KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-2 zuim met toestemming' en 'zonder toestemming' - ook de Figuur p. Pigment- jaaraanduiding '1848'8'. Deze laatste reparatie is dus na 1848 migraties. uitgevoerd, terwijl de genoemde familienamen de indruk wek- a. Kaart ken dat de lijst uit de zuidelijke helft van Duitsland stamt. De b. Drager kaart heeft een groot deel van zijn leven een nagenoeg decora- c. Ingekleurd tieve functie gehad, is met zekerheid na 1848 nog een keer ge- cartouche repareerd en verbleef toen in het zuidelijke gedeelte van Duits- d. Gemigreerdpig- land. Dat de kaart niet volledig verloren is gegaan of liever ge- ment; ontstaan zegd verbruikt, ligt zeker ook aan het feit dat zijn gebruiksfase vöör opnieuw tegen kort was. Na het eerste kwart van de 17c eeuw was de uitgave elkaarplakken meer dan verouderd, we moeten er van uit gaan dat de kaart e. Gemigreerdpig- zelfs op het tijdstip van verschijnen al niet meer de laatste ment; onstaan nä stand van kartografische kennis weerspiegelde. opnieuw tegen el kaar plakken. Conclusie De kaart blijkt te beantwoorden aan alle verwachtingen die de ub Amsterdam ervan had. De huidige stand van het onderzoek daarnaar bevestigt dat. Er werden bovendien nog wat onbe- kende of onverwachte details blootgelegd. Daarbij speelde niet alleen de documentaire inhoud een rol. Ook de kaart als fysiek object bleek zijn eigen verhaal te verteilen en gaf daarmee wat geheimen Over de levensloop en de authenticiteit ervan prijs. De kaart en perkamenten drager hebben een lange gezamenlij- ke geschiedenis. Het geheel werd mogelijk gedurende enige tijd als paskaart gebruikt en is enkele keren hersteld. De kaart was kort na verschijnen al verouderd, voor zover de uitgave dit niet al bij verschijnen was. Het feit dat de kaart slechts beperk- te tijd actief gebruikt werd, heeft er toe bijgedragen dat het ob ject behouden bleef. In de loop van zijn lange 'decoratieve pe- riode' verbleef de kaart in het zuidelijke gedeelte van Duits land en is daar ook gerepareerd. De conservering/restauratie van de paskaart van Gerritsen bleek een uitstekende mogelijkheid te bieden meer over de ge schiedenis van dit exemplaar te achterhalen. De conservering zelf en de gebruikte onderzoekstechnieken zullen bij een ande re gelegenheid meer uitvoerig beschreven worden. Noten 1. Bovendien is zijn tweede Haarlemse kartografische werkstuk, de kaart van de Zeventien Provincien uit 1588, in de collectie van de UB Amsterdam aanwezig. Deze kaart werd in 2001 aangevuld met de derde Staat daarvan, de in 1652 door Frederick de Wit uitgege- ven versie. Resp. Kaartenzaal o.k.. 17 en Kaartenzaal 102-04-12. 2. In de 'Voorreden' van De Zeevaert uit 1588 wordt vermeldt: Adriaen Gerritsz. in zijn leven poorter ende inwoonder der Stadt Haerlem (die nu ter tijt al over de acht iaren deser Werelt overleden ende inden Heere gherust is gheweest 3. Deze uitgave [Koeman, 1970 Wag 9b, Kaartenzl 1802 a n] vond plaats in 1591, maar bevat reeds de nieuwe Europakaart, gedateerd r592. 4. Const ende Caert-Register, in welcke gheteykent staen alderhande soor- ten van caerten ende mappen des gantschen Aertbodems, groot ende cleyn (zie: Van Selm, ip8y, pp. 2iy-2i8) 5. Ook het enig bekende exemplaar van de grote vierbladige paskaart van Europa van Lucas Janszoon Waghenaer uit 1589 is zo'n bijzon- der voorbeeld van een door Cornelis Claesz uitgegeven paskaart, die geplakt op perkament verkrijgbaar was. AI vöör de verwerving in 1986 was om redenen van conservering het perkament verwij- derd. Kaart en perkamenten drager (met onmiskenbare sporen van een eeuwenlang samenzijn) worden nu afconderlijk bewaard. Kaar tenzaal L.K.vm 3. 6. Eenvoudige omslag van onbeplakt perka ment (zgn. 'kopert'). Door zijn onbeplakte vorm is dit perkament voor vergelijking zeer geschikt, daarnaast ligt het hoogte- punt in gebruik van dit soort omslagen in de tweede helft van de i6e eeuw. 7. Vriendelijke mededeling van dhr. W.F.J. Mörzer-Bruyns, Nederlands Scheepvaart- museum, Amsterdam. 8. Kopregel: Versäumnisse [mit] Erlaubniss ohne Erlaubniss. Joseph Spegele (ist ent lassen) Joseph Vragala von I 1848 I Carl Benedikt Literatuur Broecke, M.P.R. van den (1996), Orte- lius atlas maps: an illustrated guide. 't Goy: Hes. Burger, C.P. jr. (1913), Oude Holland- sche zeevaart-uitgaven: 'De Zeevaert' van Adriaen Gerritsz. Het Boek II, pp. 113-128. Koeman, C. (1964), The history of Lucas Janszoon Waghenaer and his 'Spieghel der Zeevaerdt'. Lausanne: Sequoia. Koeman, C. (1970),Atlantes Neerlandici: bibliography of terrestrial, maritime and celestial atlases andpilot books, published in the Netherlands up to 1880: volume IV. Amsterdam: Theatrum Orbis Terrarum. Matteini, M., A. Moles A. Burmes- ter (1990), Naturwissenschaftliche Un tersuchungsmethoden in der Restaurier ung. München, Callwey. pp 73-83. Moog, G. (1991), Häute und Felle zur Pergamentherstellung: eine Betrach tung histologischer Merkmale als Hilfe bei der Zuordnung von Pergamenten zum Ausgangsmaterial. In: Rueck, P. (ed.), Pergament: Geschichte-Struktur- Restaurierung-Herstellung. Sigmaringen: Thorbecke Verlag. Nalis, H. (1998), The new Hollstein Dutch Flemish engravings and woodcuts 1430-1/00: The van Doetecum family. Rotterdam: Sound Vision. Nalis, H. (2001), De familie Van Deu- tecum: kunstenaars en kartografen. NVKpublikatiereeks 31, pp. 39-48. Putman, R. (1983), Oude scheepskaarten 14

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 16