iX^'Cv^f
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2002-XXVIII-2
6
Cornelis Claesz en de Van Doetecums
Cornelis Claesz, bij wie de kaart van Gerritsen te koop was,
mag beschouwd worden als de belangrijkste drukker en uitge-
ver van navigatiewerken, stuurmansgidsen, land- en zeeatlassen,
reisjournalen, geografische werken en paskaarten in de twee de-
cennia rond 1600. Cornelis Claesz, mogelijk een Leuvenaar,
had zieh direct na de Alteratie van 1578 als boekhandelaar in
Amsterdam gevestigd, vermoedelijk om godsdienstige redenen.
Nadat hij in 1588 met Lucas Jansz Waghenaer, de maker van de
eerste zeeatlas, was gaan samenwerken, kreeg hij een ferme
greep op de markt van nautische uitgaven. In 1589 neemt hij de
uitgave van genoemde zeeatlas, de Spieghel der Zeevaerdt, geheel
over en drukt 00k Waghenaers grote vierbladige paskaart van
Europa, waarop straks nog even wordt teruggekomen.
Vooral zijn relatie met Petrus Plancius, vanaf circa 1590, was
belangrijk en vruchtbaar; hun samenwerking bracht veel origi-
nele, vernieuwende kaarten voort. AI het baanbrekende werk
dat onder Plancius' bezielende leiding plaatsvond in de jaren
negentig van de zestiende eeuw werd in documentaire vorm
door Cornelis Claesz vermenigvuldigd en verkocht. De kennis
en exploratie van de aarde, in het bijzonder 00k de zoektocht
naar een geschikte zeeweg naar China en Indie, stonden daar-
bij centraal.
Van Selm schatte het deel van Claeszoons kartografisch-geo-
grafische fonds op 40% van zijn totale aanbod [van Selm,
1987, p. 181]. Aanvankelijk was alleen uit 1591 een gedrukte
Figuur 1. Paskaart kaart van Adriaen Gerritsen bekend, die
van Adriaen Gerrit- in de ub Leiden berust [Putman, 1983,
sen, vroegste uitgave. pp. 64-65; Schilder, 1986, pp. 17-18].
Amsterdam, Cornelis Verder is van hem siechts bekend de
Claesz, 1587 (UB nautische gids De Zeevaert[Burger,
Amsterdam). 1913] eveneens een produetie van Claesz.
Met het recentelijk opduiken van de hier
behandelde kaart is duidelijk geworden
dat de kaart uit 1591 al eerder, in 1587, in
zijn 'oervorm' werd uitgegeven. Een vol-
ledig overzicht van Claesz' produetie be-
staat niet, maar wanneer we de gepubli-
ceerde gegevens nagaan zijn er voor 1587
geen kartografische werken in zijn fonds
voorgekomen. Derhalve betekent deze
paskaart een primeur.
De graveur, Johannes van Doetecum
had, samenwerkend met zijn zoons Jo
hannes en Baptista, een nauwe band met
Claesz. Van Doetecum zou van 1587 tot
circa 1600 in Haarlem waarheen hij
om religieuze redenen uitgeweken was
actief blijven, niet alleen als graveur,
maar 00k als uitgever. De in financiele
moeilijkheden verkerende weduwe van
Gerritsen, Alyt Meynaerts, kon dus me-
teen in 1587 bij haar nieuwe stadsgenoot
8