Be Zeeuacrt/ ConfldJ wan ter ZecD te warenwanden ExcelientenPilotc M.ter Peeter «P^enodch^niöiifhfen/ op onfer ©toutoen Tterdifjof/ tnBeletft-bloente-Anno 15 S o KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-2 De hoekboog was omstreeks 1590 door de Engelse zeevaarder John Davis uitgedacht en is 00k bekend als Daviskwadrant. De stuurman observeerde hiermee met zijn rüg naar de zon. Zo hoefde hij niet tegen fei zonlicht in te kijken, om welke re den Engelsen het instrument back-staff noemden. Dankzij verbeteringen door Nederlanders werd de graadstok een nauw- keurig en betrouwbaar instrument. Voortaan kon die 00k met de rüg naar de zon worden gebruikt, een voordeel dat eerst al- leen de hoekboog had. De waarnemer hoefde dan niet meer tegen het feile zonlicht in te kijken. Nederlandse zeelieden ontwikkelden een variant van de rugwaartse waarneming. En gelse leermeesters bevolen deze aan en noemden hem 'Dutch fashion'. Een andere verbetering aan de graadstok was het koperen vizier dat als houder van een gekleurd glas diende waarmee het 00g tegen het zonlicht werd beschermd. Ook dit vizier vond navolging in Engeland waar het vanwege het land van herkomst en de uiterlijke overeenkomst met de klomp, 'Dutch shoe' werd genoemd. Mede door deze verbeteringen aan de graadstok werd de hoekboog vanaf 1731 niet meer aan voc-schepen verstrekt al bleef die tot het eind van de achttien- de eeuw wel op andere schepen in gebruik. In 1660 publiceerde de Amsterdamse leermeester in de stuur- manskunst, Claes Hendricksz. Gietermaker, een navigatieboek Figuur 4. Gezicht op een scbeepsdek met een zeeastrolabium en globe, stuurlui werken met passer en liniaal in een zeekaart. Op het voordek ob- serveert een ander met een graadstok de hooge. Titelpagina van Thomas Hood, T'ghebruyck van de Zeecaerte van 1602. Collectie Nederlands Scheepvaartmuseum, Amsterdam. Oft de Medina Spaignaert. ladt wekte niet aileene de Regtls,Seemen,Praäijclttn.efi conltige Inflrumenten der feluer Conflcn begrcpe fijn :M«r 00c de clare ende oprechtc fondcmenten der Allrononujen ,cnde gantfchen ioop des Hemelsop d'aldcr lichtfte endo duydelijcftc verclaert worden, XUtn OopUttwn jHiotcn fcrfjippet» mite anbetrn Rief.btbbna bet pflronomtai tot nnt mfi« Dttiifl: HBtben fopaenfrt)t tnbt ftatv (opfert (n onfe plcOcriuptfrRt talr ouerB^efrt/entrt mtt »nmtuii OTTncrtfap M.r Merten Eueraert Bnig. %i*t noch ein ander nieuyrt Onder"prijßtigbt,ofdtfracifailßi funütn der Thtmgattengm MiCHlEl C O 1 G N E T. T' H A N T VT ERPEN, Met Co.Kla.0 Cratie ende Priuilegic. Figuur y. De Zee- vaert oft Conste van ter Zee te varen, de eerste Nederlandse editie van Pedro de Medina 's stuurmans- handboek, in 1580 in Antwerpen versehe nen. Collectie Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam. dat een groot succes werd. 't Vergulde Licht der Zee-vaert ofte Konst der Stuur- Lieden verscheen bij Hendrik Doncker en beleefde tot ver in de achttiende eeuw heruitgaven en is in het Frans vertaald. De Amsterdamse kaartenmaker, uitgever, kompas- en graadstokmaker Johannes van Keulen kwam in 1680 met zijn Zee- Atlas, spoedig gevolgd door de even suc- cesvolle Zee-Fakkel. Van Keulens zee- atlassen bestreken het vaargebied van Nederlandse schepen; de Europese wate- ren, de Arctische gebieden van belang voor de walvisvaart - Zuid-Amerika en in de achttiende eeuw tevens Aziatische wateren. Van Keulen kocht de voorra- den en privileges op van Amsterdamse uitgevers van zeeatlassen, zeemansgidsen en navigatieboeken, die door gebrek aan een opvolger of initiatief en vernieuw- ing, een tanend bestaan leidden. Zo ver- kreeg hij op deze markt een monopolie- positie. In 1693 werd ook het leerboek van Gietermaker door Van Keulen over- genomen. De kleinzoon van Johannes zag de inspanning van de firma in 1743 bekroond met zijn aanstelling tot offi- cieel kaartenmaker van de voc, het ambt dat zijn familie behield tot de opheffing van de Compagnie in 1799. Nieuwe methoden en nieuwe navigatie-instrumenten Omstreeks 1740 was de kennis van navi- gatie in Nederland achter geraakt verge- leken bij die in Frankrijk en Engeland. De kwaliteit van het onderwijs liet te 18

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 20