wert» 29 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-I lemaal relevant voor het thema dat in kaart moet worden gebracht. Wie in zo'n gebied gaat rondlopen ziet gegarandeerd het betreffende verschijnsel om zieh heen. Het beeld is niet meer afhankelijk van de schaai waarop de kaart wordt weergege- ven. Afhankelijk van het precieze doel waarvoor een kaart nodig is kunnen een- voudig verdere selecties uit de nieuwe ge- biedenkaartlaag worden gemaakt, zoals in het voorbeeld van figuur 9d. Vragen als 'waar liggen de grootste concentraties Marokkanen en hoe groot is hun geza- menlijke aandeel', kunnen met een druk op de knop beantwoord worden. Welke gebieden de tentoonstellingsbe- zoeker wilde zien kon, zoals eerder is op- gemerkt, worden aangegeven door in een invulscherm een of meer criteria op te geven. Men kon opgeven welk aantal van de gekozen groep een gebiedje min- stens moet halen, en/of welk percentage, welke oppervlakte, welke dichtheid, en of de groep er dominant moet zijn. Een interessante optie in de monitor is ook de mogelijkheid om twee kaarten te com- bineren. Niet alleen kan men twee kaarten over elkaar heen laten afbeelden (waarbij de gebieden van de bovenste kaartlaag uj- delijk transparant worden weergegeven, zo- dat men de onderste laag er doorheen kan zien, zoals in figuur i). Men kan ook echt geografisch combineren door in het invul scherm op te geven dat men alleen gebie den wil hebben die overlappen of juist niet overlappen met de gebieden van de vorige kaart. Dat biedt talloze nieuwe mo- gelijkheden, bijvoorbeeld om de mate waarin en de plekken waar zieh confronta- tie tussen twee bevolkingscategorieen voor- doet, voor te stellen. Heiaas biedt dit arti- kel geen ruimte om daar voorbeelden van te geven of om op deze speeifieke Gis-toe- passing verder in te gaan. Figuur io. Concentratiegebiedert van Türken op 1-1-2000. Tabel 1. Bevolking van Amsterdam naar etnische groepen op 1-1-2000 (bron: O+s) Mijns inziens biedt de methodiek die voor de monitor wordt gebruikt goede mogelijkheden om segregatiegegevens op postcodeniveau naar bruikbare kaartbeel- den om te werken. Om dat te illustreren wordt in de volgende paragraaf een aantal kaartbeelden getoond in de sfeer van het inhoudelijke onderwerp van de tentoon- stelling Strijd om de Ruimte in Kaart. Zul- ke beeiden kon de bezoeker van de ten- toonstelling gemakkelijk zelf snel maken. Segregatie van etnische groepen in Amsterdam In allerlei overzichten, en met het 00g op de bruikbaarheid voor het beleid, deelt de gemeente Amsterdam haar inwoners in in acht etnische categorieen. De indeling is niet gebaseerd op nationaliteit maar op land van herkomst (van de betrokke- ne, of van de ouders). De acht categorieen zijn Surinamers, Antillianen, Türken, Marokkanen, Zuideuropeanen, overige buitenlanders uit niet-gei'ndustrialiseerde landen, overige bui- tenlanders uit geindustrialiseerde landen, en Nederlanders. Ta bel 1 geeft de aantalsverdeling over deze groepen. Surinamers 71760 Antillianen 1 1623 T urken 33931 Marokkanen 55043 Zuideuropeanen 17066 Overige buitenlanders 141839 niet-geindustrialeseerde landen 72188 geindustrialiseerde landen 69651 Nederlanders 400027 T otaal 731289 Tabel 2. Minimale eisen utaaraan de figuur minimaal minimaal gebiedjes in de figuren aantal percentage 10 tot en met 14 voldoen. 10 Türken 85 ll.l 11 overige industrie landen 174 18.5 12 Surinamers 179 18.9 13 overige niet-industrie landen 180 19.0 14 Nederlanders 1000 69.9 In de figuren 10 t/m 14 wordt een beeld van de segregatie van vijf van deze etnische groepen gegeven. De kaarten zijn ge maakt volgens de in de vorige paragraaf besproken methode, zoals die ook voor andere bevolkingskenmerken wordt toege- past in de Stadsmonitor Amsterdam. Voor de gebiedjes op de vijf kaarten zijn steeds dezelfde criteria gebruikt: het aandeel van de betreffende groep in een gebiedje moet minstens twee Figuur 11. Concentratiegebieden van personen uit overige geindustrialiseerde landen op 1-1-2000.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 31