KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2002-XXVIII-2
Conclusie
Uit het gebruikersonderzoek kwam een aantal zaken naar vo-
ren. De respondenten begrijpen de kaarten goed en kunnen er
dynamische informatie uit afleiden. Sommige kaarten vielen
echter meer in de smaak dan andere. Hierbij is met name de
animatie in positieve zin favoriet. Na de animatie wordt op de
tweede plaats vaak voor de kaartserie gekozen. Een uitzonde-
ring vormde het visualiseren van geulverplaatsingen. Bij dit
soort morfologische veranderingen werd in de eerste plaats
nog steeds voor de animatie gekozen, maar op de tweede plaats
kwam niet de kaartserie maar de vormlijnenkaart naar voren.
Als gebruikers de keuze hebben om meerdere kaarten te ge-
bruiken om een beeld te krijgen van de dynamiek, dan valt op
dat ook hier vaak gekozen wordt voor de animatie in combina-
tie met de kaartserie.
Uit het gebruikersonderzoek komen toch ook enkele bezwaren
naar voren over de animatie als hulpmiddel bij het gebruik van
dynamiekvisualisatie. Vaak is niet duidelijk uit welke bronja-
ren de animatie is opgebouwd, en moet men de animatie toch
vaker bekijken om een indruk van de dynamiek te krijgen op
een punt. Het moet tenslotte opgemerkt worden dat de ani
matie die hier gebruikt werd van het meest eenvoudige type is.
Dit is bewust gedaan om tot een eerlijker vergelijk te komen
met de andere dynamiekkaarten. Met enig programmeerwerk
is het mogelijk om enkele bezwaren tegen het gebruik van dit
type kaart weg te nemen en allerlei functionaliteiten aan de
kaart toe te voegen om zo gedetailleerdere informatie weer te
geven (bijvoorbeeld allerlei mogelijkheden om de legenda te
veranderen, een database te bevragen enz.). Hoewel het ge
bruikersonderzoek gehouden werd onder geografen kan het
onderzoek beter worden uitgevoerd onder een gebruikersgroep
die specifiek voor een bepaalde toepassing gebruik wil maken
van dynamiekkaarten. Heiaas was dit hier niet mogelijk. Ook
is het wenselijk een grotere groep te vragen en zou in geval van
vervolgonderzoek rekening gehouden kunnen worden met
enkele kritiekpunten van de kaarten zoals ze in het gebruikers
onderzoek gebruikt zijn. Als de nadelen van de kaarten zoals ze
in het gebruikersonderzoek naar voren zijn gekomen gemini-
maliseerd kunnen worden kan een beter vergelijk plaats vinden.
Literatuur
Alphen, J.S.L.F. van M.A. Damoiseaux (1988), Ageo-
morphological map ofthe Dutch shoreface and adjacentpart of
the Continental shelf (1:250.000). Rijkswaterstaat, Directie
Noordzee, Meetkundige Dienst, 's-Gravenhage.
Boczar-Karakiewicz, B. J.L. Bona, J.L. (1986),
Wave-cominated shelves: A model of sand-ridge formation
by progressive, infragravity waves. Knighet, R.J.
J.R. McLean (eds), Shelf Sands and Sandstones. Canadian
Society of Petrolium Goelogists, Memoir II, p. 163 179.
In: Meene, J.W.H. van de, (1994), The shoreface connected
ridges along the Dutch coast. Drukkerij Elinkwijk b.v.,
Utrecht, pp. 1-222.
Galavazi, M.A., (1998), Sand waves, A study on the Controlling
factors ofsand waves. Rapport Alkyon, Hydrolic Consultancy
Research, Emeloord, pp. 1-44.
Gomes-Pereira, L. R. Wicherson (1999), Suitability of
laser data for deriving geographica! information - a case
study in the context of management of fluvial zones. ISPRS
Journal ofPhotogrammetrie Remote Sensing 54 (2-3), pp. 105-114.
Hutchnance, J.M. (1982), On once mechanism forming
linear sand banks. Estuarine, Coastal and Shelf Sience, 14,
p. 79 gp. In: Meene, J.W.H. van de, (1994), The shoreface
connected ridges along the Dutch coast. Drukkerij Elinkwijk
b.v., Utrecht, pp. 1-222.
Laban, C. R.T.E. Schüttenhelm (1981), Some new
evidence on the origin of the Zeeland ridges. Spec. Puhl. Int.
Ass. Sediment 5, pp. 239-245.
McCave, I.N. (1971), Sandwaves in the North Sea off the
coast of Holland. Marine Geology vol. 10, nr. 3, pp. 199-225.
Meene, J.W.H. van de (1994), The shoreface connected ridges
along the Dutch coast. Drukkerij Elinkwijk b.v., Utrecht
pp. 1-222.
Monmonier, M. M. Gluck (1994), Focus groups for
design improvement in dynamic cartography. Cartography
andgeographic information Systems vol. 21, no 1, pp. 37 - 47
Smith, D. B. (1988), Bypassing of sand over sand waves and
trough a sandwave field in the central region of the southern
Nort Sea. In: Houthuys, R. (1990), Vergelijkende Studie van
de afzettingstructuur van getijdenzanden uit het eoceen en van
de huidige Vlaamse banken. Aardkundige Mededelingen,
Leuven University Press, pp. 1-137.
Stride, A.H. (1970), Shape and size trends for sand waves in
a depositional zone of the north Sea. Geological Magazine
vol. 107, nr. 5, pp. 469-478.
Terwindt, J.H.J. (1971), Sand waves in the southern bight of
the North Sea. Marine Geology vol. 10, nr. 1 p.51-67.
Vriend, H.J. de (1990', Morphological processes in shallow
tidal seas. Cheng, R.T. (ed.), Coastal and Estuarine Studies,
38: Residual Currents and Long-term transport. pp. 267-300.
In: Meene, J.W.H. van de, (1994), The shoreface connected
ridges along the Dutch coast. Drukkerij Elinkwijk b.v. Utrecht
pp. 1-222.
Summary
E. Geenen Dynamics in the picture
Keywords: visualisation, animations, Gis, map use
In order to visualise the dynamics of geomorphological structures it
is important to analyse these properly and only then to look for the
best form of presentation. Having shown that several map types
could be suitable, the author presents the results ofuser research to
find out which type is best suited to visualise the dynamic processes
ofthe sea bottom and coastal processes. North Sea data were used
for the research.
Resume
E. Geenen Visualisation de la dynamique des structures geo-
morphologiques
Mots-cles: visualisation, animation, sig, utilisation de cartes
Afin de pouvoir visualiser cette dynamique, ilfaut d'abord definir
les structures geomorphologiques et chercher ensuite la forme de
Präsentation la plus appropriee, savoir les types de cartes
adopter. Enfin, sur la base d'une enquete aupres des utilisateurs,
Ton procedera au choix des types de cartes.
26