9 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-2 terecht om de kaart te laten graveren en bij nautisch debutant Cornelis Claesz in Amsterdam om de kaart te laten druk- ken en verkopen. Niet voor niets opent Nalis zijn sectie The Haarlem years met de beschrijving van deze kaart [Nalis, 1998, pp. 22-23, nr- 850], die hij 'nog net' in zijn uitvoerige en gezaghebbende publicatie over de Van Doetecums kon meenemen; het is 00k de enige Van Doetecumkaart die met '1587' gedateerd is. Daarmee mag hij dus als zijn eerste Haarlemse kartografische werkstuk aan- gemerkt worden1'. Het oeuvre van gra- veur Johannes van Doetecum c.s. is enorm. Alle in dit artikel genoemde kaar- ten van Gerritsen en Waghenaer werden door hem gesigneerd. Het zal wel nooit vast te stellen zijn of hij als graveur, uit- gever en contactpersoon nog een unifor merende invloed heeft gehad op die in details toch zo uiteenlopende paskaarten, die vlak na elkaar of zelfs min of meer gelijktijdig werden uitgegeven. Figuur 2. Paskaart van Lucas Jansz Waghenaer, gedateerd 1583, opgenomen in de Spieghel der Zee- vaerdt, Leiden, Plan- tijn, 1384 - tweede Staat met enkele klei ne aanvullingen in het Latijn (UB Amsterdam). gravure Staat het jaartal 1583, hetgeen hem de gelegenheid heeft geboden tot in dat jaar aanpassingen in zijn Europakaart aan te brengen. Dat kon Adriaen Gerritsen, toen reeds in het hier- namaals, vanzelfsprekend niet meer doen. Vergelijking van de kaart van Waghenaer met die van Gerritsen leert al snel dat de laatste wat 'ouderwetser' aandoet dan de eerste. Het lijkt wel of de kaart dichter bij oorspronkelijke Iberische bronnen Staat. Immers, waarom treffen we een exotisch aandoend toponiem als 'Insulos Hebredos' aan en waarom vertoont de gehele noordwestelijke zone van de Britse Eilanden zo'n archaisch en on-Nederlands' uiterlijk? Blijkbaar is dat mager ingevulde ge- deelte, met onder meer de karakteristieke gegeneraliseerde af- geronde baaivormen van West-Ierland, een oud - nog niet door eigen informatie vervangen - rudiment uit zuidelijke ma- ritieme bronnen (figuur 3). Waarschijnlijk was de mogelijk- heid en noodzaak tot actualisering hiervan vooralsnog niet zo groot, omdat het een weinig door Nederlanders bevaren zeege- bied betrof. Deze streken komen dan 00k niet voor in de reek- sen gedetailleerde kustkaarten van de 'Spieghel' en zelfs nog niet in het latere Thresoor der Zeevaerdt (1592) of Blaeus Licht der Zeevaert (1608). Anterieur aan Waghenaers kaart Van Waghenaers werk noch van deze kaart is precies duidelijk welke bronnen er aan ten grondslag gelegen hebben. Koeman meldt dat Waghenaer de eerste kaarten voor de 'Spieghel', die in 1584 bij Plantijn in Leiden gedrukt werd, al om- streeks 1579 vervaardigd moet hebben. Bovendien kunnen de (detail-?)kaarten van Waghenaer niet van bestaande bron nen gekopieerd zijn; zij moeten overwe- gend op persoonlijke observaties en eigen nautische ervaring berusten [Koeman, 1970, pp. 465 en 469]. Zat er bij Waghe naer al vijf jaar tussen het begin en het eind van het project, een opvallender anachronisme van de kaart van Gerritsen is het feit dat hij weliswaar in 1587 werd uitgegeven (het octrooi dateert overigens van 6 juli 1585), maar dat de maker al in 1579 of 1580 was overleden2'. Toen deze paskaart bij Cornelis Claesz gedrukt werd, was de auteur dus al minstens Ze ven jaar dood! Gezien de onduidelijkheid over de bronnen van hun beider werk is het interessant de vraag te stellen welke samenhang er bestaat tussen Gerritsens paskaart en de Europakaart van Waghe naer in diens Spieghel der Zeevaerdt (figuur 2). De concepten voor beide kaarten zou- den immers in dezelfde periode tot stand gekomen kunnen zijn: Gerritsens kaart op zijn laatst in 1580 en Waghenaers kaart op zijn vroegst in 1579. Ook al zou Waghenaer het concept voor zijn kaart in 1579 kunnen hebben gemaakt, op de [pokTOst^- WiO> n flSPA LV2JA.I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 11