VAN DE REDACTIE
In de eerste plaats willen we ons nieuwe redactielid, Philippe
de Maeyer, docent Kartografie in Gent, hier graag verwelko-
men. We zijn al jaren lang zeer verguld met het feit dat Frans
Depuydt uit Leuven het KT ondersteunt door zijn werk voor
de redactieraad, en evenzeer'met de hulp bij het verfransen van
de summaries door collega Kormoss in Brügge. Maar de sa-
menwerking met onze Vlaamse collega's zal door de participa-
tie in het redactiewerk van de heer De Maeyer nog intensiever
kunnen worden.
2002 is het jaar waarin de voc 400 jaar geleden werd opge-
richt, en daar hopen we in het tweede nummer op in te gaan;
in het derde nummer zullen hopelijk veel bijdragen aan het
NVK-congres Over webkartografie kunnen worden opgenomen.
Het huidige nummer wordt door een viertal artikelen gevuld:
een historische bijdrage, twee bijdragen over stadskartografie
en nog een nagekomen bijdrage aan het iCA-congres in Peking.
Zoals u vorig nummer gezien heeft proberen we telkenmale de
bijdragen vanuit Nederland aan de iCA-congressen ook aan de
NVK-leden voor te leggen. Wellicht moeten we dat in het ver-
volg ook met Vlaamse bijdragen gaan doen! De iCA-congres-
bijdrage in dit nummer is van Connie Blok, ze gaat in op de
effectiviteit van dynamische variabelen, om in animaties ruim-
telijke ontwikkelingen te kunnen volgen, en beschrijft de ma-
nieren waarop die effectiviteit te testen zou zijn.
Paul van den Brink gaat in de historische bijdrage in op de
kartografische activiteiten van de Afdeling Nederland van het
knag in de periode 1880-1910. Het betreft werk voor de aflei-
ding en spelling van aardrijkskundige namen, schoolatlaskar-
tografie, kartografische ondersteuning van geplande infrastruc-
turele werken, en thematische karteringen.
In het verleden heeft het KT uitgebreid aandacht besteed aan
de door de grote Steden al dan niet voor intern gebruik uitge-
geven kaartseries. In deze tijd van geo-informatievoorziening is
2002-xxvm-i
de rol van die kaartseries overgenomen door Websites waarop
de beschikbare kaarten als interface dienen naar onderliggende
bestanden. De Stadsalmanak van Rotterdam is daar een voor-
beeld van. Cor de Kuijper en Michiel Boelhouwer geven in
hun artikel aan hoe deze intranetapplicatie werkt om de amb-
tenaren van gemeentewerken direct toegang te geven tot de
door hen benodigde bestanden. Amsterdam heeft iets derge-
lijks dat ook voor alle inwoners toegankelijk is (Atlas Amster
dam); Koos Krijnders heeft in het KT van 2001-2 over verge-
lijkbare problematiek geschreven voor een kleinere stad. Ten-
slotte laat de heer Deurloo zien hoe een thematische variant
van zo'n stadsatlas werkt, de Stadsmonitor van Amsterdam
waarin de ruimtelijke spreiding van de verschallende demogra
fische kenmerken en werkgelegenheidscijfers worden bijgehou-
den. Het is nog niet on-line beschikbaar, en ook de cd-rom
waarop de onderliggende bestanden zijn opgenomen zal voor-
lopig een beperkte verspreiding kennen om op die manier te
garanderen dat er alleen wetenschappelijk gebruik van de gege-
vens gemaakt wordt.
Nieuwe ontwikkelingen op het verenigingsfront zullen waar-
schijnlijk op termijn ook voor het KT gevolgen hebben: dit jaar
komt het samengaan tussen verenigingen op het gebied van geo-
informatie aan de orde, onder de naam Geo-informatie Neder
land. In februari jl. is hierover aan alle NVK-leden een nieuws-
brief met nadere informatie verstuurd. Op de aanstaande nvk-
ledenvergadering in april zal over de betreffende voorstellen
waarschijnlijk al worden gestemd. We gaan er daarbij van uit
dat dit tijdschrift, wellicht onder een andere naam en mogelijk
deels alleen via het web beschikbaar, op termijn een van de zui-
len vormt waaromheen degenen die zieh in de visualisatie ten
behoeve van de analyse en verspreiding van ruimtelijke informa
tie interesseren, zieh zullen blijven groeperen. In de nieuwe ver-
eniging zal de kartografie onder de aandacht komen van een
grotere groep personen die zieh met visualisatie bezig houden.