24 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-I Amsterdam getoond (figuur i) die een beeld geeft van de gebieden in Amster dam waar op i januari 1994 (geel) en/of op 1 januari 2000 (groen omrand) veel Marokkanen woonden (meer dan 500 en meer dan 20% Marokkanen). De kaart had, passend bij het thema van de ten- toonstelling, tot doel iets te laten zien van de woonsegregatie van deze bevol- kingsgroep in de stad en de veranderin- gen daarin over de afgelopen zes jaren. Postcodes Waar komen die 275 voorgebakken kaartlagen nu vandaan en hoe zijn de ge bieden op die kaartlagen afgebakend? Dat is een heel verhaal. Aan de basis van Figuur 2. Alle Marokkaanse 'concentratiegebieden op 1-1-199 4. Figuur 4. Alle Marokkaanse 'concentratiegebieden op 1-1-2000. In de tentoonstellingsruimte stond 00k een Computer klaar waarmee bezoekers zelf zulk soort kaarten op het scherm konden oproepen (en op papier konden laten afdrukken). Om dat te doen moest men eerst uit elk van 4 rolmenu's, aan- geduid als Thema, Jaar, Groep en Basis, een optie kiezen. Daarmee acdveerde men een van de vele in die Computer op- geslagen kaartlagen. Voor figuur 1 bij- voorbeeld zou men uit de rolmenu's als thema etniciteitals jaar 1994 (en later 2000), als groep Marokkanen en als basis de gehele bevolking ingesteld hebben. De bijbehorende kaartlaag, zoals die in de Computer lag opgeslagen, ziet er dan voor 1 januari 1994 uit als figuur 2, en voor 1 januari 2000 als figuur 3. Dit zijn twee van de in totaal 275 voorgebakken kaartlagen waarmee de tentoonstellingsbezoeker aan de gang kon. In elke kaart van dat computerarchief van de tentoonstelling zaten alle ruimtelijke concentraties van het betreffende onder- werp opgeslagen, van minuscule onbetekenende snippertjes tot omvangrijke gebieden, zoals 00k gei'llustreerd wordt in de fi- guren 2 en 3. Die archiefkaarten dienden als basis van waaruit een relevant beeld opgebouwd kon worden. Daarover kon iedere bezoeker, met een betrekkelijk grote mate van vrijheid, zelf beslissen door in een invulschermpje criteria in te stellen. Daarmee kon den uit de kleinere en grotere vlekken van een basiskaart die- gene gekozen worden die aan bepaalde eisen van aantal en/of percentage en/of oppervlakte en/of dichtheid voldeden. Op die manier kon iedereen zelf bepalen welke snippertjes men uit het kaartbeeld wilde weglaten. Figuur 1 is bijvoorbeeld gemaakt door te eisen dat het minimale aantal Marokkanen van een concentra- tiegebiedje 500 moest zijn en het mini male percentage Marokkanen (ten op- zichte van de totale bevolking) 20. Het was 00k mogelijk om kaarten van twee tijdstippen over elkaar heen af te beei den, zoals in figuur 1 is gedaan: de vorige kaart kon (in een ander kleurtje) onder- de huidige (die dan transparant getekend werd) worden opgeroepen. het systeem staan gegevens op het niveau van zespositie (vier cijfers en twee letters) postcodes. Amsterdam telt (in 2000) bij- na 18.000 bewoonde postcodes en via verschillende registraties en tellingen be- schikt de gemeente over allerlei bevol- kingskenmerken voor die postcodes. Dat geeft zeer gedetailleerde informatie, want gemiddeld wonen er in de hoofdstad in een postcodegebiedje maar net iets meer dan een luttele 40 mensen. Het Amster- damse Bureau voor Onderzoek en Statis- tiek (o+s), werkt intensief samen met de afdeling Geografie en Planologie van de Universiteit van Amsterdam om een stan- daardarchief van gegevens aan te leggen op dit zeer gedetailleerde postcodeniveau. Naast de drie thema's die op de tentoon- stellingscomputer beschikbaar waren, et niciteit, leeftijd en werkloosheid, gaat het om andere demografische gegevens en

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 26