Selectie van
tijd; locatie en/of thematisch attribuut
grafische representatie/perspectief
Manipulatie van start/eind van de animatie
stop
stapsgewijs voor- of achteruit
afstemming van animaties op elkaar ('tuning')
Manipulatie van volgorde gekoppeld aan
tijd, locatie en/of thematisch attribuut
grafische representatie/perspectief
(Snel) terugspoelen
Manipulatie van duur gekoppeld aan tijd, locatie
en/of thematisch attribuut
Andere weergavesnelheid
Snel vooruitspoelen
Herhaling van tijd;
Herhaling koppelen aan locatie en/of thematisch
attribuut
Loop instellen
o
0
S o
1
"g
u
3
"O
10